Een brug over de te vernieuwen spoorlijn tussen Stadskanaal en Veendam. Het gaat bijna twee keer zoveel kosten dan aanvankelijk gedacht om hier een stoptrein over te laten rijden. Foto: DVHN
De heropening van de spoorverbinding van Veendam naar Stadskanaal pakt bijna tweemaal zo duur uit als gedacht. Er is geen 62,8 miljoen euro nodig, maar 115 miljoen.
Daarmee komt de realisatie van het project onder druk te staan, schrijft het college van gedeputeerden aan Provinciale Staten. Vooral de opgeschroefde veiligheidseisen voor spoorlijnen drijven de prijs van het spoorplan op, blijkt uit een nieuwe kostenraming door spoorwegbeheerder ProRail.
De kostenstijging spitst zich toe op een viertal punten. Zo moet de ondergrond van het al tientallen jaren niet meer gebruikte spoortracé op veel plekken worden afgegraven en versterkt. Analyse wijst uit dat de bodem te zwak is om met nieuwe treinen op hogere snelheid over het spoor te rijden.
Bruggen te oud
Een tweede tegenvaller zijn de vijftien kunstwerken op de route, waarvan twee draaibruggen. Die blijken dermate verouderd dat het goedkoper is ze te vervangen dan ze op te knappen en over langere termijn te onderhouden. Ten derde en vierde worden er hogere eisen aan de spoorwegovergangen gesteld en is er ook geld nodig voor het ombouwen van de stations in Veendam en Stadskanaal.
Er is naarstig gezocht naar manieren om geld te besparen op het project, blijkt uit de brief. ,,Eisen en wensen ten aanzien van het project zijn nogmaals kritisch tegen het licht gehouden’’, schrijft het college. De gevonden ‘winst’ valt echter bij lange na niet weg te strepen tegen de enorme kostenstijging.
Sneltrein kost 16 miljoen extra
ProRail schrijft nu een voorstel uit om met staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat in gesprek te gaan over extra geld voor de spoorverbinding. De spoorbeheerder zoekt samen met de provincie en de gemeenten Veendam en Stadskanaal ook nog naar alternatieve financieringsbronnen. Maar zonder forse extra bijdrage uit Den Haag valt het gat volgens gedeputeerde Fleur Gräper niet te dichten.
Ondanks de tegenvaller blijft Gräper optimistisch over het project. Ook al omdat Veendam-Stadskanaal een cruciale schakel is in het plan voor de nieuwe Nedersaksenlijn, die Groningen via Veendam, Stadskanaal en Emmen met Twente moet verbinden. Volgens recent onderzoek naar het zogeheten Deltaplan voor het Noorden is die lijn een economische versterking voor Zuidoost-Groningen en Drenthe.
Met de blik vooruit naar de Nedersaksenlijn is ook gekeken naar een sneltreintracé op het traject Veendam-Stadskanaal. Die kost nog eens 16 miljoen meer dan de stoptreinvariant. De reistijd van Groningen naar Stadskanaal wordt wel behoorlijk korter. Die duurt dan niet 42 minuten, maar 33. Die reistijd is ‘sterk concurrerend’ met een autoritje, staat in de brief: ,,De sneltreinvariant wordt door alle projectpartners als kansrijk gezien.’’
Gedeputeerde blijft optimistisch over oplevering in 2026
Gräper gaat er nog steeds van uit dat de lijn volgens planning kan worden opgeleverd in 2026. Oorspronkelijk zouden de treinen vanaf 2024 gaan rijden, maar dat werd vorig jaar opgeschoven zodat de lijn ook meteen kan worden voorzien van het nieuwe Europese spoorbeveiligingssysteem ERTMS. Daarmee heeft Noord-Nederland de primeur in 2026. ,,Dat blijkt nu een geluk bij een ongeluk, want het geeft wat extra tijd voor een oplossing.’’
De gedeputeerde verwacht na de zomer meer helderheid over het kostenplaatje en financiering. Een meevaller zou nog kunnen komen uit het aanvullende bodemonderzoek dat ProRail nu doet op het tracé. In de begroting is veel geld gereserveerd voor versterkingsmaatregelen. Die risicopost kan wellicht nog omlaag.
ProRail lobbyt actief mee richting Den Haag
In de lobby richting Den Haag wordt Groningen actief gesteund door de spoorbeheerder, zegt Gräper. ProRail voelt zich volgens de gedeputeerde medeverantwoordelijk voor het financiële gat omdat de eerste kostenraming te optimistisch is gebleken. ,,Daardoor hebben ze ons met een iets te positief beeld op pad gestuurd.’’