Het duurde even voordat ik het doorhad. Wat zijn ze gezellig informeel, dacht ik in het begin, als ik in de lobby van mijn woonflat werd begroet met ‘Hallo Ibu Saskia!’ Inmiddels weet ik dat de receptionist van mijn woonflat juist heel beleefd is. Dat hij mij bij mijn voornaam noemt is helemaal niet informeel bedoeld.
Er wordt in veel landen in Zuidoost-Azië namelijk geen onderscheid gemaakt tussen voor- en achternaam. Er is doorgaans geen familienaam. Zo is de Indonesische president Joko Widodo de zoon van vader Widjiatno Notomihardjo en moeder Sudjiatmi. Zijn moeder heeft, zoals een groot deel van de Indonesiërs, maar één naam. Sommigen hebben er twee. Anderen dragen wel drie, vier of vijf namen. En meestal is één van die namen de gangbare aanduiding.
Zo interviewde ik onlangs parlementariër Dyah Roro Esti Widya Putri. Zij gebruikt de naam Esti. Niemand die haar aanspreekt met de hele rits aan namen. Soms hebben namen bijzondere betekenissen. De namen Widya Putri verwijzen in haar geval naar haar vader. Het betekent letterlijk: ‘Dochter van Widya’. Voluit heet haar vader namelijk Satya Widya Yudha.
Een hele puzzel zijn
Het is dus niet per se informeel om iemands eerste naam te gebruiken. Integendeel, Indonesiërs zijn juist vaak heel formeel. Iemand op de juiste manier aanspreken kan een hele puzzel zijn. Een volwassen man spreek je aan met ‘pak’ (voluit bapak), dat vader of meneer betekent. Een volwassen vrouw noem je ‘ibu’ (mevrouw of moeder). Een jongere man kun je aanspreken met ‘mas’ (jongeman of broer) en een jongere vrouw met ‘mbak’ (juffrouw of zus). Ik heb de leeftijd dat ik geen mbak meer wordt genoemd, het is daarom ‘Ibu Saskia’.
Namen kunnen heel creatief zijn. Vorig jaar interviewde ik een boer die Bahagia heette, letterlijk ‘Geluk’. „Omdat mijn ouders zo gelukkig met mij waren,” grijnsde hij. Namen kunnen gedurende je leven wijzigen. Soms komt er een bij. Of hij verdwijnt. President Joko Widodo droeg in de eerste instantie de naam Mulyono. Omdat Widodo als jong kind vaak ziek was, veranderden zijn ouders zijn naam in de hoop dat een nieuwe naam het einde zou markeren van de zwakke gezondheid. ‘U zult het misschien niet geloven, maar na mijn nieuwe naam ben ik nooit meer ziek geweest,’ vertelde hij aan biograaf Alberthiene Endah.
Ik ontdek via de herkomst van namen steeds meer lagen in de cultuur. De naam of titel ‘Haji’ mag je dragen als je op bedevaart (haj) naar Mekka bent geweest. Andere namen duiden op een clan-identiteit. Zo is iemand met de naam Siregar verbonden aan de gelijknamige Batak-clan. Ook kan een van de namen een overgeërfde adellijke titel zijn. Ik ben bijvoorbeeld in Atjeh al verschillende Teuku’s tegengekomen en in Bali een ‘Tjokde’, beide verwijzen naar een aristocratische familielijn.
In Indonesië, maar ook in Maleisië en de Filippijnen worden honderden talen gesproken. En afhankelijk van de taal kan het naamgebruik ook weer anders zijn. Mensen met een Chinese afkomst, maar ook veel Vietnamezen en Cambodjanen, hebben wel een voor- en achternaam, maar noemen eerst de familienaam en dan de roepnaam. Xi Jingping is dus Jingping uit de familie Xi.
Zo correct mogelijk
Soms duizelt het. Als journalist wil ik uiteraard zo correct mogelijk zijn. Als ik een artikel schrijf, wil ik het liefst de Indonesische, Maleisische of Thaise gewoonte overnemen, maar dat kan niet zonder een bijsluiter mee te geven. Hoe vaak heb ik de zinsnede ‘die zoals veel Indonesiërs één naam heeft’ wel niet opgeschreven?
Het viel me op dat bij het verslaan van de Indonesische verkiezingen veel buitenlandse media ook met de naamgeving worstelen. De een schrijft eerst Prabowo Subianto en houdt daarna ‘Prabowo’ aan, zoals de meeste Indonesiërs normaal zouden vinden. Anderen blijven bij ‘Meneer Subianto’, wat in Indonesië ongebruikelijker is.
Ik ben dus Ibu Saskia. En als ik gegniffel hoor, dan is dat omdat mijn naam bij veel mensen onmiddellijk beelden oproept van een sexy Indonesische danseres die ook Saskia heet.
Iedere week hebben we een column van Onze Vrouw/Man, een mediacorrespondent uit een ander continent. Saskia Konniger (Eibergen, 01-11-1974) is sinds 2022 freelance correspondent Zuidoost-Azië voor onder andere NRC, NOS, BNR, De Groene Amsterdammer, VPRO’s Bureau Buitenland. Daarvoor was ze correspondent India.
Ze schreef twee boeken over India en een avonturenroman over China. Ze studeerde kunstgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht en deed een postdoctorale opleiding radio- en televisie-journalistiek aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze woont momenteel in Jakarta, de hoofdstad van Indonesië.