Garnalenvisser Henk Buitjes van de ZK37. Foto: Corné Sparidaens
Het afvoerputje van Groningen, dat is Zoutkamp. Tenminste, dat vinden de dorpsbewoners zelf. Waar komt de boosheid van Zoutkampers vandaan? Met visser Henk Buitjes − tiende generatie Zoutkamper − op zoek naar het antwoord.
‘Zoutkamp is een afvoerputje, er wordt niet naar ons geluisterd en de burgemeester zien we hier nooit.’ Het zijn heel gangbare uitspraken onder inwoners van Zoutkamp.
Op het eerste gezicht kwamen ze voort uit de onrust die ontstond nadat de ‘wachtkamer’ voor asielzoekers − die nog niet terechtkonden in Ter Apel − in september opende. Asielzoekers zouden stelen, zomaar aan boord stappen van boten in de haven en bovendien poepen en plassen in de tuinen. Een deel van de Zoutkampers was vanaf het begin niet tevreden met de gang van zaken en hun gevoel van machteloosheid en onveiligheid groeide.
Maar kwam die boosheid alleen door de actualiteit, door de komst van asielzoekers? Of ligt die dieper en heeft de geschiedenis van Zoutkamp er ook mee te maken?
Henk Buitjes (63) is visser in Lauwersoog. Zijn familie vist al tien generaties lang in Lauwersoog en Zoutkamp, zijn zoon nu ook, en hij groeide op in Zoutkamp. In 1969 werd onder luid protest van de inwoners van Zoutkamp de Lauwerszee afgesloten. De watersnoodramp in Zeeland had de boel op scherp gezet. Friesland en Groningen zouden ook niet veilig zijn en de kustlijn moest aangepast.
Garnalenvisser Henk Buitjes van de ZK37. Foto: Corné Sparidaens
Aan zijn keukentafel in Warffum − ‘ik heb net zo lang in Zoutkamp gewoond als in Warffum, maar ik ben daar nog zo vaak dat mensen denken dat ik nog steeds in Zoutkamp woon’ − haalt Buitjes herinneringen op aan die tijd. ,,Met het afsluiten van de Lauwerszee werd de ziel uit het dorp getrokken. Toen ik klein was, was er veel leven in het dorp. De schepen voeren elke dag, de hele dag en nacht door, af en aan. Iedereen liep constant door het dorp naar de haven.’’
Hij vervolgt: ,,Voor wij naar school gingen, gingen we er even kijken en na school kwamen de schepen weer binnen. Lag de hele kade vol vissen en garnalen en konden wij even een rondje meevaren. Zo zat ik op mijn zesde dus al vaak op de boot. Alle jongens deden dat, en sommige meisjes ook. Vooral op zaterdag was het erg druk in de haven. Het was een heel sociaal gebeuren. Ik denk dat 75 procent van de mensen in het dorp afhankelijk was van de visserij, omdat ze zelf visser waren of omdat ze bij Heiploeg werkten. De helft van de vrouwen pelde thuis garnalen.’’
,,Het gevoel achtergesteld te worden is in de geschiedenis verweven. Toen we nog bij de gemeente Ulrum hoorden, was Zoutkamp het ondergeschoven kindje. Waterleidingen kregen we als laatste dorp in de provincie en als er nieuwe straten aangelegd werden, gebeurde dat met oude stenen die eerst in Ulrum lagen. Toen kwam de afsluiting van de Lauwerszee en rond dezelfde tijd werden alle mooie oude huizen in het dorp afgebroken. Het waren echte vissershuizen, klein, tochtig en niet goed, maar er kwam niks voor in de plaats. Het dorp zat daarna vol gaten. En die oude huizen, die werden naar het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen gebracht en weer opgebouwd. Dus als je het echte oude Zoutkamp wilde zien, moest je in Enkhuizen zijn.’’
Ansjovis vissen in de Waddenzee met op de voorgrond Bienze Rienks, daarachter Jelte Toxopeus en Aldert Buitjes. Foto: Visserijmuseum Zoutkamp
Er was volgens Buitjes na de afsluiting zo’n dertig jaar alleen maar negativiteit. ,,En geen enkele autoriteit had er oren naar om daar iets aan te veranderen.’’ De ziel was samen met de visserij uit het dorp verdwenen. De voorspoed die beloofd was, vooral op het gebied van toerisme, bleef uit.
,,Zoutkamp was als enige tegen de afsluiting van de Lauwerszee. Aan de Friese kant stonden ze er wel achter. We zagen daarna dat aan de Friese kant wegen werden aangelegd en de boel opbloeide. Alsof zij werden beloond voor hun medewerking en wij afgestraft. Ik denk dat 80 procent van de Zoutkampers dit zo voelde.’’
Zoutkamp in 1932. Foto: Visserijmuseum Zoutkamp
Verhalen en emoties worden doorgegeven
Dat gevoel van onmacht is er nog steeds. Dat wordt ook duidelijk in gesprekken met jonge Zoutkampers en tijdens bijeenkomsten over de opvanglocatie voor asielzoekers bij de Marnewaard in de buurt van Zoutkamp. Terwijl de jongere generatie dit alles niet heeft meegemaakt. Bij bijeenkomsten, zoals het bezoek van Geert Wilders aan Zoutkamp, doen 20-minners precies dezelfde uitspraken als hun ouders.
Dat komt volgens Buitjes doordat het verloop in Zoutkamp kleiner is dan in andere dorpen. Er zijn meerdere families, onder wie de familie Buitjes, die diep geworteld zijn in het dorp. De verhalen en de bijbehorende emoties worden zo doorgegeven van generatie op generatie.
,,Als ik in Zoutkamp bij een voetbalwedstrijd sta, kan ik zo aanwijzen welk kind bij welke familie hoort. Iedereen kent iedereen. In Zoutkamp ken ik minstens de helft van de mensen, in Warffum misschien 10 procent. Natuurlijk komen er wel nieuwe mensen bij, bijvoorbeeld vanwege het werk. Bij Heiploeg hoor je zoveel verschillende talen en de bordjes zijn in het Nederlands, Duits, Engels en Pools. Maar je moet wel een bepaalde mentaliteit en losbandigheid hebben om er goed tussen te passen.’’
Zoutkamp rond 1960. Foto: Visserijmuseum Zoutkamp
Schijt aan regels en een passieve houding
Wat dat dan voor mentaliteit is? ,,Schijt aan regels, geen respect voor autoriteit, een onafhankelijke geest. Maar ook een passieve houding en het gevoel dat het de Zoutkampers allemaal maar wordt aangedaan. De slachtofferrol die we vaak innamen is wel wat afgenomen. We nemen sinds de jaren negentig steeds vaker het heft in handen.’’
Want sinds de jaren negentig ging het beter met het dorp. De herindeling bij de gemeente De Marne hielp daarbij, volgens Buitjes. ,,Ulrum was niet langer het pareltje van de gemeente, waardoor Zoutkamp steeds meer in het vizier kwam als uitvalsbasis voor bijvoorbeeld watersport. Dorpsbelangen werd opgericht en er kwam meer een ‘we regelen het zelf wel’-mentaliteit. Heiploeg groeide en er viel weer meer te verdienen in de visserij.’’
De vissersboot van Geert Frik uit Zoutkamp. Foto: Visserijmuseum Zoutkamp
Maar het gevoel dat er altijd al was, bleef. Want dat is het vooral, benadrukt Buitjes: een gevoel. Zoutkamp is het afvoerputje, maar iedereen wil er wel graag blijven. Jongeren met een praktische opleiding vinden er met het grootste gemak werk en ze voelen zich er fijn. ,,We hebben niet zo’n behoefte aan de stad, alles is hier en er is genoeg gezelligheid. Natuurlijk gaan jongeren ook wel een tijdje ergens anders heen of naar het buitenland. Alles wat in de rest van de wereld gebeurt, gebeurt hier ook, alleen het gaat wat trager.’’