Robin Schnarrback van de Pruisisch Kurmärkische Landwehr is klaar om vesting Bourtange te bevrijden van de Napoleontische troepen. Foto: Huisman Media
Van de Pruisisch Kurmärkische Landwehr kan men de conclusie trekken: aan dapperheid geen gebrek. Zij zijn donderdag de eerste troepen die aankomen om Bourtange te bevrijden. Zelfs de verdedigers van de vesting zijn er nog niet.
Zo’n driehonderd soldaten leveren dit weekend ‘strijd’ om de vestingplaats aan de Duitse grens. Even gaat het bolwerk terug in de tijd naar 1814. Binnen de wallen verschansen zich Napoleontische troepen. De keizer is verslagen tijdens de Volkerenslag, het is nu au revoir voor de Fransgezinden in Groningen. Maar die zullen zich dit weekend tijdens de re-enactment niet zonder slag of stoot gewonnen geven.
Robin Schnarrback (22) is één van de soldaten die is opgetrommeld om de vesting op zijn knieën te dwingen. Hij is onderdeel van de Kurmärkische Landwehr uit Pruisen. De militie werd in 1813 opgericht, er zaten vooral jonge ongetrainde soldaten in, vertelt hij. Zijn vuurwapen rust tegen een boom, terwijl hij samen met zijn kameraden een canvastent opzet. Het komende weekend eet, slaapt en leeft hij hier. Op de achtergrond torent de circa zes meter hoge aarden wal boven de gracht uit. Groen, stijl en met een flinke plens water ervoor.
In een handomdraai kan Schnarrback paraat zijn voor een bestorming. Hij hoeft alleen zijn jas aan te trekken. Hij wijst op zijn manchetten en kraag, in de kleuren van zijn regiment. In oude tijden kon men die over de jas heenknopen, legt hij uit. Zo konden burgermilitairen bij nood hun jas direct na de kerkdienst aantrekken, het spul aanknopen en het slagveld opmarcheren. Hij trekt zijn pet over zijn hoofd en wijst naar het embleem: „Daar staat met God voor koning en vaderland!” Hij zet zijn bajonet op zijn wapen en hij is gevechtsklaar.
Bourtange niet bevochten in Bataafs-Franse Tijd
De vesting Bourtange is niet bevochten in de Bataafs-Franse Tijd. Toch is in Groningen wel degelijk een soortgelijke belegering geweest, namelijk in Delfzijl. De commandant van de havenplaats wilde in 1813 niet geloven dat Napoleon zich in de nasleep van de Slag bij Leipzig gewonnen had gegeven, van capitulatie wilde de bevelvoerder tot in 1814 dan ook niets weten.
Delfzijl was de laatste jaren versterkt, het strategisch belang was groot. Zo groot, dat Napoleon de verdedigingswerken wilde uitbreiden. De goed uitgeruste en verdedigbare vesting hield het maanden vol tegen een gecombineerde landmacht en marine van verschillende landen. Pas in mei gaf de commandant zich onder voorwaarden over. Napoleon was toen al verbannen naar Elba.
Behalve de Pruisische militie komen dit weekend ook troepen uit België, Engeland en ons eigen land om de laatste Fransen te verjagen. Laatstgenoemden moeten donderdagmiddag nog komen, maar het staat zonder twijfel dat zij zich met hand en tand zullen verdedigen, weet Hendri Meendering. Hij is vestingmanager van Bourtange.
Hendri Meendering, vestingmanager van Bourtange. Foto: Huisman Media
„Om het jaar wordt de slag uitgevochten in óf de 80-jarige oorlog of de Napoleontische tijd”, zegt hij. Hoe dat laatste ooit is ontstaan weet hij niet. „In Bourtange waren wel troepen van Napoleon, maar er is toen niet om gevochten.” In 1593 was er wel de dreiging van een beleg, weet Meendering. „En in 1665 en 1672 bedreigde Bommen Berend de vesting.” In het eerste jaar trok die bisschop uiteindelijk met zijn leger om de vesting heen, in het latere jaar probeerde hij de commandant om te kopen om de vesting over te geven.
De annalen over het vestingplaatsje zijn schaars, het is lastig te achterhalen wat zo’n 400 jaar geleden precies gebeurde. „Wij zijn in ieder geval nooit ingenomen”, zegt Meendering met enige trots. Nou ja, dat was toen. De laatste decennia is de vesting 26ste keer aangevallen, niet zelden succesvol. Honderden soldaten als Schnarrback wisten de vesting te veroveren voor de ogen van duizenden toeschouwers.
Molen een doelwit
Bij een echt beleg zou de molen op de wal worden afgebroken. „Dat zou, als het goed is, binnen een dag kunnen”, zegt vestingdirecteur Hendri Meendering. De organisatie heeft dat echter niet nooit gedaan. Er wordt immers niet met echte kanonskogels geschoten.
Zou de molen wel op de wal staan, dan was dit bij uitstek een doelwit voor de aanvallers. En zonder molen kun je niet malen. Daarom werd die afgebroken. In een bijgebouw werd een rosmolen gebouwd. Die kon met een paard of lastdier in beweging worden gebracht, waardoor toch kon worden gemalen en gekarnd.
Bij echte dreiging zou de molen uit elkaar worden gehaald. Meel malen en melk karnen gebeurde dan in de rosmolen. Die werkt niet op wind-, maar paardenkracht. Foto: Huisman Media
Verspreid in en om de hele vesting zijn dit weekend kleine kampementen, een markt en ambachten. „We houden daarbij ook een beetje rekening met hoe het zou kunnen zijn tijdens een beleg”, zegt Meendering. Dat betekent minder kraampjes dan bijvoorbeeld tijdens de winterfair. „Het publiek dat naar de slag komt kijken, wil ook de beleving hebben van een slag.”
Vrijwilligers en ondernemers zetten zoveel mogelijk klaar, maar de soldaten nemen allemaal hun eigen spullen mee. Tenten, kookgerei, kleding, wapens en beddengoed. Dat moet nog wel worden opgevuld met stro. „Daarvoor laten we honderd balen stro komen. Ze mogen het zelf pakken.” Er zijn ook kampvolgers: zij zijn geen soldaat maar helpen met koken en de gewonden.
Nieuw is dat dit jaar voor het eerst gebruik is gemaakt van kunstmatige intelligentie tijdens het maken van de ‘oorlogsplannen’. Meendering: „Het wordt dik 30 graden dit weekend. Daar moet je wel rekening mee houden. De re-enactors dragen veel en ook warme kleding. Ga daar maar eens de hele dag in rondlopen.”
Voor de zekerheid vroeg hij ChatGPT om met maatregelen te komen. „Daar kwam gelukkig niets uit wat we al niet zelf hadden bedacht.” Zo worden er veel flessen water aangerukt en zijn er tijdens de slag emmers water met theedoeken. Die worden door kampvolgers naar de soldaten gebracht als ze vechten.
Op beide dagen zal het niet aan actie ontbreken, weet Meendering. Het hele weekend lang wordt de vesting vanuit allerlei kanten aangevallen. Wie gaat winnen? „De uitkomst laat zich raden”, zegt Meendering met een knipoog. Robin Schnarrback wint er echter geen doekjes om: „Natuurlijk gaan wij winnen!”
De lont erin
De voorbereiding van de ‘verdediging’ in volle gang. Liedeke en Colinda van de kaarsenmakerij leveren hun bijdrage: speciale kaarsen in de vorm van een kanonskogel: „We noemen ze kan-ogels.”
Liedeke (r) en Colinda van de kaarsenmakerij in Bourtange hebben kanonkogels gegoten. Foto: Huisman Media