De wijk Opwierde in Appingedam ligt al jaren overhoop vanwege de versterkingsoperatie. De Georg van Saksenlaan krijgt langzaam vorm. Foto: Corné Sparidaens
Het gebeurt niet vaak dat een woningcorporatie zichzelf opheft. Maar Marenland ziet geen andere keus meer. Na zes jaar ploeteren groeit de versterkingsopgave de kleine woningcorporatie in Appingedam boven het hoofd.
Dat was vorige maand ineens een opmerkelijke wending. Woningcorporatie Marenland wil zichzelf opheffen en zijn woningbestand overdragen aan buurcorporaties. Na zes jaar versterken, slopen, nieuwbouwen en vechten tegen de bierkaai werpt de verhuurder van sociale huurwoningen uit Appingedam de handdoek in de ring.
Dat er in Appingedam een monsterklus lag te wachten, was bij voorbaat duidelijk toen Gerke Brouwer in 2016 aantrad als directeur bij de woningstichting Marenland. Sterker, dat was juist een van de redenen waarom hij overkwam van een grotere corporatie in Zwolle. Wat hij aantrof in de aardbevingsregio maakte hem strijdbaar.
‘Moeten we niet massaal op het Malieveld staan?’
,,Moeten we niet massaal op het Malieveld staan om nu eindelijk echt beweging in de zaak te krijgen?’’, zei Brouwer in een interview in deze krant. ,,Er is hier de afgelopen decennia voor meer dan 265 miljard euro aan gas uit de bodem gehaald. En wij krijgen er peanuts voor terug. Daarmee wordt de Groningers absoluut tekortgedaan.’’
Zes jaar later zit Brouwer thuis en zoekt interim-bestuurder Margriet Drijver collega-corporaties in de aardbevingsregio die het stokje willen overnemen. In juli maakten Marenland en zijn directeur al bekend dat hun wegen gingen scheiden. Brouwer én zijn corporatie hebben zich de tanden stuk gebeten op een versterkingsoperatie die de macht van een van de kleinste sociale woningverhuurders in de provincie ver te boven ging.
In juli was er nog geen indicatie dat de raad van commissarissen vijf maanden later de stekker eruit zou trekken. Drie maanden daarvoor schreef Brouwer nog in het jaarverslag over 2021 dat alles bij de corporatie nu klaarstaat om dit jaar eindelijk tempo te maken met de versterking van haar 2100 woningen. En dat is nodig ook, want ondanks alle harde werk heeft Marenland ‘nog maar’ 30 procent van de klus in Appingedam geklaard.
Complexe operatie
Maar de risico’s en gevaren waar Brouwer in zijn jaarverslag voorzichtig de vinger op legt, zijn sindsdien nog rap groter gegroeid. Vooral de pan uitrijzende bouwkosten, de doorzettende inflatie en de steeds krappere arbeidsmarkt zetten zware druk op een toch al complexe operatie, op een speelveld bovendien waar de overheid en de Nationaal Coördinator Groningen voortdurend de doelpalen en hoekvlaggen verzetten.
Van meet af aan was de versterkingsoperatie in Appingedam een woeste achtbaanrit. De eerste proef met de versterking van acht huizen in de jarenzestigwijk Opwierde-Zuid, waar honderden huizen op de schop moesten, draaide meteen uit op haastwerk van de aannemer en een kater voor de bewoners. Sindsdien moet de corporatie tot op de dag van vandaag spitsroeden lopen om haar argwanende huurders mee te krijgen in het ingrijpende proces– waar uiteindelijk voor sommigen een nieuw huis wacht en anderen terugkeren in de versterkte, oude woning.
Versterking zet zware druk op personeel en relatie met huurders
Dat zet zware druk op zowel de medewerkers als de relatie met de huurders. In een vergelijkend onderzoek van de landelijke koepel van woningcorporaties Aedes scoort Marenland in de breedte nog redelijk, maar ronduit slecht op klanttevredenheid. Vanwege de onzekerheid over de versterkingsoperatie wordt bijvoorbeeld onderhoud vaak uitgesteld, tot onvrede van de huurders.
Ondertussen piept en kraakt de organisatie onder het gewicht van de opdracht. Van ‘simpele’ huizenverhuurder heeft de corporatie zich ontwikkeld tot projectontwikkelaar en ‘bouwmachine’. Daarvoor moet veel externe hulp worden ingevlogen en dat maakt de organisatie tot een duiventil. Het gemoedelijke ons-kent-onsgevoel van voorheen heeft in het glanzende nieuwe hoofdkantoor in de binnenstad van Appingedam plaatsgemaakt voor een zakelijker cultuur. En dat bevalt veel huurders en medewerkers maar matig.
Vanaf komend jaar hoopt Marenland het werk over te dragen aan buurcorporaties met meer slagkracht, zowel financieel als in de personele organisatie. Daarover is Margriet Drijver (als bestuurder, toezichthouder en ‘troubleshooter’ gepokt en gemazeld bij onder meer woningcorporaties Lefier en Acantus, maar ook bij de Commissie Mijnbouwschade) nu in gesprek met haar collega-bestuurders binnen Kr8, het samenwerkingsverband van de acht woningcorporaties in de aardbevingsregio.
Bulk gaat naar grote buurcorporaties, plukjes landen bij de kleintjes
Het ligt voor de hand dat de grootsten binnen die club ook het grootste deel van de klus overnemen. Het bijna zes keer grotere Acantus is al sterk in Delfzijl en zou het huizenbezit daar kunnen inlijven. Dat geldt ook voor de hoofdmoot van het woningbestand in Marenland-thuishaven Appingedam, al of niet gedeeld met Groninger Huis. Wierden en Borgen (in Bedum) is een logische kandidaat voor de Marenland-huizen in Middelstum en het plukje woningen in Uithuizen en Roodeschool zou naar de kleine Stichting Uithuizer Woningbouw kunnen.
Voor de huurders verandert er weinig, benadrukte Drijver al eerder. ,,Het enige wat ze merken is dat ze in de toekomst mogelijk contact hebben met andere personen.’’ Hoe de gesprekken lopen en met wie, houdt ze nog even onder de pet. Half december verwacht de corporatie meer duidelijkheid over welke woningen waarheen gaan en waar de medewerkers straks landen. Tot dan geldt er radiostilte.