Herman Sandman (links) en Bert Hadders (rechts) traden maandagmiddag op bij ZINN voor Douwe van der Bijl, bekende Groninger uit het literaire circuit, die ongeneeslijk ziek is. Foto: Corné Sparidaens
„Ik ben opgegeven”, zegt Douwe van der Bijl (72) monter. „Ik heb al 7 jaar darmkanker en ben zo’n 8 keer geopereerd. En nu een longontsteking erbij. Dit geneest niet meer, luidde de laatste boodschap.”
Van der Bijl wordt sinds anderhalve week verzorgd bij ZINN, aan de Helper Brink in Groningen. Daar was door zijn toedoen maandagmiddag een optreden van Bert Hadders en Herman Sandman met verhalen en liedjes uit hun nieuwe theatershow Waar zijn de slingers?
„Ik wilde graag naar de première in Hoogezand, op 3 januari”, vertelt de oud-bibliothecaris. „Maar toen zeiden Bert en Herman: ‘Wij komen wel naar jou toe.’ Prachtig natuurlijk.” Er kwamen zo’n 100 mensen op af: bewoners, personeel, en familie en vrienden van Van der Bijl, die wel het literaire geweten van Groningen is genoemd, zo iemand die nog dichtbundels uit het hoofd kent.
Hij weet niet hoe lang hij nog heeft. „Het is een kwestie van dagen, weken of maanden. Ik voel me nu redelijk goed, mede dankzij deze buisjes.” Van der Bijl zit in een rolstoel en krijgt zuurstof toegediend. Welgemoed ontvangt hij familie, vrienden en bekenden. „Het lukt me tot nu toe om er redelijk luchtig mee om te gaan. Dat kan ik iedereen aanraden.”
Bruce Springsteen en The Band
Waarom hij per se nog die nieuwe show van Sandman en Hadders wilde zien? „Bruce Springsteen zit vast in Amerika, alle leden van The Band zijn dood, en Bob Dylan kun je alleen via de ambulance bereiken”, zegt Van der Bijl. „Dan blijven deze mannen over.” En, niet onbelangrijk, het zijn ook vrienden van hem.
Denk trouwens niet dat hij niks meer doet. Hij is nog altijd voorzitter van de Stichting Straatpoëzie Groningen, die zich beijvert voor gedichten in de openbare ruimte. „Begin volgend jaar wordt een gedicht van Anda Kerkhoven onthuld”, vertelt Van der Bijl. „Daar ben ik nog bij, hoop ik. A. Marja en Driek van Wissen gaan ook door, maar dat is voor de lange termijn.”
Sandman en Hadders trokken ongeveer 100 bezoekers met hun optreden voor Douwe van der Bijl in het restaurant van ZINN. Foto: Corné Sparidaens
Pet op het hoofd, karakteristieke borstelsnor, sigaar in de mond, zo leerde muzikant Bert Hadders hem kennen. „Hij stond vaak voor de bibliotheek een sigaartje te roken op straat”, vertelt Hadders tijdens de show. „Daardoor dacht ik dat hij de baas was.” Ze raakten bevriend. „Als hij langskomt, heeft hij altijd iets te lezen mee. Ik heb ontzettend veel van hem geleerd.”
Dat geldt ook voor Anton Scheepstra van Uitgeverij Passage, een van de vele vrienden in het publiek bij het concert in het restaurant van ZINN. „Ik heb Douwe via de poëzie leren kennen. Daar weet hij alles van. Hij weet trouwens ook heel veel over de geschiedenis van Groningen. En het is een leuke vent.”
Afscheidsreceptie
Hij zal gemist worden als hij er niet meer is. „Douwe voedt je met verhalen en kennis”, zegt Bert Hadders. „Je hebt van die mensen die van alles regelen en dingen weten die niemand anders weet. Noeste werkers op de achtergrond, die hun kennis doorgeven zonder dat het financieel gewin oplevert. Dat zijn de mensen die de stad draaiende houden.”
Na afloop van het optreden ontwikkelt de middag zich tot een afscheidsreceptie. Een rij vrienden en bekenden komt nog even een praatje met Van der Bijl maken. „Een mooie manier om afscheid te nemen van mensen die ik anders niet meer zou hebben gezien”, constateert Van der Bijl. „Of die geen zin hebben om bij een zieke man op bezoek te gaan, wat ik me goed kan voorstellen.”
Van der Bijl (tweede van links) genoot van het optreden, dat zich na afloop ontwikkelde tot een afscheidsreceptie. Foto: Corné Sparidaens
Hij heeft genoten van de show en geniet van het bezoek dat hij nog krijgt. „Ik denk niet dat ik hier nog levend uitkom, maar ik zit ook nog niet echt dood te gaan. Ik ben blij dat ik nog niet veel pijn heb. Beetje praten, lachen, herinneringen ophalen. Zoals de dichter Willem Elsschot zou zeggen: ‘Wat ik bulder, wat ik zweer? / De echo zendt mij alles weer.’”
Het is niet iedereen gegeven om zo luchtig met de naderende dood om te gaan, dat weet hij ook. „Je maakt het op die manier wel makkelijker, ook voor je familie.” Hij krijgt veel steun, dat helpt ook. „Mijn zoon en dochter wonen in de buurt. Dat is echt een zegen en maakt het voor mij allemaal ook een stuk gemakkelijker.”
Reinier Paping en de Elfstedentocht
Herman Sandman noemde het even tijdens het optreden: als 10-jarig jochie heeft Douwe van der Bijl in de legendarische Elfstedentocht van 1963 Reinier Paping aan de overwinning geholpen. Hoe zit dat?
Van der Bijl: „Ik ben opgegroeid in Workum aan de Dolte. Door vorst, dooi en nieuwe vorst was daar bomijs ontstaan. Wij trapten dat vlak voor de Elfstedentocht kapot, waardoor het ijs nog slechter werd. Ja, heel dapper. We waren rotjongens.”
„Toen de kopgroep met Paping voorbij reed, stond mijn moeder voor het raam. Volgens haar danste hij over het slechte ijs, terwijl de anderen nauwelijks vooruitkwamen. ‘Paping heeft dankzij jou gewonnen’, zei ze. Historisch gezien klopt het niet helemaal. Maar mijn moeder heeft altijd gelijk, dus voor mij klopt het.”