Bij de bewonersbijeenkomst in september bleken dorpsbewoners zich al grote zorgen te maken over de opvang van asielzoekers in de Marnewaard. Foto: Anjo de Haan
Zo’n 450 asielzoekers verblijven nu drie dagen in de tijdelijke opvang bij Zoutkamp. Dorpsbewoners maakten zich zorgen over hun komst. Hoe is het nu ze er zijn?
Eigenaar Helga Bergstra van supermarkt Spar in Zoutkamp probeert er het beste van te maken. Blij is ze niet dat er honderden asielzoekers en statushouders op zo’n 5 kilometer afstand van Zoutkamp zijn ondergebracht, maar ze snapt wel dat het moet gebeuren.
Zij en haar man zijn deze maandagmiddag druk in overleg met het COA over de komst van een mini-supermarkt bij de asielopvang in de Marnewaard. Dan hoeven de asielzoekers Zoutkamp niet meer per se in. Nu is dat een logisch uitstapje: ook deze maandag zoeken groepjes asielzoekers hun weg door het centrum van het dorp.
Het winkeltje, een keet met basisaanbod, zou een paar uur per dag open kunnen. Het enige probleem: er moet wel iemand van de winkel heen om hem te bemensen. Het is voorlopig een idee. Een goed idee, vindt Bergstra.
Vooral sigaretten en chips
Ze is van alle 1200 dorpsbewoners misschien wel degene die de asielzoekers het meeste meemaakt. ,,Gisteren zijn hier ongeveer 150 asielzoekers geweest. Ze komen vooral voor sigaretten, chips en internettegoed. Dat laatste hebben we hier niet”, vertelt ze. Ze heeft regelmatig contact met het COA, de gemeente en de buurtagent, maar heeft nog nooit hoeven bellen vanwege een voorval.
Terwijl er online en in gesprekjes tussen dorpsbewoners de wildste verhalen rondgaan. Er zouden al winkeldiefstallen zijn geweest en er zouden fietsen zijn gestolen. Maar daar klopt niks van, volgens Bergstra. „Er is nog nooit iets voorgekomen hier in de Spar. Waarom vragen de bewoners niet aan ons hoe het zit?’’
Net als middelbare scholieren
De asielzoekers zijn vriendelijk, vindt Bergstra, hun klandizie kost alleen wat extra tijd en energie. „Nieuwkomers moeten we even wegwijs maken, soms manen we ze tot kalmte en als het te druk is, gaan we bij de deur staan. Het is net als met middelbare scholieren. Die kluiten ook samen in groepjes, kopen vooral chips en sigaretten en die wil je ook niet allemaal in één keer binnenlaten.”
Bergstra en haar man zouden deze herfstvakantie een weekje weg; dat slaan ze nu maar even over. Net als vorig jaar. Daarvoor is het te druk in de zaak.
Zoutkamp telt straks dan ook ongeveer net zoveel asielzoekers en statushouders (in de opvang van defensie voor Afghanen en de asielopvang ertegenover) als inwoners, aldus dorpsbewoner Renee. Hij staat samen met zijn vrouw Anna in de tuin te werken. In april zijn de pensionado’s naar Zoutkamp verhuisd vanuit de Zaanstreek. „Wij zijn wel gewend aan veel verschillende culturen. Wij gaan ons niet bij voorbaat druk maken, dat is niet nodig.”
Ze wisten niet van de bijeenkomst afgelopen vrijdag; hetzelfde geldt voor een bewoner van de Dorpsstraat (‘ik hoef mijn naam niet in de krant, ik wil geen problemen krijgen’). Die man staat er nuchter in: „Het valt allemaal wel mee. Overal zijn problemen.”
‘Verhalen zullen niet allemaal waar zijn’
Nazari Najeebullah en vier andere asielzoekers die sinds zaterdag in de Marnewaard verblijven, zijn deze maandag voor het eerst in Zoutkamp. Dinsdag verwachten ze met de bus terug te gaan naar het aanmeldcentrum in Ter Apel. Ze zijn al anderhalf uur onderweg naar de supermarkt. Lopend.
Noorkhan Faizi heeft 25 nachten buiten geslapen in Ter Apel. Hij en zijn metgezellen zijn blij met hun nieuwe tijdelijke onderkomen, al deed het water het vanochtend een paar uur niet door technische problemen.
Zoutkamper Gert Jan de Vries heeft de verhalen over stelende asielzoekers ook gehoord, tijdens gesprekjes op straat met dorpsgenoten. „Het zal niet allemaal waar zijn. Maar ik zie ze met hun dure smartphones en kleren en vraag me af: zijn dit echt de vluchtelingen die hulp nodig hebben?”
‘Dit komt echt niet goed’
Dorpsbewoners Gerrit, Klaas en Jan (‘laat de achternaam maar zitten’) doen daar nog een schepje bovenop. „Dit komt echt niet goed”, zegt Klaas vanuit zijn betegelde tuin. „Er rijdt hier nooit politie door het dorp, maar nu wel. Waarom moet dat als ze niet gevaarlijk zijn?”
„We hebben het hier al zwaar”, gaan de drie nog even door. „Onze jeugd kan geen huizen krijgen en nu komen zij ertussendoor.”
Het hele dorp praat erover volgens de mannen. „Zoutkamp is een raar dorp. Als hier iets misgaat met die mensen dan weet ik niet wat er gebeurt.”