Carol Vosmeer representeert een groep ontevreden huurders van Marenland. Foto: Duncan Wijting
Marenland, verhuurder van sociale woningen in Eemsdelta en Het Hogeland, zit tot zijn nek in een enorme sloop-nieuwbouw- en versterkingsopgave. Bewoners kampen tot hun grote frustratie al jaren met een chaotische afhandeling van dit traject. Recent kondigde Marenland aan zichzelf te willen opheffen.
De Gerrit Raapstraat in Appingedam heeft de afgelopen jaren een metamorfose ondergaan. De voormalige huizen hadden een niet mis te verstane reputatie als ‘schimmelwoning’. Na een lange strijd zijn die vorig jaar tegen de vlakte gegaan.
Inmiddels zijn aan weerszijden van de straat strakke nieuwbouwhuizen opgetrokken. De voortuintjes zijn niets meer dan zwarte kuilen met hier en daar een grassprietje. Er is geen mens te bekennen.
Woningen onderverdelen bij andere corporaties
De meeste huizen in deze straat zijn in bezit van Woongroep Marenland. Mogelijk duurt dat echter niet lang meer. De verhuurder van sociale huurwoningen is namelijk van plan zichzelf op te heffen. Onderzocht wordt of de huizen kunnen worden onderverdeeld bij andere woningcorporaties.
Door zijn ligging in het aardbevingsgebied is Marenland in een enorme versterkings- en sloop-nieuwbouwopgave verzeild geraakt, die hem boven het hoofd is gegroeid. Ondertussen zijn veel huurders zwaar ontevreden over de afhandeling van deze operatie.
De nieuwe huizen in de Gerrit Raapstraat in Appingedam. Foto: Corné Sparidaens
‘Ik ben geen klager, maar er gaat een heleboel mis bij Marenland’
In een van de huizen in de Gerrit Raapstraat woont S., samen met haar partner en twee kinderen. Zij wil graag anoniem blijven, haar echte naam is bij de redactie bekend. De nieuwe woning die zij pas heeft betrokken functioneert als wisselwoning. Naar verwachting blijft het gezin hier de komende twee jaar wonen. Blij is zij daar echter niet mee.
,,Laat ik vooropstellen: ik ben helemaal geen klager en sluit mij dan ook niet aan bij de groepjes die zich wat luider laten horen. Ik ga geen spandoeken ophangen en ik ben heus bereid om concessies te doen. Maar er gaat wel een heleboel mis bij Marenland.’’
S. somt op: lekkage in het schuurtje, vochtplekken, te weinig ruimte voor opslag. Een deel van haar spullen ligt bij haar vader, omdat die wel extra ruimte heeft. Toen het gezin zijn intrek deed, deed de tv-verbinding het niet, net als het ventilatiesysteem. De ramen zijn te hoog om zelf te kunnen openen en sluiten.
Communicatie is het grootste probleem
,,Maar het grootste probleem zit in de communicatie. Als ik ergens over mail, krijg ik vaak geen reactie, of het duurt heel lang. De medewerkers luisteren niet en geven altijd anderen de schuld. Ze sturen je bijvoorbeeld door naar aannemer Nijhuis, terwijl die in opdracht werkt van Marenland. Zij zijn verantwoordelijk. Soms raken ze geïrriteerd als je vragen stelt. Dan houd ik mijn mond maar weer. Ik ben niet de enige bij wie dit gebeurt, bijna iedereen in de straat heeft problemen met Marenland. Zij zitten in een groot project, dat snap ik heus wel. Maar luister wel naar de mensen. Dat doen zij niet en dat zorgt voor veel frustratie.’’
‘Wat is een belofte nog waard, Marenland?’
De wijk Opwierde 1 is ook zo’n buurt in Appingedam die grotendeels in bezit is van Marenland. Deze wijk is in een wat vroeger bouwstadium. De jarenzeventigwoningen staan er nog overeind, maar dat zal niet lang meer duren. De komende jaren gaan ze allemaal plat.
Hier en daar prijkt een spandoek. ‘Wij voelen ons niet thuis in een poppenhuis’, is bijvoorbeeld te lezen. Dat is een verwijzing naar de nieuwbouwhuizen, die in veel gevallen kleiner uitpakken dan de oude huizen. Aan een schuur hangt een spandoek waarop staat: ‘Wat is een belofte nog waard, Marenland?’
Gelijkwaardige huizen
Evelyn (achternaam bij de redactie bekend), moeder van twee pubers, is een van de bewoners in Opwierde 1. Ook zij is al jaren in een strijd met Marenland verwikkeld.
,,Het nieuwe huis dat ons is aangeboden is te klein voor dit gezin. Er zijn minder slaapkamers en er is haast geen opbergruimte, terwijl ons was beloofd dat wij een gelijkwaardige woning zouden terugkrijgen. Veel van mijn meubels en spullen passen niet. Ik heb hier jaren voor gespaard en ben trots op mijn spulletjes. Moet ik die dan straks allemaal wegdoen? Ik krijg geen vergoeding voor het vervangen van meubels, terwijl veel bedden, banken en kasten straks niet meer passen.’’
,,Wij krijgen niet de mogelijkheid om een geschikte woning te kiezen, het wordt ons opgelegd. Wij hebben alles geprobeerd, zijn naar alle informatieavonden geweest, stellen oneindig veel vragen aan Marenland, maar uiteindelijk moeten we ons erbij neerleggen. Er is zelfs wel eens gezegd dat we niet zo moeten zeuren.’’
Hele straten in Appingedam zijn veranderd in bouwputten. Foto: Corné Sparidaens
Boosheid, frustratie en verdriet
,,Ik zit al jaren vol met boosheid, frustratie en verdriet’’, gaat Evelyn verder. ,,Wij hebben niet gekozen voor het versterkings- en sloop-nieuwbouwtraject. Dit overkomt ons en ik moet gelaten aan de zijlijn staan en het laten gebeuren. Inmiddels is er ook de onzekerheid over hoe een eventuele nieuwe woningcorporatie met ons zal omgaan en of die problemen kan en wil oplossen. Ik had nooit gedacht dat ik spandoeken zou verven en de barricaden op zou gaan. Dat past niet bij mij. Maar ik denk dat wij als groep meer kunnen bereiken. Er zijn mensen die om uiteenlopende redenen niet naar voren durven of willen komen. Er is heel veel stil leed in de wijk.’’
Protesten mogen niet baten
Carol Vosmeer representeert een groep ontevreden huurders. Zij hebben in september geprotesteerd bij het kantoor van Marenland en recent heeft hij ingesproken bij de gemeenteraad van Eemsdelta. Dat heeft ertoe geleid dat Marenland wordt uitgenodigd om in een besloten commissie toelichting te geven op de opgave. Maar Vosmeers inspanningen hebben nog niet tot resultaten geleid. Uit een gesprek met hem en enkele andere bewoners komt een vergelijkbaar beeld naar voren als hierboven geschetst.
De communicatie is erg slecht. Op mails en telefoontjes komt bijna nooit reactie, of het duurt heel lang. Er is veel nieuw personeel, elke keer hebben de bewoners te maken met nieuwe medewerkers. Die zijn vaak niet op de hoogte van wat de vorige medewerker heeft afgesproken. Gedane beloftes worden daardoor vaak weer ingetrokken of ontkend. Kavels worden dubbel toegewezen en mensen krijgen brieven waarin staat dat zij over twee weken moeten verhuizen, terwijl er nog geen wisselwoning beschikbaar is. Meerdere bewoners hebben door de vele problemen een advocaat in de arm genomen. Zij ervaren veel stressklachten.
‘Wij wonen al jaren in een bouwput’
De wijk Opwierde-Zuid in Appingedam was als eerste aan de beurt voor sloop-nieuwbouw en versterkingen, en gaat nu een tweede fase in. Graafmachines rijden hier door de straten en grote betonplaten staan al maanden geparkeerd bij een grasveldje.
Martin en Simone Franken bij hun versterkte huis in Opwierde-Zuid. Foto: Corné Sparidaens
Martin Franken en zijn vrouw Simone wonen in een zogeheten pilotwoning in deze wijk. Dat is een woning die als een van de eerste werd versterkt. ,,Wij wonen al jaren in een bouwput’’, zegt Simone. ,,Telkens gaat weer een ander huizenblok tegen de grond. Elke ochtend word je je bed uit getrild door de werkzaamheden en het lawaai dat daarmee gepaard gaat. Toen ons huis werd versterkt ging veel mis en na de oplevering moesten wij nog van alles schilderen en afwerken. De bouwers raffelen het werk af, omdat zij zulke strakke deadlines krijgen.’’
Hun wijk is verscheurd door de afhandeling van de sloop-nieuwbouw. ,,Het was altijd een bloeiende wijk waar geweldige feesten werden gegeven. Maar er is veel ongelijkheid in hoe mensen worden gecompenseerd voor de werkzaamheden. De een krijgt veel meer geld terug dan de ander, zonder dat duidelijk is waarom. Dat heeft tot veel afgunst en jaloezie geleid. Veel mensen zijn murw, ze willen er niet eens meer over praten. Het is te triest voor woorden wat hier is gebeurd.’’
Reactie van Marenland
‘Wij weten dat een aantal huurders uit de wijk ontevreden is over het verloop van de versterkingsopgave en de nieuwbouwwoning die wij aanbieden. Met hen zijn we al langere tijd in gesprek. Met het merendeel van deze bewoners zijn we eruit gekomen. Helaas geldt dat voor een aantal van hen niet, omdat wij aan sommige wensen niet kunnen voldoen. Dat is spijtig, want bij een ingrijpende situatie als deze streven we altijd naar tevreden huurders.
We kijken kritisch naar hoe we onze communicatie richting onze bewoners kunnen verbeteren. Dat wij niet reageren, hebben wij niet eerder gehoord van hen en dit beeld herkennen onze medewerkers niet.
Twee van de drie typen woningen die wij terugbouwen zijn groter dan de woningen die er stonden. In sommige gevallen wijzen wij een andere woning toe dan huurders zelf op het oog hadden. Bij enkele huurders leidt dat tot teleurstelling. Dat begrijpen we. De bewoners die klachten hebben over de staat van oplevering van hun nieuwbouwwoning, vragen we om contact op te nemen met ons. We sturen dan een vakman naar de woning om de situatie te bekijken en zo nodig te verhelpen.’