‘Nina’ (2016) door Hans Hoekstra, acrylverf op doek (100 bij 140 centimeter). Foto: Eric Bos
In het Drents Museum kunnen we zien hoe het figuratieve schilderen in het Noorden de kunstwereld terugveroverde. Het museum verzamelde 75 jaar figuratie en maakte daarvan een prachtige expositie.
De tentoonstelling Gen F in het Drents Museum betekent Generatie Figuratie. In de prachtig ingerichte grote zaal laat het museum zien wat figuratie is en is geweest, de afgelopen 75 jaar.
Figuratie is het schilderen en beeldhouwen van herkenbare dingen, zoals Eddy Roos, Pieter Pander, Clary Mastenbroek, Frank Lisser, Henk Helmantel. Niet met elkaar te vergelijken, maar allemaal figuratie. Alles tussen bijna abstract en hyperrealistisch.
Je zou denken: figuratie is er toch altijd geweest? Gewoon op een strikt eigen manier de werkelijkheid om je heen weergeven. Maar dan vergeten we dat dat in de naoorlogse kunstwereld werd beschouwd als ouderwets, reactionair en onacceptabel. Stijlen en bewegingen als Nul-kunst en conceptuele kunst, kortom het modernisme, tolereerden geen figuratie.
Fascist
Musea, galerieën en kunstcritici gingen daarin mee. De kunstacademies volgden later. De tegenstelling leidde zelfs tot vechtpartijen in kunstenaarskroegen. Schilder Matthijs Röling werd in de jaren 70 door collega’s vanwege zijn figuratieve stijl uitgescholden voor fascist.
De enige academie die indertijd les in klassiek schilderen gaf, was Academie Minerva in Groningen. De docenten waren in de jaren 70 en 80 de eersten die een nieuwe impuls aan de figuratie gaven. Ze kregen zelfs het stempel Noordelijke Figuratieven, onder wie Wout Muller, Diederik Kraaijpoel, Ger Siks – allemaal vertegenwoordigd op Gen F. Maar ook de nieuwste generatie.
In het laatste kabinet van Gen F in het Drents Museum hangt bijvoorbeeld een schilderij van kunstenaar Hans Hoekstra. Wat we zien is een jonge vrouw die zich ruggelings op een bed heeft laten vallen, de armen gespreid. Ze kijkt ons recht aan, haar helblauwe ogen geven bijna licht. We kennen dit schilderij inmiddels, want het is het boegbeeld van de tentoonstelling.
Hans Hoekstra (1983) is een mooi voorbeeld van eigentijdse figuratie. Zijn voorstellingen van mensen, stillevens en situaties hebben sterke abstracte en expressionistische eigenschappen. Het gaat hem niet om een realistische weergave, zijn mensfiguren zijn bijvoorbeeld uitgerekt weergegeven.
Zalig nietsdoen
Zijn stijl doet denken aan bijvoorbeeld de Amerikaanse schilder Elizabeth Peyton, zeker wat de onderwerpen betreft: eigentijdse jonge mensen in informele situaties, twee vrienden op een bed, kennissen, collega’s. Zelf noemt Hoekstra de Amerikaanse schilder Alice Neel als voorbeeld.
Je zou ook kunnen zeggen: zijn manier van figuratief schilderen beeldt een generatie uit die niets om handen lijkt te hebben, voorstellingen zonder enige betekenis. Alles is zoals het is.
Kijk maar naar Nina. Ze is een vriendin van de schilder en evenals hij op Minerva afgestudeerd. Ze is gewoon op bed gaan liggen, uit verveling of om lekker niks te hoeven. Hij heeft haar direct naar het leven geschilderd, zoals ze daar ineens lag met haar rode haar op een geel kussen in een blauwe blouse boven een zwarte maillot. En naar hem keek. Een onbekommerd portret van zalig nietsdoen.
Gen F, 75 jaar figuratieve kunst, Drents Museum, Assen. Open: di t/m zo 11-17 uur. T/m 17 augustus.