Silly Udema en haar man Albert moeten verkassen en vrezen dat ze niet in hun geliefde Delfzijl-Noord kunnen blijven. Foto: Jan Willem van Vliet
Het is zo’n typische nieuwbouwwijk uit de naoorlogse tijd toen de economische bomen nog tot in de hemel groeiden. Maar Delfzijl werd nooit het gedroomde ‘Rotterdam aan de Eems’ en dus stokte ook de groei van Delfzijl-Noord. De komende jaren gaat opnieuw de sloopkogel door de wijk, deze keer vanwege de versterking.
Het is het vaste gespreksonderwerp op vrijdagavond-patatavond, het drukste moment van de week in cafetaria ‘Lekker Hoor!’ in Delfzijl. „Iedere week hoor ik van mijn klanten hier aan de balie: ‘Nou, nog twee of drie weken, Ben. Dan ga ik ook weg. We hebben een nieuw huis toegewezen gekregen, we gaan verhuizen’. De hele wijk loopt leeg.”
Snackbarhouder Ben Schuiling zucht eens diep. „Kijk”, wijst hij naar de gezinswoningen tegenover zijn zaak. „Dat gaat dus allemaal straks tegen de vlakte. Achthonderd huizen gaan hier plat volgens de berichten, en er komen er 250 nieuwe voor terug. De eerste zijn al gesloopt. Al mijn klanten trekken weg. En ik kan geen kant op.”
Diepe sporen
Dertien jaar geleden namen Schuiling en zijn vrouw Fransien Kuiper de snackkiosk hier over. Toen was Delfzijl-Noord nog altijd een kinderrijke wijk. Al had ook toen al een grote herstructurering diepe sporen getrokken. Honderden huizen gingen plat in het eerste decennium van de nieuwe eeuw.
In antwoord op de krimp en leegloop ging Delfzijl-Noord in die tijd rigoureus op de schop. Verouderde portiekflats en versleten gezinswoningen verdwenen. Maar er kwamen ook moderne woningen voor terug en het tochtige winkelcentrum werd verruild voor het fonkelnieuwe De Wending, een naam die ook voor de wijk een ommekeer symboliseert.
‘Tachtig procent van de inwoners weg’
Nu is het anders. Delfzijl-Noord, gebouwd voor al die duizenden werknemers van de chemische industrie die nooit kwam, staat opnieuw voor een wending. Honderden bewoners moeten afwachten of er na de aanstaande operatie nog plek voor ze is. Maken ze kans op een nieuw huis, of moeten ze weg?
Snackbarhouder Ben Schuiling ziet de huizen om hem heen massaal tegen de vlakte gaan. Foto: Jan Willem van Vliet
„Tachtig procent van de inwoners trekt weg”, voorspelt Schuiling. Hij ziet ze nu al vertrekken. Naar een van de nieuwe buurten die de komende jaren worden gerealiseerd op leegvallende plekken in Delfzijl. Volgens de gemeente Eemdelta worden er in totaal duizend nieuwe huizen bijgebouwd, verspreid over de havenstad. Daarmee blijft Delfzijl dus per saldo toch nog iets groeien.
Maar die nieuwe woningen ‘landen’ dus slechts voor een deel in Delfzijl-Noord. Nieuwbouw is bijvoorbeeld voorzien op de oude locatie van het naar Scheemda verdwenen Delfzicht-ziekenhuis. En op de plek van de voormalige LTS in Delfzijl-West. Verder is in het centrum het nieuwe Boegkwartier op een haar na klaar.
Lamellen en een lege koelkast
Huizen van bewoners die vertrekken uit Noord, worden nu al massaal opgekocht om de weg te bereiden voor de komende operatie. ‘Leegstandsbeheerder’ AdHoc verhuurt ze aan tijdelijke voorbijgangers die weer verkassen zodra de sloop voor de deur staat. Het drukt de sfeer in de wijk.
„Dichte lamellen voor de ramen en een lege koelkast”, schetst Schuiling. „Er komen alleen nog maar witte nummerplaten de wijk inrijden: Polen en Bulgaren die werken in de Eemshaven of in de bouw. Er mankeert niks aan die mensen, maar het zijn geen patateters. Die halen de boodschappen bij de Lidl en koken zelf ‘s avonds. Dat zijn niet míjn klanten.”
Met lede ogen zien verloederen
De onzekerheid krabt oude wonden open in de wijk. Silly Udema (72) moet nog licht huiveren bij de herinnering aan de voorgaande grootscheepse herstructurering van ‘haar’ Delfzijl-Noord. De jaren waarin de Ontwikkelingsmaatschappij Delfzijl (OMD) als een bulldozer door de wijk ging om de havenstad op maat te snijden voor de drastisch bijgestelde bevolkingsprognoses. „Dat was geen prettige tijd”, zegt ze stilletjes.
Een enorme berg puin naast het wijkcentrum resteert nog van het verdwenen schoolgebouw. Foto: Jan Willem van Vliet
„Kijk, daar”, wijst Udema. „Bij dat elektriciteitshokje: daar woonden we, aan de Zweedsestraat.” Inmiddels is van de straat, zelfs van hun buurtje, niets meer over. Al jaren verdwenen en nog steeds niet nieuw ingevuld. Udema zag haar oude woonplek met lede ogen verloederen en zette met wijkgenoten ‘Groen voor Rood’ op.
Letterlijk: nieuw groen voor verdwenen rode baksteen. In een paar jaar tijd is het initiatief uitgegroeid tot een uitgestrekt nieuw wijkpark, met tuintjes voor de leerlingen van de aangrenzende Brede School Noord en zitjes om te verpozen voor de bewoners van zorgcentrum Betingestaete om de hoek.
‘Sommige bewoners al drie keer verkast’
Ze waren jong toen ze in 1979 hun eerste huis hier kregen toegewezen. Een mooie, ruime woning in een mooie wijk: ideaal voor hun jonge gezin. Hun kinderen werden er groot, samen met die van tientallen buurtgenoten. Het schept een band voor het leven, maar die staat nu voor de tweede keer onder druk door de aanstaande uittocht.
Udema ziet als een berg op tegen een mogelijke verhuizing want ze is verknocht aan haar wijk. Die verhalen over de verpaupering die met de vorige herstructurering moest worden bestreden, kan ze nog steeds moeilijk velen. „Als je hier woonde wist je beter.”
„Hier ligt mijn leven”, zegt Silly Udema over ‘haar’ Delfzijl-Noord. Foto: Jan Willem van Vliet
Silly en haar man Albert (78) zijn al een keer verhuisd. In 2005 verruilden ze hun sloophuis in de Zweedsestraat voor een woning aan de Huibertsplaat, van de Landenbuurt naar de Zanden- en Platenbuurt. Een fijn huis, maar ook dat staat nu op de nominatie voor sloop. Een tweede verhuizing zit er dus aan te komen. „Maar er zijn ook bewoners die al drie keer zijn verkast”, zegt Udema. Inderdaad, ook naar andere plekken in Delfzijl en ze vreest dat ook zij niet in Noord kunnen blijven.
‘Dat is nu onze valkuil’
Wanneer het zover is, weten ze nog niet. Maar heel lang gaat dat niet meer duren. „Binnenkort vertrekken de eerste twee uit ons rijtje van vier. Eén naar het Boegkwartier, de ander naar de LTS-locatie.” Als ook zijzelf iets nieuws hebben, zullen de slopers komen. Een verhuizing naar het Boegkwartier in het centrum ketste af. Ze blijven ook liever in de wijk.
„Hier ligt mijn leven”, zegt Silly. „Zelf wilden we het liefst daar naartoe”, wijst ze naar een nieuwbouwblok dat aan de overkant van het Groen voor Rood-park verrijst aan de Finsestraat, vlakbij hun oude woonstee. „Maar we zijn uitgeloot. Heel jammer: we hadden niet genoeg ‘woonjaren’. Dat is nu een beetje onze valkuil: omdat we in 2005 zijn verhuisd tellen de voorgaande jaren niet mee. En de meeste mensen wonen hier al heel lang: dertig, soms wel veertig jaar. Dus die hebben voorrang bij de toewijzing van de nieuwbouw.”
‘Ons sociale leven is weg’
Als ze gaan winkelen in het centrum komen ze regelmatig oude wijkgenoten tegen die inmiddels elders in Delfzijl wonen. Het is steevast reden voor een weemoedig gesprek. „We missen elkaar wel.” De wijk was al uit elkaar gescheurd, en dat gaat nu nog verder. „We hadden altijd een levendig sociaal en verenigingsleven in Delfzijl-Noord, elke buurt had zijn eigen buurthuis, de Turkse vereniging had een eigen centrum, de duivenclub zat hier. Dat is allemaal weg.”
De sloopkogel grijpt rigoreus om zich heen in versterkingswijk Delfzijl-Noord. Nieuwbouw komt maar mondjesmaat terug. Foto: Jan Willem van Vliet
Alleen het wijkcentrum in de Brede School Noord is nu nog een ontmoetingspunt, buiten winkelcentrum De Wending dan. Al zit ook dat nu even in een overgangsfase, zegt Udema die er een van de drijvende krachten is. Het nog nieuwe gebouw is net gehalveerd: de school is ervan af gesloopt en verkast naar aardbevingsbestendige nieuwbouw aan de overkant van de Waddenweg.
‘Mensen maken zich zorgen’
Een enorme berg slooppuin naast het wijkcentrum resteert nog van de verdwenen klaslokalen. Grijpers laden het met donderend geweld in vrachtwagens. De sloop verdreef het wijkcafé ‘t Houkje en het Bewonersbedrijf Noord, dat wijkbewoners helpt om ondernemende initiatieven te realiseren, begin dit jaar naar de bovenverdieping. „De loop moet er wel even weer opnieuw inkomen”, zegt Udema. „We zaten vroeger pal naast de ingang, dan lopen de mensen toch net even sneller naar binnen.”
De versterkingsoperatie is het gesprek van de dag in de wijk, zegt Udema. „Mensen maken zich veel zorgen. Waar kom je te wonen, waar wíl je wonen? Dat geeft veel stress, zeker. Mijn man staat er gelukkig vrij nuchter in, maar ik heb er wel spanning van”, bekent ze. ‘Haar’ Groen voor Rood-park bijvoorbeeld, dreigde meerdere keren ten offer te vallen aan voorbijtrekkende bouwplannen. „Daarover hebben we nu net een convenant met de gemeente gesloten waardoor we tot 2030 door kunnen met de helft van de huidige 4 hectare”, zegt ze opgelucht.
Twee jaar slapeloze nachten
Maar ondanks de onzekerheid, ook over haar eigen woontoekomst, ziet Udema een groot verschil met die ‘traumatische’ eerste herstructuring van de wijk. „De communicatie is in ieder geval al een heel stuk beter. We hebben een heel actief Bewonersorganisatie Versterking Zandplatenbuurt opgericht, waarmee we regelmatig rond de tafel zitten om actuele zaken door te spreken met bijvoorbeeld de gemeente, woningcorporatie Acantus en de NCG. En ook die partijen zelf doen veel meer aan de communicatie met de wijk, met bewonersbegeleiders, gebiedsregisseurs en omgevingsmanagers.”
„Tachtig procent van de inwoners trekt weg”, voorspelt snackbarhouder Ben Schuiling. Foto: Jan Willem van Vliet
Ondertussen ziet Ben Schuiling nog maar mondjesmaat vooruitgang in zijn dossier. „We hebben er twee jaar slapeloze nachten van gehad”, zegt de snackbarhouder. Pas sinds kort zit er een beweging in de zaak nadat de makers van de televisieserie De aarde beeft ontdekten dat Bens echtgenote Fransien met haar populaire Grunneger muziekgroep de Tuutjefloiters, al ver voor de eerste aardschokken, een vlammend protestlied had gemaakt over de gevolgen van de Groningse gaswinning.
‘Toen pas uitgenodigd voor gesprek’
De televisiemakers kwamen langs in Delfzijl-Noord om te filmen en een huisgemaakte eierbal te eten (‘de lekkerste van Groningen’). Ook het Groningse SP-Kamerlid Sandra Beckerman maakte zich sterk voor hun zaak en kaartte het aan bij staatssecretaris Hans Vijlbrief, die op zijn beurt weer wethouder Annalies Usmany aanschoot.
„Toen pas werden we uitgenodigd voor een gesprek”, zegt Schuiling. „Tot dan kregen we steeds te horen dat dit een kwestie van ‘ondernemersrisico’ zou zijn. Nou ja! Die vlieger gaat misschien op als ik mijn handel veel te duur inkoop of een massa personeel aanneem. Maar toch niet als buiten mijn schuld de hele wijk wordt leeggetrokken?”
‘Dat is de keerzijde van de aandacht’
Ondernemers uit het midden- en kleinbedrijf zoals hij, zijn in het hele aardbevingsdossier vergeten, zegt Schuiling. „Ons pensioen zit in deze zaak. We hebben het hier met de bek op het stuur opgebouwd, maar nu wordt me zomaar 2 ton jaaromzet afgepakt. Normaliter zouden we volgend jaar stoppen en de winkel verkopen. Maar onder deze omstandigheden stapt er toch geen overnamekandidaat meer in? Dat is dan ook weer de keerzijde van de aandacht die we hebben gehad op tv: iedereen weet dat er bij ‘Lekker Hoor!’ straks geen klote meer te doen is. Daar mag ik toch wel voor gecompenseerd worden?”
Heel lang zag het daar echter niet naar uit. Maar na een tweede, ‘zeer positief gesprek’ met de wethouder, twee weken geleden, zien Schuiling en zijn Fransien de toekomst ineens weer heel wat zonniger tegemoet. Over de inhoud van het overleg met de gemeente willen ze niets kwijt om het prille proces niet alsnog te verstoren. „Maar we zijn nu toch heel optimistisch dat we er goed gaan uitkomen met elkaar”, zegt Schuiling hoopvol.
Versterkingsprojecten
Op verzoek van DVHN zette de Nationaal Coördinator Groningen op een rij welke grote versterkingsprojecten er verder nog in de pijplijn zitten voor de komende jaren. De cijfers zijn nog exclusief de vele honderden dossiers waarover de NCG in gesprek is met individuele huiseigenaren verspreid over de aardbevingsregio.
Voor de grotere gecombineerde bouwstromen kan de coördinator nog niet overzien binnen welke termijn ze gerealiseerd worden. Dit omdat ook binnen deze grote projecten met afzonderlijke huiseigenaren afzonderlijke maatafspraken moeten worden gemaakt.
Daarvoor is geen gemiddelde ‘doorlooptijd’ aan te geven: soms gaat dat vlot, soms vergt het veel tijd om iedereen op een rij te krijgen. Hangende deze gesprekken kan de NCG daarom ook nog niet inschatten hoeveel van de genoemde aantallen huizen op bovenstaand kaartje worden versterkt dan wel gesloopt en vervangen door nieuwbouw.
Alle huidige en aankomende versterkingsprojecten in Groningen. Infographic: DVHN/NCG