Ieder jaar reikt de deltacommissaris op het Nationaal Deltacongres 'het Zonnetje' uit. Dit jaar aan een burgerinitiatief in Tilburg. Foto: Deltacongres/Beekman
Voor het veertiende Deltacongres in Groningen kwamen donderdag 1500 personen – vooral ambtenaren van overheden en waterschappen – overal uit het land om na te denken hoe Nederland veiliger kan worden voor het stijgende water. Het thema is actueler dan ooit.
Bescherming tegen water. Dat thema op het Deltacongres in het Martiniplaza in Groningen is actueler dan ooit. Woensdag nog meldde minister Mark Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) in de Tweede Kamer dat meer duinen en dijken moeten worden versterkt om in 2050 overal te voldoen aan de nieuwe strengere normen voor waterveiligheid. Dat moet ruwweg tussen de 15 en 33 miljard euro extra kosten. De precieze kosten is door „vele onzekerheden” omgeven, aldus Harbers.
Paniek is niet nodig. Uit het nieuwste rapport van het Kennisprogramma Zeespiegelstijging bleek donderdag tevens dat de Nederlandse dijken de eerste drie meter van de zeespiegelstijging technisch nog wel aan kunnen. Dat blijkt uit nieuwe modellen. Tegelijk klinkt een waarschuwing: we kunnen niet achterover hangen, maar moeten blijven meebewegen.
Les 1: Geef ons heden ons dagelijks brood, en af en toe een watersnood
Investeren om de klimaatverandering bij te benen blijft nodig en vooral door (kleine) rampen blijven mensen dat zien. Niet voor niets luidt de gevleugelde variant van het onzevader onder dijkgraven: ‘Geef ons heden ons dagelijks brood, en af en toe een watersnood.’
Zulke rampen komen best nog wel eens voor, zoals tijdens de overstromingen in Limburg in 2021. Maar vaak gaat het net goed. Zo was er eerder deze maand een gebeurtenis die amper publiciteit kreeg omdat het nét goed ging.
De waterstanden op het Noordzeekanaal, het Amsterdam-Rijnkanaal en in de Amsterdamse grachten stegen in de nacht van woensdag 1 op donderdag 2 november plotseling zó snel dat het water bij de buitendijkse woningen aan de Houthavens in Amsterdam tot aan de ramen stond. De oorzaak: een storing in het spuicomplex. Zoiets zou ook in Groningen kunnen gebeuren.
We kunnen niet altijd blindelings op de techniek vertrouwen, zo meldde rijksbouwmeester Francesco Veenstra tijdens echt congres. ,,Veilig wonen blijft niet meer een vanzelfsprekendheid. We moeten het vizier afstellen op de lange termijn: op de 22ste eeuw. We moeten handelen.”
Les 2: Alles kost veel, maar de hand ophouden wordt niet gewaardeerd
Handelen kost geld. Deze veertiende editie van het jaarlijkse Deltacongres in Groningen vroeg aandacht voor projecten als de brede groene dijk bij de Dollard, waterbergingsgebied De Onlanden, gebiedsontwikkeling van zuidelijk Westerkwartier, de dubbele dijk bij Delfzijl of ontwikkeling van ’t Roegwold aan de oostkant van Groningen. Allemaal klimaatadaptieve projecten die flink kapitaal vragen.
Tijdens het Deltacongres in Martiniplaza kon Groningen laten zien wat er allemaal in de provincie gebeurt. Foto: Deltacongres/Martijn Beekman
Voor de toekomst van dat geld richtte commissaris van de koning, René Paas, zich expliciet tot Den Haag. „We hebben veel te verwachten van Den Haag: duidelijkheid wat er moet gebeuren in landelijk gebied én het geld om wonderen tot stand te brengen. Dat kun je niet van provincies, gemeenten of waterschappen verwachten. Er is maar één overheid met onuitputtelijk diepe zakken.”
Jan Wijmenga zit in het publiek en schudt zijn hoofd. Hij is bestuursadviseur van minister Harbers en houdt niet van deze taal. „Dit is precies de reden waarom hij niet zo geliefd is in Den Haag”, vertrouwt hij zijn buurman toe. Volgens hem zijn de woorden van Paas ook onwaar. Door inflatie en stijgende rente bij het afbetalen van staatsschulden, kan niet meer alles.
„Het Noorden weet Den Haag altijd goed te vinden”, meldt de bestuursadviseur. Vaak zijn bestuurders hier te weinig doordrongen van het feit dat ze niet alleen de hand moeten ophouden, vindt Wijmenga.
Hij noemt de noordelijke wens voor sluisverbreding bij Kornwerderzand als voorbeeld, iets wat de commerciële scheepvaart ten goede zou komen. Maar als je de sluizen verbreedt, komt er te veel zout water het IJsselmeer binnen. Daardoor komt de drinkwaterinname bij Andijk in gevaar. Een technische oplossing is – simpel gezegd – een diep gat op de bodem, waar zout water in zinkt. „Maar dat is erg duur. En op dit moment zal daar echt wel geld vanuit het Noorden bij moeten, voor zulke plannen doorgaan.”
Les 3: Het ‘gevaar’ komt van vier kanten
De zeespiegel stijgt. Rivieren voeren water aan. Buien worden heftiger. En uit de bodem komt zoute kwel. Blijven pompen is niet altijd de oplossing: de zee stijgt te rap en de kwel komt te hoog. De natuur is niet tembaar en stuurbaar en dus moeten we plek creëren om water vast te houden als het water plotseling van alle kanten op ons af komt.
Initiatiefneemster, Lucy Bathgate, zorgde in de wijk voor een grote vijver, een beek en een speelplaats met fonteinen die met elkaar in verbinding staan. Bathgate spoort ook anderen aan om zulke projecten op te zetten. „Kijk op loopafstand in je eigen omgeving: waar was het water, waar is het water nu en waar zijn kansen voor water.”