'Hoe ziet Loppersum er over 10 jaar uit?' vraagt Cock Peterse zich af. Foto: Anjo de Haan
Bij de afwikkeling van aardbevingsschade aan huizen, komt één vraag steeds terug: slopen of versterken? Het lijkt kiezen tussen twee kwaden, bij beide oplossingen raken bewoners teleurgesteld en gefrustreerd.
Cock Peterse (64), Stichting Erfgoed Loppersum
Architect Cock Peterse in een straat met drie zogenoemde krimphuisjes. Dat zijn huizen die veel breder zijn aan de achterkant dan aan de voorkant, omdat achterin ruimte was voor een stal - een type woning dat je niet meer ziet bij nieuwbouw. Foto: Anjo de Haan
Neem bijvoorbeeld Cock Peterse, inwoner van Loppersum. Als architect en betrokkene bij de Stichting Erfgoed Loppersum, vreest hij voor kaalslag in het mooie centrum van Loppersum. Veel huizen dreigen namelijk te worden gesloopt. ,,Er zijn veel prachtige oude huizen in Loppersum, maar de meeste zijn niet aangemerkt als monumentaal of als onderdeel van beschermd dorpsgezicht. Wanneer de bewoners besluiten dat het mag worden gesloopt, kan dat gewoon.”
Oude panden met historische en architectonische waarde gaan hiermee verloren. ,,Het wordt nooit weer zoals het was”, legt Peterse uit. ,,In Loppersum zijn veel huizen die gebouwd zijn rond de jaren 1920. Die huizen hebben details die ze uniek maken, zoals glas-in-loodramen of speciaal metselwerk. Dat krijg je niet terug met nieuwbouw. Het historische karakter van het dorp verlies je hierdoor.”
Moet elk huis dan behouden blijven en worden versterkt? ,,Nee, ik begrijp dat het bij sommige huizen logischer is om te slopen. Maar dat gebeurt nu te veel en daar waarschuwen wij voor. Op dit moment hangt het af van individuele inzet van bewoners of het straatbeeld blijft bestaan. Dat zou niet zo moeten zijn.”
Mensen worden niet goed voorgelicht, vindt Peterse. ,,Zij denken bijvoorbeeld vaak dat versterken tot veel ruimteverlies leidt, omdat de ondersteuningsbalken wel 15 centimeter dik kunnen zijn. Je kunt echter ook kiezen voor koolstofstrips tegen de muur, die zijn veel dunner. Maar dat is duurder, dus de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) stelt dat niet voor.”
Om aandacht te vragen voor dit probleem, heeft de Stichting Erfgoed Loppersum samen met de Historische Vereniging Loppersum en Stichting Dorpsbelangen Loppersum een spandoek opgehangen waarop te lezen staat: ‘Hoe ziet Loppersum er over 10 jaar uit? Behoud het Lopster erfgoed: versterken, niet slopen’. Het spandoek mag in elk geval tot eind september blijven hangen.
Brenda Stijkel (49) en de ‘strijders voor de sloop’
Brenda Stijkel (helemaal links) en haar strijders voor de sloop, voor het huis dat zij liever tegen de grond ziet gaan. Foto: Duncan Wijting
Brenda Stijkel en haar buren uit Appingedam denken hier juist heel anders over. Hun huis wordt versterkt en zij zijn daar helemaal niet blij mee. ,,De kosten voor het versterken zijn twee keer zoveel als de waarde van het huis. Dit is weggegooid geld.”
De ‘strijders voor de sloop’ wonen aan de Derk Boeremastraat in Appingedam, in huizen uit de jaren 1950. De muren zijn dun en slecht geïsoleerd. Een warmtepomp is daardoor geen optie en ook na versterking zal het dak geen zonnepanelen kunnen dragen. ,,Wij willen in duurzame huizen wonen en van het gas af, maar op deze manier kan dat niet.’’
Nieuwbouw kan wel, maar dan moet zij 100.000 euro bijleggen. Dat is geen bedrag dat iedereen heeft liggen of kan bijlenen. Terwijl mensen in de naburige wijk wel nieuwe huizen krijgen zonder de portemonnee te hoeven trekken. Stijkel: ,,Dit voelt ontzettend onrechtvaardig.”
Daarom is zij vorige week vrijdag naar staatssecretaris Mijnbouw Hans Vijlbrief gegaan, die eens in de twee weken in Loppersum werkt. Zij wilde met het bezoek aandacht vragen voor de situatie in de buurt. ,,Wij willen eindelijk eens goed worden geholpen en niet steeds aan het lijntje worden gehouden. Vijlbrief heeft ons vriendelijk aangehoord en goed geluisterd. Hij heeft geen toezeggingen gedaan, maar dat wisten wij van tevoren. Hij gaat in gesprek met de NCG en met wethouder Annelies Usmany van Eemsdelta (aanspreekpunt versterkingsopgave) om te kijken of ons toch een ander aanbod kan worden gedaan.”
Voor een verlies van historisch waarde is Stijkel niet zo bang. ,,Je kunt op dezelfde manier terugbouwen, met dezelfde kleur baksteen en dakpannen. Ik hoef geen futuristisch huis of iets dergelijks.”
Carol Vosmeer (62), huurder in Appingedam
Carol Vosmeer voor zijn huis, dat binnenkort tegen de vlakte gaat. Maar hij is niet tevreden over de nieuwbouw. Foto: Duncan Wijting
Sloop-nieuwbouw kan ook voor teleurstelling zorgen bij bewoners. Carol Vosmeer is woordvoerder van een groep bewoners van woningcorporatie Marenland. Zij zijn ontevreden omdat sommige nieuwe huizen kleiner blijken uit te vallen dan de oude.
De woningen zijn vijftig jaar oud en slecht geïsoleerd. Daarom koos een meerderheid van de huurders voor sloop-nieuwbouw. ,,Vanaf het begin is ons verteld dat wij nieuwe huizen zouden krijgen die gelijkwaardig zijn aan de oude”, verklaart Vosmeer. ,,Maar toen we stemden, waren er nog geen tekeningen van de nieuwe woningen. Wij wisten helemaal niet waar wij voor kozen.”
Het blijkt dat sommige huizen in de praktijk kleiner uitvallen. Voor Vosmeer is dit overkomelijk: ,,Ik woon in mijn eentje, ik red het wel.” Maar sommige gezinnen komen wel in de knel. Zij krijgen minder slaapkamers terug, of minder opslagruimte op zolder.
Marenland bestrijdt de aantijgingen. Volgens de corporatie is de meerderheid van de nieuwe huizen groter of gelijk aan de oude. De eengezinswoningen met zolder en de levensloopbestendige woningen (dat zijn huizen met voorzieningen voor de oude dag, zoals een slaapkamer op de begane grond of een traplift) zijn groter dan de huidige woningen. Maar de eengezinswoningen zonder zolder zijn kleiner dan de huidige huizen.
,,Bij het maken van de plannen kijken wij, naast de woonwensen van de huidige bewoners, ook naar de toekomstige ontwikkelingen en woonbehoeftes over tien tot twintig jaar”, legt woordvoerder Joost Boon uit. ,,In sommige gevallen krijgen mensen een kleinere woning dan ze hadden, maar die wel passend is voor hun huidige situatie. We volgen de wettelijke regels van ‘Passend Toewijzen’. Dit betekent dat de woning passend is op basis van gezinssamenstelling en het inkomen.”
Hoe dan ook zorgt het proces voor veel stress bij de bewoners. ,,Die stress vloeit meer voort uit de afhandeling door Marenland, dan de aardbevingen zelf. Mensen zijn moe, heel erg moe. Wij willen duidelijkheid en gelijkwaardige huizen”, verzucht Carol Vosmeer.
Wie bepaalt eigenlijk wat er gebeurt met je huis, bij aardbevingsschade?
Als je huis aardbevingsschade heeft, is eerst is de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) aan zet. Die laat onderzoeken of de schade daadwerkelijk tot veiligheidsproblemen leidt. Is het pand veilig genoeg bij een nieuwe aardbeving, of niet? Zo ja, dan is je huis ‘op norm’ en hoeft verder niks te gebeuren. Zo niet, dan moet dat worden opgelost.
Vervolgens worden de marktwaarde van het huis, de kosten voor versterking en de kosten voor sloop-nieuwbouw vastgesteld. Op basis van die informatie brengt de NCG een advies uit met de mogelijkheden. Daar wordt een budget aan gekoppeld. De eigenaar kan voor dat bedrag kiezen wat hij wil met zijn pand. Het advies kan bijvoorbeeld zijn dat er wordt versterkt, omdat sloop-nieuwbouw duurder is. Wil de eigenaar toch slopen? Dan moet hij of zij daar zelf geld voor bijleggen. Ook ligt het financieel risico dan bij hem. Woon je in een flat, rijtjeshuis of twee-onder-één-kap? Dan moet je samen met je buren besluiten wat er gebeurt met de woningen.
Inpakken en wegwezen, zullen sommigen denken. Dat kan. Je kunt je pand verkopen aan het Woonbedrijf, dat in opdracht van de NCG de taxatie- en aankoopprocessen beheert. Je kunt dan verhuizen naar een andere locatie. Het Woonbedrijf handelt de sloop-nieuwbouw of versterking van je oude huis af.