Ronald Plasterk als beoogd nieuwe minister-president van Nederland. Bijna vijftig jaar PvdA-lid, is de ondernemer nu gevraagd om namens vier rechtse partijen een kabinet leiden.
Ronald Plasterk als beoogd nieuwe minister-president van Nederland. Bijna vijftig jaar PvdA-lid, is de ondernemer nu gevraagd om namens vier rechtse partijen een kabinet leiden. Als columnist wist hij te verrassen en te provoceren, als politicus gaf hij kleur aan het ministerschap. Met zijn waarschijnlijk volgende avontuur zal hij hoe dan ook de geschiedenisboeken in gaan.
Columnist De Telegraaf
Het viel hem zwaar, de kritiek uit zijn eigen PvdA nadat hij als columnist voor De Telegraaf aan de slag was gegaan. Decennia was Ronald Plasterk (67) overtuigd sociaaldemocraat en bivakkeerde hij, nadat voorman Wouter Bos de moleculair bioloog in 2007 naar Den Haag haalde, tien jaar aan het Binnenhof als minister en Tweede Kamerlid. Een hart voor de publieke zaak dus, het was de reden waarom hij op het verzoek van PVV-leider Wilders inging om verkenner, informateur en nu premier te worden.
Markant is de politicus Plasterk zonder meer. Als minister van Onderwijs drukte hij zijn stempel op een vernieuwde NPO, extra geld voor leraren en het hoger onderwijs. Zijn cultuurportefeuille maakte hem een veelgeziene gast op tal van premières, wat hem in Balkenende-IV ook wel de bijnaam ’minister van Feesten en Partijen’ opleverde. Het interesseerde hem geen klap. Een prikbord met de vele societyfoto’s verrijkte zonder gêne zijn woning. Een tikkie ijdelheid is de verondersteld nieuwe minister-president dan ook niet vreemd.
Baanbrekend was hij ook. Als eerste minister voer hij tegen de zin van enkele christelijk-conservatieve collega’s in het kabinet mee tijdens de Amsterdamse gaypride, met speciaal regenboog-gevoerd colbertje dat hij openklapte voor het joelende publiek. De toeschouwers vonden het prachtig.
Dat hij ook een flapuit kan zijn, brak hem tijdens zijn ministerschap op Binnenlandse Zaken op rond een interview over de AIVD. Zelfrelativering was niet ver weg, toen hij enige tijd later voor een nieuwe hartklep onder het mes moest. Zijn reactie na de operatie: „Ik heb geleerd mijn klep te houden.”
Na Rutte-II verliet hij in 2017 de politiek. Zijn wetenschappelijke carrière was goeddeels voorbij en dus begon hij in de private sector te werken aan de ontwikkeling van een kankermedicijn. Zijn oude hobby, eerder was hij columnist bij de Volkskrant en Buitenhof, pakte hij op bij De Telegraaf. Daarbij spaarde hij ook zijn eigen partij niet, waar hij van meende dat onder Diederik Samsom de afbraak van de sociaaldemocratie werd georganiseerd. Ook op de huidige PvdA/GL-leider en oud-eurocommissaris Frans Timmermans had hij flinke kritiek.
Het leverde hem wagonladingen zuur op vanuit de linkse kathedraal. Partijgenoten vonden hem een verrader. Plasterk zelf keek daar heel anders tegenaan. Het was niet híj die was veranderd, het was de PvdA.
Plasterk waarschuwt al jaren voor het verdwijnen van het cement dat de PvdA bij elkaar had moeten houden en groeide uit tot een fel tegenstander van de fusie met GL. Hij herkende zich in de analyse dat de sociaaldemocratie een compromis was tussen progressieve hogeropgeleiden en het zogenaamde ’welbegrepen eigenbelang der arbeidersklasse’. „De oude SDAP (voorganger PvdA, red.) werd om die reden grappend de Schoolmeesters-, Dominees- en Advocaten-Partij genoemd”, aldus Plasterk in zijn Telegraafcolumn van 25 februari 2022.
„Dat evenwicht werd door de essayist Paul Bordewijk (hij was ooit PvdA-wethouder in Leiden en ik steek nog steeds veel van hem op) eens samengevat als een stille afspraak: de intellectueel zegt tegen de arbeider ’als jullie ons abstracte kunst laten subsidiëren, dan zorgen wij voor jullie lonen en uitkeringen’”, schreef Plasterk. „Die afspraak is er niet meer, en het was niet de arbeider die hem heeft opgezegd.” Het is een zienswijze die ook door PVV-huisideoloog Martin Bosma is gemaakt: de gewone man lijkt tegenwoordig meer te zoeken te hebben bij de PVV dan bij de PvdA.
De Haagse Amsterdammer voorzag na de verkiezingen van 22 november dat PVV, VVD, NSC en BBB snel een kabinet zouden kunnen vormen. Dat dit anders uitpakte, ondervond hij aan den lijve toen hij als informateur zag hoe moeizaam gesprekken tussen het rechtse viertal verliepen. Zijn formatiepoging eindigde met slaande deuren en een sneer naar de toenmalige spelbreker Pieter Omtzigt (NSC) over het lenen van Plasterks dienstauto om journalisten te gaan bijpraten over de breuk.
Achteraf niet zo chique, realiseerde hij zich zelf ook en de twee spraken naar verluidt af om snel een kopje koffie te drinken om de zaak uit te praten. Dat Plasterk nu beoogd premier is, duidt er op dat de confrontatie niet bepalend is geweest voor Omtzigt om Plasterk af te keuren. Aan de andere kant is de vraag hoeveel ruimte de NSC-leider daar in feite nog toe had, nadat hij eerder al van Wilders eiste om zelf van het premierschap af te zien. Dat was politiek een enorme aderlating voor de grote winnaar van de verkiezingen.
Met de Trèveszaal is oud-minister Plasterk goed bekend. Als beoogd voorzitter van de ministerraad wacht hem een nieuwe uitdaging in het landsbestuur. Niet alleen moet hij een extraparlementair kabinet leiden dat een lossere verhouding met de ondersteunende coalitiefracties dient te onderhouden, hij wordt het boegbeeld van de eerste regering na de periode-Rutte. Zijn kabinet zal met een minder gevulde schatkist grote problemen moeten aanpakken. Zijn ploeg zal bovendien voor het eerst in de geschiedenis PVV-ministers kennen, wat bij een flink deel van de bevolking omstreden is.
PvdA/GL-leider Frans Timmermans verliet Brussel om premier te worden. Hij had nooit durven dromen dat de sociaaldemocraat die het Torentje in mag om Rutte op te volgen waarschijnlijk zijn aartsrivaal Ronald Plasterk zal zijn. Dat Timmermans al heeft aangekondigd dat Plasterk geroyeerd zal worden als hij meewerkt aan een kabinet met de PVV geeft een veelzeggend inkijkje in de toekomstige omgangsvormen tussen oppositieleider en premier.
Als moleculair bioloog was Plasterk een van de slimsten in zijn vakgebied en veelgeprezen. Als minister wist hij -zeker in zijn tijd op Onderwijs- een gezichtsbepalend en populair politicus te worden. Als ondernemer wist hij zijn bedrijf voor kankeronderzoek onlangs fortuinlijk te verkopen. En als columnist was hij een van de spraakmakendste van het land.
De uitdaging om als premier de ingewikkelde Nederlandse politiek de baas te worden zal evenwel de grootste uitdaging van zijn leven worden. Met een natuurlijke achterban die uit een heel ander hout is gesneden dan waar hij zich decennia thuis voelde, wacht voor de eerste sociaaldemocraat sinds Wim Kok in het Torentje een wilde rit.