In het voorjaar kunnen Josie Borger en Ybe Meesters eindelijk verhuizen naar een nieuw huis op hun oude plek in Ten Boer. Foto: Anjo de Haan
Jarenlang moesten ze ervoor knokken, maar 2025 wordt het jaar van Josie Borger en Ybe Meesters. Na een ellendig versterkingstraject verhuizen ze in het voorjaar terug naar Ten Boer. ,,De bevingen nemen af, nu de bureaucratie nog.’’
Op het gezicht van Josie Borger (70) verschijnt een glimlach als ze uit de auto stapt en naar haar nieuwe huis aan de Washuisterweg in Ten Boer loopt. Ze pakt haar camera en schiet een paar foto’s.
Het afgelopen jaar namen Borger en haar man Ybe Meesters (73) wekelijks een kijkje op het bouwterrein. Het oude huis is gesloopt, nu is het nieuwe bijna klaar: over ruim twee maanden verkassen ze terug naar hun oude plek.
Dan zit een slepend versterkingstraject erop. In 2013 deden ze hun eerste schademelding. In 2015 werd duidelijk dat het huis versterkt moest worden. Afgezien van plaatselijk schadeherstel lag er pas in 2018 een plan klaar. Het duurde tot begin 2024 voor de sloop begon. In het voorjaar is alles achter de rug.
Dit wordt het jaar van...
Wie gaat in 2025 een belangrijk jaar tegemoet? Vanwege werk of privé? Sport of politiek? Dagblad van het Noorden houdt een persoonlijk interview met een hoofdrolspeler en blikt vooruit op het komende jaar.
Met welk gevoel staan jullie hier, Ybe en Josie?
J: „Ik voel me opgelucht. Het is dubbel dat we na zo lang wachten bijna terugkunnen verhuizen. Je wordt ouder, kwakkelt vaker met je gezondheid. Ik heb heel veel zin om straks te verhuizen.”
Y: „Het had wel wat eerder gemoeten, hè. We dachten op een gegeven moment: dan kunnen we straks mooi van ons pensioen genieten in het nieuwe huis. Het is inmiddels jaren geleden sinds we met pensioen gingen.”
Waar komt dat dubbele gevoel vandaan?
Y: „Onze zoon en dochter zeiden het treffend: we zijn blij dat het huis weer op de oude plek staat, maar ons thuis is verdwenen. Voor ons voelt dat ook zo, de vertrouwdheid is weg.”
J: „Dat moeten we weer opbouwen. In het oude huis kon ik de lichtknoppen blindelings vinden, zoiets heeft tijd nodig.”
Was het wachten een zware opgave?
J: „Het duurde zó lang. Je denkt dat je er bijna bent, en dan is het ‘pas’ 2016. We hadden nog jaren te gaan.”
Y: „Allemaal regeltjes, alleen maar wachten. Het schoot maar niet op. Wij hebben nog geluk gehad dat we al jaren dezelfde bekwame projectleider bij de NCG (Nationaal Coördinator Groningen, red.) hebben. Sommige mensen krijgen elk jaar drie nieuwe. We hebben ook veel steun en meedenken ondervonden van onze aannemer. Sinds hij begon met bouwen loopt het voorspoedig en volgens planning.’’
Hoe blikken jullie terug op de afgelopen elf jaar?
Y: „Jarenlang erger je je aan het getreuzel en de onkunde.”
J: „Ik ergerde me aan mensen met een enorm bord voor de kop. Hoe kun je vanaf een bureau onze scheuren beoordelen zonder ze zelf te komen opmeten? Het is gewoon een drama. Ik denk dat het nog twintig jaar duurt voor de versterking in Groningen is afgerond.”
Y: „De bevingen nemen af, nu de bureaucratie nog.”
„Blij dat het huis weer op de oude plek staat, maar ons thuis is verdwenen.” Foto: Anjo de Haan
Hoe kwam er uiteindelijk schot in de zaak?
Y: „Vorig jaar spraken we staatssecretaris Vijlbrief. We vroegen hem aandacht voor ons verhaal. Hij was het met ons eens: dit duurde veel te lang. Twee dagen later belde de NCG. Of het door hem komt weten we niet zeker.”
J: „Maar de handtekening stond er.”
Hoe hebben jullie het afgelopen jaar beleefd?
Y: „We hebben veel geluk gehad dat we bij onze dochter in huis konden verblijven. Ze woont met haar gezin in een grote voormalige dokterspraktijk in Middelstum. Als grootouders maken we onze kleinkinderen van heel dichtbij mee. Al kunnen we hier natuurlijk minder ons eigen leven leiden.”
J: „Dat komt wel weer. Ik denk dat ik een nauwere band met mijn kleinkinderen heb gekregen. Heel fijn dat ik dat mocht meemaken.”
Y: „Dat wordt straks afkicken.”
Wat vinden jullie van het nieuwe huis?
J: „Het is prachtig. Anders dan we gewend waren, maar architectenbureau DAAD – ook verantwoordelijk voor de boerderij van Wigboldus in Garmerwolde – heeft het mooi ontworpen. Het licht stroomt door de vide naar binnen. Kleine raampjes in Oost-Groningse stijl. Van het gas af, supergeïsoleerd, alles elektrisch, zonnepanelen, vloerverwarming.”
Y: „Onze kelder krijgen we gelukkig terug. We hebben ook meteen geïnvesteerd in een nieuwe keuken.”
J: „En eindelijk eens een nieuw bed. Dat wil ik ook al zeven jaar. Ik zit te denken aan een Auping, maar ik moet hém nog meekrijgen.”
Ybe Meesters en Josie Borger voor het huis van hun dochter in Middelstum, waar ze het afgelopen jaar woonden. Foto: Anjo de Haan
Hoe gaan de laatste loodjes?
Y: „Het leverde ons jarenlang zo’n stress op. Die periode van strijd kunnen we achter ons laten. Ik hoop dat de onrust straks eindelijk voorbij is. Het wordt nog stil als we niet meer al die ontmoetingen met het bouwbedrijf hebben.”
J: „We hebben nog wat zorgen over de tuin, die is nogal verwilderd. Maar dat komt ook wel goed. Ik kreeg steeds meer gevoel bij het nieuwe huis en heb zin om er te wonen. We kunnen genoeg anekdotes over de afgelopen jaren oplepelen. Daar kun je wrokkig van worden, maar gelukkig is dat allemaal voorbij. Het einde is in zicht.”