Volgens een reeks van studies, internationaal en nationaal, is er in de afgelopen 10 tot 15 jaar een sterke teruggang geweest in de psychische gezondheid onder meisjes in wat gewoonlijk de adolescentieleeftijd wordt genoemd, circa 11-17 jaar.
Die afname valt samen met de toename van het gebruik van de smartphone en van internetplatforms zoals Instagram en TikTok, voor het delen van persoonlijke gevoelens, voorkeuren, gedrag, consumptiepatronen en relaties.
Het gaat hier nadrukkelijk niet om het toevallig in tijd samenvallen van twee ontwikkelingen, maar om een causaal verband: meer smartphonegebruik en meer socialemediagebruik veroorzaken een sterkere afname van psychisch welbevinden bij meisjes, maar niet bij jongens.
Dat heeft onderzoekers ertoe gebracht zich te buigen over de vraag: wat maakt meisjes in het bijzonder kwetsbaar in dezen?
Generatie angststoornis
Een van die onderzoekers is sociaal-psycholoog Jonathan Haidt, hoogleraar aan de Universiteit van New York en auteur van het recente indrukwekkende werk The Anxious Generation (dat in juni in het Nederlands verschijnt als Generatie Angststoornis), dat de vraag behandelt ‘hoe komt het dat in landen als het onze recent sprake is van een epidemie aan psychische problemen, met name onder adolescente meisjes?
Haidt wijt dit aan vier factoren. Op de eerste plaats worden meisjes sterker beïnvloed door wat hij noemt ‘visuele sociale vergelijking en perfectionisme’.
Volwassen worden gaat gepaard met onzekerheidsgevoelens en een sterke neiging jezelf uiterlijk te vergelijken met anderen, wat geldt zowel voor jongens als voor meisjes. Maar voor meisjes ligt meer dan voor jongens de nadruk hierop omdat hun sociale positie sterker bepaald wordt door uiterlijke schoonheid en sexappeal.
Op sociale media worden meisjes daarop meer beoordeeld dan jongens en geconfronteerd met schoonheidsstandaarden die moeilijker te bereiken zijn. Vandaar dat meisjes minder tevreden zijn met zichzelf dan jongens.
Reputatie en acceptatie
De tweede factor, aldus Haidt, is dat agressie onder meisjes vooral relationeel gericht is. Als een meisje een meisje wil treffen dan doet ze dat door te proberen haar te raken in haar relaties. Door over haar te roddelen, haar vriendinnen tegen haar op te zetten, onderlinge onenigheid te creëren.
Leidt dat er toe (en dat doet het niet zelden) dat haar reputatie en sociale acceptatie eraan dreigen te gaan, dan stijgt haar angstniveau, raakt ze eerder depressief en niet zelden zelfs suïcidaal. Suïcidepogingen, zo tonen ook mijn eigen studies aan, komen aanzienlijk vaker voor onder meisjes dan onder jongens.
De derde factor is dat meisjes hun emoties en problemen gemakkelijker met andere meisjes delen en dat negatieve gevoelens besmettelijker zijn dan positieve. Als een meisje depressief raakt dan neemt het risico op depressie bij haar vriendinnen significant toe. Bij jongens is er nauwelijks zo’n besmettingseffect.
Blootstellen
De vierde factor is dat meisjes vaker worden blootgesteld aan dwang en drang waar het gaat om seks, ze zijn op sociale media vaker doelwit van seksuele verlangens en dwang van (volwassen) mannen. Maar ook zijn ze vaker slachtoffer van school- of groepscultuur waarbij jongens of mannen hen letterlijk en figuurlijk blootstellen (via naaktfoto’s of bangalijsten).
Om gevoelens van angst en schaamte te vermijden of af te weren, voelen meisjes zich dan of gedwongen zich te conformeren of zich te isoleren.
Conclusie? Sociale media en smartphones schaden meisjes meer dan jongens. Dat moet stoppen.