Tjitske Rutgers doet aan de koffietafel haar verhaal. Foto: Peter Wassing
In de boekenwinkel staat Tjitske Rutgers (75) voor een wand met kaartjes. Wanneer haar gevraagd wordt aan wie zij een kerstkaartje zou schrijven, hoeft ze niet lang na te denken. „ Aan mijn dappere schoonzus.”
Aan de koffietafel van boekenwinkel Van der Velde in Groningen doet Rutgers haar verhaal, met haar jas nog aan en haar sjaal nog om. Ze is eigenlijk gestopt met het schrijven van kerstkaarten, maar voor haar schoonzus, die ze liever niet bij naam noemt, maakt ze graag een uitzondering.
Het kan zomaar voorbij zijn
In juli dit jaar krijgt haar 65-jarige schoonzus te horen dat ze ongeneeslijkziek is. Een hersentumor, en er valt niks meer aan te doen. „Ze heeft nog een jaar te leven”, zegt Rutgers bedroefd. dat geeft veel uitdagingen, want hoe zeg je vaarwel? „Je kunt niet een jaar lang afscheid nemen.”
Daarom besluiten ze vaak bij de situatie stil te staan. Zo ook in december, tijdens de verjaardag van Rutgers. Aan tafel bespreken ze dat het leven tijdelijk is en zomaar voorbij kan zijn. Rutgers vindt het bijzonder dat ze zulke open gesprekken kan hebben met haar schoonzus. Het lijkt haar niet vanzelfsprekend.
Geliefde zonvakanties
Dit zal hoogstwaarschijnlijk de laatste kerst zijn die zij en haar schoonzus samen doorbrengen. Stapje voor stapje neemt haar schoonzus afscheid van alles wat voor haar het leven de moeite waard maakt. Zoals haar kinderen en kleinkinderen. En de reizen die ze met haar man, de broer van Rutgers, maakte. Het liefst naar gebieden waar het warm is. „Ze ligt graag op het strand, mijn broer zit dan in de schaduw”, zegt ze lachend.
De laatste reis ging naar de Canarische Eilanden. Verder weg was niet verstandig, door de onzekerheid die de ziekte met zich meebrengt. Werken in de tuin, waar haar schoonzus zo van houdt, gaat niet meer. Dat is enkel nog een herinnering.
Het kerstkaartje met de notenkrakers. Foto: Peter Wassing
‘Wat is ze dapper’
Omdat het een onvoorspelbare ziekte is, weet de familie niet hoe het jaar zal lopen. „Haarkarakter kan veranderen of delen van haar lichaam kunnen uitvallen.” Haar schoonzus heeft last van epileptische aanvallen, haar broer is mantelzorger. „Ze zijn samen thuis, een geluk dat dat mogelijk is.” Terwijl Rutgers haar verhaal doet, blijft ze benadrukken hoe dapper ze de kerstkaartontvanger vindt.
Tijd om de kaart te schrijven. Wanneer ze de envelop opent kijkt ze naar de voorkant, waar notenkrakers op staan, „Aha”, klinkt er. De pen zweeft boven het papier. Ze gaat nog even broeden op de woorden.
Wie zou jij een kaartje sturen?
Er zijn bijzondere mensen die met de feestdagen een kaartje verdienen. Dagblad van het Noorden gaat de straat op een vraagt aan willekeurige voorbijgangers: wie zou jij een kaartje sturen? Het kaartje met een opbeurende boodschap wordt ter plekke geschreven en met een postzegel op de post gedaan.