Volgens Jan de Groote (in zijn handen hondje Trix), is het schering en inslag met de wolvenoverlast. Foto: Gerrit Boer
Steeds meer aanvallen op vee, wolven die op straat lopen en dichtbij huizen worden gespot. Het is schering en inslag met wolvenoverlast, volgens schapenhouders en inwoners bij onder meer Oranje en Hijken. Ze vrezen een onhoudbare situatie.
‘Let op: Wolvenleefgebied’. Die waarschuwing staat sinds vorige week bij meerdere ingangen van het Dwingelderveld. Blijf alert en ga er niet met een hond wandelen, luidt het advies.
Een oudere man stapt van zijn elektrische fiets en leest het bord. Hij haalt zijn schouders op. „Ach, er lopen hier ook genoeg gevaarlijke honden en mensen.” Rustig zoeft hij weer verder. Even later komt een man op een speed pedelec aan sjezen. Als hij het bordje leest, zegt hij: „Ik heb nog nooit een wolf gezien, hoor. En ik fiets hier dag en nacht.”
Toch is het hier sinds kort een stuk rustiger, merkt schapenhouder Jan de Groote. Zijn boerderij ligt pal naast de A28, van waaruit hij uitkijkt op de noordkant van het Dwingelderveld. „Mijn moeder van 80 durft hier het bos niet meer alleen in”, zegt hij, terwijl hij hondje Trix in de hand neemt voor een foto.
De provincie Drenthe plaatste een waarschuwingsbord voor de wolf bij de ingang van het Dwingelderveld. Foto: Gerrit Boer
Die nieuwe waarschuwing bij het pad is niet voor niets, vertelt hij. Vorige week zag hij de wolf met eigen ogen, op 10 meter van zijn huis. „Hij was die avond al gespot hier vlakbij, midden op straat, dus ik was al op mijn hoede. Toch schrok ik dat hij zo dicht bij de boerderij kwam. Hij trok zich nergens wat van aan.”
De Groote heeft vaker aanvallen gehad. Van zijn dertig schapen zijn nog maar veertien over. Vooral de afgelopen tijd is het schering en inslag met de overlast, vertelt hij. „Het is gewoon zielig voor de wolf. Die heeft honger, dus komt-ie de bossen uit om onze schapen, die ik zie als huisdieren, op te eten.”
In Drenthe leven inmiddels vier roedels met opgeteld zo’n 30 tot 35 wolven. Zeker in deze tijd van het jaar zwerven jonge wolven uit, op zoek naar een eigen territorium. De afgelopen tijd worden inwoners van dorpen rondom het Dwingelderveld en Drents-Friese Wold plotseling geconfronteerd met bepaald niet schuwe wolven.
‘Gesprek van de dag'
Ook een andere schapenboer uit Hijken ziet de wolf steeds meer richting de bewoonde wereld trekken. Hij wil vanwege het gepolariseerde thema liever anoniem blijven. „Het is het gesprek van de dag. Het houd je constant bezig”, zegt hij. In buurtapps komen om de haverklap meldingen binnen: weer iemand die een wolf van dichtbij heeft gespot. Vaak op een akker, soms op klaarlichte dag.
Hij vreest dat het alleen maar erger wordt en er binnenkort iets misgaat. „Eerst was het hier nog relatief rustig. Nou, dat is nu wel klaar. De wolf lijkt niet meer bang voor de mens.”
Een week geleden werden zijn schapen aangevallen. Twee trof hij dood aan, zes flink gehavend, waarna de helft werd ingeslapen. In de dagen erna was het verderop in de buurt twee keer raak.
‘Veel impact op mijn gezin'
Ook bij Egbertjan Boer uit Hijken. Een wolf pakte vorige week op 10 meter van zijn huis een van zijn schapen. „Het is hartverscheurend om te zien. Die aanval heeft impact. Op de buurt, op mij en op mijn gezin”, zegt hij.
Het houdt zijn jonge kinderen, van 4, 7 en 11, bezig. „Het gaat er thuis veel over. Waar ze normaal onbezorgd buitenspelen, vragen ze nu of dat nog wel kan. Mijn jongste zoon durft in het donker niet eens naar de wc. Mijn oudste dochter ging weleens met mij mee naar de schuur. Dat durft ze sinds die aanval niet meer.”
Van andere ouders die in de buurt wonen hoort hij dat ze hun kinderen niet meer naar school laten fietsen, maar ze met de auto brengen. Die verhalen hoort ook veearts Bernd Hietberg van de dierenartspraktijk het Drentse Hart. Hij spreekt mensen die de wolf steeds vaker zien. „Dat is niet per se gevaarlijk en gelukkig is er nog geen mens aangevallen. Maar het heeft wel veel impact als het dier in je woonomgeving komt.”
'Ik hoop dat snel wordt ingegrepen'
Alle drie de schapenhouders hebben hun schapen naar binnen gehaald of wolfwerende rasters geplaatst. Maar dat zien ze niet als oplossing voor de lange termijn. Ook Hietberg ziet steeds meer dieren opgehokt of binnen rasters staan. „Daarover maak ik me zorgen”, zegt hij. „Het staat haaks op wat we ook belangrijk vinden: dat dieren veel ruimte krijgen. Bovendien is het plaatsen van rasters lastig, duur en kost het veel tijd.”
De agrariërs vragen zich af wat er gebeurt als het vee door beschermingsmaatregelen niet meer voorhanden is. „Je moet er niet aan denken dat de wolf misschien, als hij honger heeft, dicht bij je kinderen komt”, zegt Boer. „Hoe meer wolven er komen, hoe meer je beperkt wordt in je bewegingsvrijheid. Ik hoop dat snel wordt ingegrepen, niet alleen bij een probleemwolf. Het wordt op deze manier een onhoudbare situatie.”