Bert en Annet Merema voor hun wisselwoning in Ten Post. Foto: Anjo de Haan
Waarom zijn wisselwoningen zoals die in Leermens, Uithuizen en Ten Post zo aartslelijk, vragen bewoners zich af. ,,Het moet menselijker en liefdevoller, in plaats van zomaar iets neer te plempen.’’
Toen ze op LinkedIn foto’s bekeek van de oplevering van wisselwoningen in Leermens en Uithuizen, wist bouwmeester versterking Dianne Maas-Flim van de gemeente Groningen niet wat ze zag. Op de foto’s was een kale, grijze vlakte te zien, rondom de tijdelijke woonlocaties voor bewoners wier huis versterkt wordt. ‘Hier kan geen beplanting tegenop’, schreef ze in een opiniërende reactie.
Een grote grijze vlakte bij de nieuwe wisselwoningen in Uithuizen. Foto: Anjo de Haan
,,Ik was flabbergasted’’, zegt Maas-Flim, terugblikkend op haar bericht. ,,Dat een aannemer tevreden is met dit resultaat, snap ik. Maar dat de Nationaal Coördinator Groningen het als opdrachtgever zo óók prima vindt, daar moest ik iets van zeggen. Voor de NCG is die kritiek vervelend, voor bewoners is het nóg vervelender. Mensen wonen daar jaren. En helaas gaat dit op veel plekken fout. Lelijke complexen verrijzen naast eeuwenoude dorpen.’’
‘Dronken thuiskomen, dan vind je je huis niet meer’
Ten Post is daar een voorbeeld van, volgens Annet (57) en Bert (58) Merema. Zij wonen in een van de twee opgetuigde wijkjes met wisselwoningen net buiten het dorp. Hun vrijstaande huis wordt nieuwgebouwd en staat op een kavel van 450 vierkante meter, met een tuin vol hortensia’s, bolacacia’s en blauweregen. ,,En opeens zit je in zo’n kleine rijtjeswoning met een minituintje. Het is een beetje saai’’, zegt Annet.
Bert Merema mist zijn klushok. ,,We zijn echte tuinmensen. We genoten van onze tuin, en anderen ook. Nu zijn we van heel veel naar heel weinig gegaan.’’ Hij en Annet mogen weinig aan het tuintje doen, behalve wat plantjes aan de schutting hangen. ,,Alles hier is exact hetzelfde. Je moet niet met een dronken kop thuiskomen, dan vind je je huis niet meer.’’
‘Alsof er een paar blokken zijn geland’
Maas-Flim snapt dat het tijdelijke aspect bij de bouw meespeelt en dat wisselwoningen geen paleizen hoeven te zijn, maar vindt dat de lat hoger moet. De NCG zou volgens haar met stedenbouwkundigen en landschapsontwerpers in gesprek moeten gaan. ,,Hoe kies je een plek uit en hoe pas je de tijdelijke woningen in het landschap in? Stel daar criteria voor vast’’, zegt zij. ,,Het moet menselijker en liefdevoller in plaats van zomaar iets neer te plempen. Nu wordt het functioneel opgelost, maar niet fatsoenlijk.’’
Bert en Annet Merema uit Ten Post in de tuin van hun tijdelijke huis. Foto: Anjo de Haan
Volgens Maas-Flim hoeft dat geen extra tijd of geld te kosten. ,,Als je de juiste deskundigen er maar bij betrekt. Ga met elkaar in gesprek, zodat het mooi wordt en past bij het dorpskarakter. In Krewerd heeft Haiko Meijer van architectenbureau Onix dat heel mooi opgelost. Die houten huizen zijn ontworpen met een gedachte. In Uithuizen en Leermens is het net of er een paar blokken zijn geland.’’
‘Niet mijn thuis en wordt het ook niet’
Het steekt Bert en Annet Merema dat bewoners in principe niets aan het interieur of exterieur mogen veranderen. ,,Dat voelt heel beperkt’’, zegt Bert. ,,De NCG zou bewoners wel iets meer de vrije hand mogen geven.’’
Annet: ,,Juist als je er jaren zit, wil je het gewoon wat meer eigen maken. We konden altijd lekker de tuin in, even grasmaaien en je hoofd leegmaken. Hier valt niks te tuinieren.’’
Extra cru als je bedenkt dat de familie Merema achteraf veel te vroeg naar haar tijdelijke woning is verkast. Het huis zou in november worden gesloopt, maar na meerdere keren uitstel staat nu maart 2025 rood omcirkeld in de agenda.
Als alles meezit kunnen de Merema’s in 2027 terugverhuizen. ,,Als ik de keuze had gehad, had ik liever nog een jaar in ons eigen huis gezeten’’, zegt Annet. ,,Dit is niet mijn thuis en dat zal het ook niet worden.’’
‘Lelijke, oude barakken’
De NCG neemt de kritiek op de onaantrekkelijke en kale woonomgevingen van wisselwoningen ter harte. ,,Vanzelfsprekend hebben we aandacht voor de leefbaarheid. Die is allereerst gericht op het comfort van de woning zelf, maar we zorgen ook voor beplanting rondom de woningen en goede bestrating’’, zegt een woordvoerder. Om erop te wijzen dat de woningen uit het LinkedIn-bericht van Maas-Flim pas recent zijn opgeleverd. ,,Het groeien van geplante struiken duurt helaas iets langer.’’
Lege nieuwe wisselwoningen in Uithuizen. Foto: Anjo de Haan
Maar elders doet het eindresultaat de wenkbrauwen fronsen bij Annette Lakenveld (59). Ze woont nu twee maanden in de zuidelijke wisselwoningwijk van Ten Post en is daarmee op de helft. Alle huizen zijn hetzelfde en er is één soort beplanting. ,,Ik heb het altijd over ons kamp. Van een afstand lijken het lelijke, oude barakken’’, zegt Lakenveld. ,,Als ik hier een paar jaar moest zitten, zou ik niet heel blij zijn.’’
‘Voor kinderen vind ik het sneu’
Daar kan Gini Schollema (70) over meepraten. Ze zit twee jaar in een wisselwoning en kan, als het meezit, in de zomer terug naar haar rijtjeshuis in Ten Post. Schollema wijst naar de plantjes in de straat. ,,Je ziet het, het is bar weinig allemaal. Ik vind het foeilelijk. Voor kinderen die hier opgroeien vind ik het ook zo sneu, al die eenzijdigheid.’’
Rondom de kale wisselwoningen aan Fivelhuizen in Ten Post is welgeteld één soort beplanting. Foto: Anjo de Haan
Ekelyne Snijder (38) is met haar zoontje Wietse (2) in de speeltuin van dezelfde wisselwoningwijk. Die speeltuin kwam er na een jaar, op initiatief van de bewoners. Liever zat Snijder niet in een grauwe wisselwoning. ,,Het moet, hè. We zijn blij met een dak boven ons hoofd, maar het liefst ga je terug. Ons eigen huis staat er nog gewoon, wachtend op ons.’’
Haar 7-jarige dochter Stella komt net aangelopen, hoort het gespreksonderwerp en is goed op de hoogte: ,,In Uithuizen is het één kale bende.’’
‘Goh, was dit het waard?’
De NCG stelde vorig jaar Enno Zuidema aan als regiobouwmeester om meer aandacht voor ruimtelijke kwaliteit rondom wisselwoningen te hebben en een ‘kale bende’ te voorkomen, maar wijst erop dat de komende jaren nog duizenden woningen moeten versterkt. ,,De bouw van wisselwoningen is gericht op een balans tussen wooncomfort en snelle inzetbaarheid.’’
De NCG heeft Maas-Flim uitgenodigd voor een gesprek over haar visie. ,,Suggesties van bewoners nemen we ook altijd in overweging.’’
De speelplaats aan de Fivelhuizen in Ten Post kwam er op initiatief van de bewoners. Foto: Anjo de Haan
Ondertussen proberen Annet en Bert Merema het nog maar een tijdje uit te zingen met de plantjes aan de schutting. ,,Het is prachtig om straks in een splinternieuw huis te wonen, maar je denkt wel: goh, was dit hele proces het nou waard?’’, zegt Annet.
Dat gevoel herkennen veel buurtbewoners, volgens Bert. ,,Je hoort veel mensen zeggen: straks een nieuw huis, maar zelf zijn we gesloopt.’’
Over het uiterlijk van de woningen zelf is Annet Merema minder ontevreden dan over de beplanting. Ze vindt het dan ook jammer dat haar blokje huizen in principe maar gebouwd is voor de duur van vijf of maximaal tien jaar. Het is de bedoeling dat de huizen daarna weer tegen de vlakte gaan. ,,Zonde met zo’n woningnood. Ze zijn prima geschikt als starterswoningen.’’
De woordvoerder van de NCG erkent dat de woningen na een aantal jaar weer worden verwijderd. ,,Bij het bouwen van de tijdelijke huisvesting houden we rekening met de tijdelijkheid van de woningen. De woningen worden na vijf jaar of maximaal tien jaar weer verwijderd.’’