Allemaal heb ik ze niet gezien of beluisterd, de interviews met en de debatten tussen de lijsttrekkers. Maar naarmate ik er meer zag, des te meer ik ervan overtuigd raakte dat je bij de doorsnee politicus-lijsttrekker niet aan hoeft te kloppen voor hetgeen waar het in het leven werkelijk om draait.
Dat laat zich treffend illustreren met iets waarover die lijsttrekkers het met geen woord met elkaar of met het publiek gehad hebben. Omdat ze het niet durfden. Omdat ze bang zijn hun (potentiële) kiezers of kijkers daarmee af te schrikken. Waar ze geen enkele moeite hebben om met elkaar in gesprek te gaan over het thema ‘kwaliteit van leven’ stuiven ze als angsthazen uiteen als het thema ‘kwaliteit van sterven’ wordt aangekaart, want daarover heb ik het.
Ik beoordeel de absolute afwezigheid van aandacht daarvoor als zowel verwonderlijk als verwijtbaar. Verwonderlijk omdat jaarlijks vele tienduizenden Nederlanders kampen met doodswensen en ettelijke duizenden hun doodswens in daadwerkelijke zelfdoding omzetten.
Verwijtbaar omdat door het er in verkiezingstijd niet over te hebben domweg wordt genegeerd wat via hulpmiddelen als Stemwijzer en Kieskompas met stellingen wel aan de kiezer is gevraagd om te bepalen bij welke partij iemands voorkeuren op het vlak van (zelf)doods- en stervenshulp het beste passen.
Ik noem er drie: 1) ‘Mensen die klaar zijn met hun leven moeten hulp kunnen krijgen bij hun zelfdoding’; 2) ‘Ouderen die vinden dat hun leven voltooid is mogen met professionele hulp een einde aan hun leven maken’; 3) ‘Psychisch lijden mag geen reden voor euthanasie zijn’.
Goede dood
Aan geen enkele politicus is in de praatprogramma’s de vraag gesteld welke van deze stellingen ze onderschrijven en waarom. Evenmin als wat onder hulp bij zelfdoding wel en niet moet worden verstaan. Is het op verzoek van betrokkene beschikbaar stellen van (dodelijke) middelen in de vorm van pillen hulp bij zelfdoding? Lijkt me wel.
Maar wat als een middel op diens verzoek bij betrokkene wordt geïnjecteerd? Dat is geen hulp bij zelfdoding, want de betrokkene doodt zichzelf niet. Velen zullen daarom zeggen dat het euthanasie is – letterlijk: goede dood – want een dood die door betrokkene gewenst is. Maar veel anderen zullen zeggen: ‘Hoho, dat gaat zomaar niet. Het is pas een goede dood als aan een aantal voorwaarden is voldaan’.
Een van de voorwaarden is dat betrokkene ondraaglijk lijdt zonder redelijk zicht op verbetering. Maar opnieuw, lang niet iedereen is het daarmee eens en begrijpelijk terecht. Je kunt toch ook gewoon levensmoe zijn en niet lijden aan een of meer fysieke of psychische stoornissen en toch hulp wensen voor het beëindigen van je leven op een fatsoenlijke wijze voor zowel jezelf als voor je nabestaanden en de samenleving als geheel.
Is levensmoeheid een medisch probleem?
Een andere veelgehoorde voorwaarde is dat een arts actief bij de levensbeëindiging betrokken moet zijn. Maar waarom eigenlijk? Is levensmoeheid primair een medisch probleem dan? En dus hulp bij zelfdoding primair een medische interventie?
Maar wat dan als die hulp primair bestaat uit het geven van praktische adviezen aan betrokkene op diens verzoek? Zoals voor het effectief versterven of het effectief inademen van bepaalde gassen of voor het je nabestaanden wel of niet betrekken bij je voorgenomen zelfdoding?
De onderliggende cruciale vraag is natuurlijk wie mag hulp bij zelfdoding geven, waaruit mag die hulp al dan niet bestaan en moet die hulp in beginsel strafbaar blijven? Daarover had het de afgelopen weken in ieder geval moeten gaan. Maar het is nog niet te laat.
diekstra.rene@gmail.com
113
Praten over zelfdoding helpt. De hulplijnen van 113 zijn elke dag 24 uur beschikbaar via 0800-0113 of www.113.nl.