NAM-directeur Johan Atema tijdens een hoorzitting in de Tweede Kamer. ANP
Het verrast NAM-directeur Johan Atema dat inwoners van Groningen hoe mild zij naar de NAM zijn.
,,Ik had verwacht dat er wel, en dat is er ook wel, meer frustratie naar ons is. We hebben er toch wel een zooi van gemaakt de afgelopen jaren. Maar dat zie ik de afgelopen vier jaar niet terug in de gesprekken die ik heb met bewoners en bestuurders [uit de regio].”
Atema is de huidige directeur van de NAM, waar hij sinds 2018 leiding aan geeft. Hij vertelt tijdens zijn verhoor bij de parlementaire enquêtecommissie gaswinning Groningen onlangs een garantstelling te hebben gegeven aan de provincie Groningen en de waterschappen. ,,Van 500 miljoen euro”, aldus Atema die zegt dat dit half miljard gebruikt moet worden om de gevolgen van de bodemdaling te kunnen ondervangen.
Dijkgraaf Geert-Jan ten Brink zei tijdens zijn verhoor vorige week dat er nu nog 463 miljoen euro in de pot zit, maar dat dit waarschijnlijk allesbehalve genoeg zal zijn. Ten Brink zei te vrezen dat inwoners van ,,Groningen straks voor honderden miljoenen aan de lat staan” als NAM en overheid er niet uitkomen rond het thema bodemdaling.
Kritiek op versterkingsoperatie
Dat de NAM aansprakelijk is voor de kosten van schadeherstel en versterking in Groningen, betwist Atema niet. Maar aansprakelijkheid is voor hem wel iets anders dan ruimhartigheid. Wel vindt Atema dat de NAM aansprakelijk is voor de psychische schade van inwoners in het aardbevingsgebied. Daar had het bedrijf eerder zelf een regeling voor moeten bedenken, zei Atema. Maar de angst voor het beeld van ‘omkopen’ weerhield het gaswinningsbedrijf om dat te doen.
De NAM-directeur heeft veel kritiek op de versterkingsoperatie. Toen Eric Wiebes in 2018 de operatie deels stillegde, moesten volgens Atema nog 9000 panden versterkt worden. ,,Inmiddels zijn dat 26.000 huizen. Twee derde daarvan is toegevoegd door stadsvernieuwing of gebiedsverbetering. Ik heb begrip voor dat gemeenten een gebied willen verbeteren, maar had dat alsjeblieft niet aan een veiligheidsoperatie gekoppeld.’‘
Atema maakt zich zorgen om de onduidelijkheid over de veiligheid in Groningen. Door de focus op gebiedsontwikkeling, lijkt het er volgens hem op dat de veiligheid ondergeschikt is geraakt. ,,Als Groningen straks in een ernstig scenario 20 tot 30 miljard kuub moet produceren, komen er weer 600 tot 1000 huizen boven de norm uit en we weten niet of die versterkt zijn.’‘
De NAM is er klaar voor als er in een noodsituatie extra gas moet worden geproduceerd, maar liever heeft Atema dat het niet zo ver komt. ,,Je hoopt dat de keuze tussen ziekenhuizen en mensen in Groningen nooit gemaakt hoeft te worden. Ik ben blij dat ik het niet hoef te doen. Einde van de productie is de enige oplossing voor mensen in Groningen.’‘
Zooitje van gemaakt
Atema vindt dat de NAM er een zooitje van heeft gemaakt in Groningen. ,,Dit is een heel grote crisis en NAM is hoofdrolspeler. Wij hebben een heel grote rol gespeeld om een crisis te laten ontstaan van een gigantische omvang.’‘
Hij ziet kans om een deel daarvan goed te maken door bedrijven uit het Noorden het opruimen van de gasputten te laten doen. ,,Dat is een grote operatie. Ik wil dat bedrijven in het Noorden dit met ons doen. Mijn visie is dat we in het Noorden een bedrijfsstijl ontwikkelen die dit straks ook offshore kan doen. Het einde van het fossiele tijdperk komt eraan.’‘ Volgens hem is er zo 50 miljard euro mee gemoeid.
Atema ziet Groningen dan als de ,,Boskalis van het Noorden. Het is misschien naïef, misschien veel te ambitieus, maar ik ga het wel proberen.’‘
De voormalige minister van Economische Zaken en Klimaat zat evenwel naar eigen zeggen in het begin ,,nauwelijks aan het roer”. Het was volgens hem de ,,NAM die het gaswinningsniveau bepaalde” en op het ministerie van EZK zaten te weinig mensen op de portefeuille gaswinning en versterking. Daarnaast was er volgens hem heel weinig vertrouwen in de regio. Onder meer omdat er volgens de oud-minister veiligheidsbeloften zijn gedaan aan de Groningers ,,die Nederland niet nakwam”. Als voorbeeld kwam hij met een bezorgde Groningse die de vraag voor zijn voeten wierp ,,of Groningen nog wel bij Nederland hoort”. Dat hakte er bij hem in, zei hij eerlijk.