Kinderen in het aardbevingsgebied hebben het zwaar: scholen krijgen nu al geld voor extra activiteiten (zoals hier op obs De Achtbaan in Hoogezand), maar volgens nieuwe IMG-onderzoek is veel meer nodig om de mentale nood te lenigen. Foto: Peter Wassing
De geestelijke nood onder kinderen en jongeren in het aardbevingsgebied in Groningen neemt vormen aan van een acute crisis. Een crisisaanpak is nodig om problemen in hun volwassen leven te voorkomen.
Dat is de rode draad uit een onderzoek dat het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) donderdag presenteert tijdens een symposium voor regionale bestuurders, onderwijsinstellingen en hulpverlenende instanties. Het rapport is bedoeld als handreiking om te komen tot een gezamenlijke aanpak.
Kinderen in het aardbevingsgebied hebben het zwaar, blijkt uit een rondvraag door de Hanzehogeschool onder zorgverleners en onderwijzers. Niet alleen de onrust in de bodem heeft grote mentale impact op veel jongeren, maar ook de gevolgen daarvan in hun thuissituatie, op school en in hun leefomgeving.
Stress bij ouders raakt ook kinderen: ontwikkeling onder druk
Ouders zitten in onzekerheid over bevingsschade en herstel en de stress in huis raakt ook hun kinderen. Zeker als ze langdurig uit hun woning en vertrouwde omgeving moeten voor de versterking van hun ouderlijk huis of na sloop moeten verhuizen naar een nieuw huis op een andere plek.
Dat zorgt voor stress en problemen als concentratieverlies, slapeloosheid en bedplassen onder jongeren tot 17 jaar, zien hulpverleners en leerkrachten. Het is nog te vroeg voor harde cijfers over dalende schoolprestaties, maar ook die staan wel degelijk onder druk, zeggen onderzoekers Susan Ketner van de Hanze en Ria Reis.
Als de regionale overheden niet op heel korte termijn de handen ineenslaan met onderwijs, (jeugd)zorg en andere betrokken instanties, loopt de generatie die nu opgroeit in Groningen blijvende schade op in haar ontwikkeling, waarschuwen de onderzoekers.
Nú ingrijpen om spiraal te doorbreken voor toekomstige generaties
En dat werkt niet alleen door in hun eigen toekomstkansen, maar ook in die van hún kinderen, weet onderzoeksbegeleider Reis. Zij verwijst naar Limburg dat vele tientallen jaren na sluiting van de mijnen nog altijd kampt met forse psychosociale achterstanden, die van generatie op generatie worden doorgegeven. „Als je daarin iets wilt veranderen, moet je nú iets doen.”
Er is op zich al een ruim hulpaanbod in Groningen om jongeren op de rails te houden. Maar dat is wel versnipperd, meestal projectmatig en lokaal gestuurd per gemeente. Om écht vooruitgang te boeken, is meer regie en samenwerking nodig. Het IMG-rapport koppelt de bevindingen aan een reeks aanbevelingen om daar werk van te maken met een gezamenlijk ‘masterplan’.
Voor jongeren in een relatief stabiele gezinssituatie doen simpele spel-, sport- of creatieve activiteiten vaak al veel voor een optimistischer levensbeeld. Maar voor kinderen die kampen met autisme of ontwikkelingsproblemen is (veel) méér nodig. Laat staan voor klasgenoten waar de aardbevingsperikelen thuis nog bovenop armoede en geestelijke- of verslavingsproblemen komen.
Weerbaarheid ouders en kennis bij professionals moet omhoog
Meer mentale ‘weerbaarheid’ bij ouders moet daarom een van de speerpunten zijn in het masterplan, dat de onderzoekers voor ogen staat. Maar ook bij het onderwijs ligt een belangrijke taak om de neerwaartse spiraal om te buigen. „Dat kan niet zonder extra geld voor meer menskracht en aandacht voor kinderen”, vindt Hanze-onderzoeker en lector Ketner.
Temeer omdat begeleiding nu nog te veel bij individuele leerkrachten ligt: onderwijzers die zelf worstelen met hun schadedossiers willen hun leerlingen niet altijd ‘lastigvallen’ in de klas met de problematiek, collega’s van buiten het gebied hebben er minder voeling mee en herkennen geestelijke nood daardoor vaak niet.
In het algemeen moet er daarom meer ‘aardbevingsgeletterdheid’ komen bij begeleiders: gevoel voor de specifieke problemen waar kinderen in de regio mee kampen én kennis van passende hulpverlening. Niet alleen bij onderwijzers, maar bij alle professionals die in contact staan met kinderen.
‘Wij dragen er als IMG óók toe bij dat mensen de weg kwijtraken’
„Het is aan de regionale bestuurders om die handschoen op te pakken”, zegt verantwoordelijk IMG-bestuurslid Els van Schie. Niet voor niks zijn de eerste exemplaren van het onderzoek voor de Groningse ‘aardbevingsgedeputeerde’ Susan Top en Henk Nijboer, die als kwartiermaker een Sociale Agenda uitstippelt in het kader van Nij Begun, het ontwikkelprogramma waarvoor het Rijk de komende dertig jaar in totaal 7,5 miljard in Groningen pompt.
Met het onderzoek en beleidsaanbevelingen verbreedt het IMG zijn feitelijke opdracht, licht Van Schie toe. Het instituut is opgericht om het herstel van de aardbevingsschade te begeleiden en financieren. Maar die schade zit hem niet alleen in huizen, ook voor de mensen is herstel nodig. Steeds meer richt het instituut zich daarom ook daar op.
„Als IMG voelen wij nadrukkelijk een verantwoordelijkheid voor het mentale schadeherstel”, zegt Van Schie. „Wij dragen er zelf óók toe bij dat mensen de weg kwijtraken. Vastlopen in procedures geeft gewoon stress. Dus daar ligt een grote taak voor het IMG maar ook de Nationaal Coördinator Groningen: het moet écht milder, menselijker en makkelijker.”
Instituut wil meepraten: ‘Wij laten dit niet zomaar in de pot vallen’
Voor opdrachtgever IMG én Hanze-lector Ketner is het offensief voor meer en betere zorg voor de jeugd dan ook nog niet klaar met het nu gepresenteerde onderzoek. Beide blijven nadrukkelijk betrokken bij de uitwerking van de aanbevelingen. „Wij laten het niet zomaar in de pot vallen bij de regionale bestuurders, zo van: veel plezier ermee”, verzekert Van Schie. „Onze ambitie is dat hier nu echt iets mee gebeurt.”