Een zwaar beschadigde boerderij in Winsum. Foto: Kees van de Veen
Goed nieuws voor ondernemers, mkb’ers en agrariërs in het aardbevingsgebied: vanaf dinsdag kunnen zij een vergoeding krijgen voor de waardedaling van hun bedrijfspand. De vergoeding varieert, maar in de meeste gevallen gaat het om enkele duizenden euro’s.
De treffend gekozen naam ‘regeling waardedaling niet-woningen’ gaat over zakelijke panden, dus panden die eigenaren niet als woning gebruiken. Daarbij kun je denken aan een kantoorpand, winkel of boerenbedrijf, maar ook aan bijvoorbeeld een autowasplaats of supermarkt.
De waardedalingsregeling is in het leven geroepen om het waardeverlies te compenseren voor panden binnen het aardbevingsgebied. Zo kan het komen dat het pand minder waard werd of minder hard in waarde steeg dan een vergelijkbaar pand in een ander gebied in Nederland. De regeling geldt voor alle ondernemers en agrariërs die op 16 augustus 2012 een zakelijk pand in bezit hadden, de dag van de aardbeving bij Huizinge.
Tientallen miljoenen
In totaal verwacht het IMG zo’n tienduizend aanvragen voor de nieuwe waardedalingsregeling, waarvan naar schatting ongeveer een kwart bestaat uit agrariërs. ,,We gaan uit van tientallen miljoenen euro’s aan schadevergoeding’’, zegt algemeen directeur Olivier de Bruijne. ,,Dat varieert van een paar honderd euro tot tientallen duizenden euro’s, afhankelijk van de waarde van een pand en de waardedaling die daarbij hoort.’’
Al in september 2020 konden woningeigenaren een vergoeding krijgen voor hun huis dat minder waard was geworden. Er zijn enkele redenen waarom ondernemers jaren langer moesten wachten op een vergelijkbare regeling. Zo kon het IMG in tegenstelling tot bij de regeling voor woningen niet leunen op de destijds ontwikkelde methodiek van onderzoeksbureau Atlas Research.
‘Emotie speelt meer een rol’
,,Anders dan bij woningen, konden we niet echt goed vergelijkend onderzoek doen omdat er veel minder verkochte bedrijfspanden in het gebied zijn. We konden de methodiek niet zomaar kopiëren’’, zegt De Bruijne. Ten tweede is het effect van aardbevingen op waardedaling anders bij bedrijfspanden dan bij woningen. ,,De woningmarkt is daar gevoeliger voor. Emotie speelt meer een rol.’’
Een speciaal ingestelde commissie van het IMG onderzocht de mate van waardedaling bij bedrijfspanden en komt nu dus met een nieuw rekenmodel. Vanaf dinsdag kunnen ondernemers uit Eemsdelta, de zwaarst getroffen gemeente, de regeling aanvragen. Stapsgewijs volgen daarna bedrijfseigenaren in Het Hogeland, Midden-Groningen, Groningen en de overige gemeenten.
Het gebied waarin zakelijke objecten in aanmerking komen, is gelijk aan het gebied dat het IMG hanteert voor de regeling waardedaling woningen. Het schadeloket maakt gebruik van acht zwaartecategorieën. De hoogte van de vergoeding is daarvan afhankelijk. Zo krijgt een pand midden in de kern van het gebied meer vergoed dan een pand aan de rand (zie kader).
Overheidspanden vallen niet onder de regeling, omdat deze niet op de markt verhandeld worden. Ook landbouwgrond valt er niet onder. Het IMG concludeerde dat dit soort grond niet gevoelig is voor waardedaling. ,,We hebben de agrarische sector daar al over geïnformeerd.’’
Door zowel de WOZ-waarde als de locatie van een bedrijfspand kan de vergoeding per ondernemer sterk verschillen. Neem een hypothetische bakker uit Delfzijl die boven zijn winkel woont, met een WOZ-waarde van 620.000 voor zijn hele pand en 370.000 euro voor de bakkerij. Hij valt in zwaartecategorie 4 en krijgt door de WOZ-waarde een waardedalingspercentage van 4,3 procent. Dat komt neer op bijna 17.000 euro schadevergoeding.
Maar een kleine ondernemer uit bijvoorbeeld Appingedam met een WOZ-waarde van 250.000 euro krijgt iets meer. Die valt binnen zwaartecategorie 8 en voor hem geldt een waardedalingspercentage van 10,5 procent. Dat komt in dit geval neer op een vergoeding van 29.000 euro.
Ondernemers of agrariërs met een kleiner pand krijgen volgens het rekenmodel van het IMG in de meeste gevallen iets meer uitgekeerd dan eigenaren van grotere bedrijfspanden, zoals supermarkten en grote winkels. ,,Hoe professioneler en groter een bedrijf, hoe minder waardedaling op de ondernemer drukt’’, zegt De Bruijne.