Op 2 juni 1979 demonstreerden duizenden mensen in Gasselte tegen de opslag van kernafval in zoutkoepels. Archieffoto: Bert Verhoeff
Inwoners van Anloo, Gasselte, Drouwen, Schoonloo en Hooghalen maken zich zorgen nu opslag van kernafval in zoutkoepels opnieuw in beeld komt. Hun boodschap is helder: dat plan heeft geen schijn van kans.
„De afgelopen tijd staken we veel energie in het voorkomen van uitbreiding van defensieterrein De Haar. En dan dient nu een nieuw probleem zich weer aan”, verzucht Henk Boer, voorzitter van dorpsbelangen Hooghalen, Laaghalen en Laaghalerveen.
„In onze regio is weinig draagvlak, dat blijkt wel uit de geschiedenis van protest tegen kernafval in zoutkoepels en recente weerstand tegen gaswinning en windmolenparken”, zegt Carlo Hadderingh, voorzitter Plaatselijk Belang Gasselte-Kostvlies.
Ze winden er geen doekjes om. Wat inwoners betreft is het duidelijk: géén kernafval in zoutkoepels onder Anloo, Gasselte/Drouwen, Schoonloo en Hooghalen. Dorpsbelangenverenigingen, gemeenten en provincie komen in verzet, nu de discussie voor opslag van kernafval in zoutkoepels opnieuw oplaait.
Besluit kernafvalopslag naar voren
Dat zit zo. Op dit moment slaat Nederland radioactief afval tijdelijk bovengronds op, in een speciale faciliteit naast de kerncentrale bij het Zeeuwse Borssele. Het is de bedoeling dat afval daar tot 2130 op te slaan, maar daarna moet het definitief in de diepe ondergrond worden opgeborgen. Dit wordt ‘eindberging’ genoemd.
Pas in 2100 zou een besluit genomen worden over die eindberging, maar het kabinet wil dat besluit naar voren halen, naar 2050. Reden: experts adviseren om niet te lang te wachten., want het vinden van een geschikte methode en plek kan tientallen jaren duren. Bovendien is er de wens om vier nieuwe kerncentrales te bouwen.
In februari publiceerde de regering een voorlopige versie van het Nationaal Programma Radioactief Afval (NPRA). Daarin staat hoe de overheid wil omgaan met kernafval. Nederland moet als lid van de Europese Unie elke tien jaar zo’n plan opstellen.
Rumoer en verzet in Groningen en Drenthe
In dat plan staat dat zogenoemde Boomse kleilagen en zoutkoepels geschikte opties zijn voor de opslag van kernafval. Een zoutkoepel is een grote ondergrondse zoutformatie, ontstaan door opstuwing uit een zoutlaag. De toppen van de koepels liggen enkele honderden meters onder de grond.
Daar ontstaat de onrust: die zoutkoepels vind je vooral in het noorden. Eerder ontstond rumoer in Groningse dorpen Onstwedde, Bourtange en Pieterburen. Nu komt ook verzet uit Drenthe: daar liggen onder Anloo, Gasselte/Drouwen, Schoonloo en Hooghalen zoutkoepels.
„Dat Anloo potentieel geschikt is voor opslag, baart ons grote zorgen”, zegt Gijs Derkx, voorzitter van dorpsbelangen Anloo. „Temeer omdat een dorpsgenoot al in 2013 heeft uitgezocht dat de zoutkoepel bij Anloo scheuren bevat, wat grote risico’s met zich meebrengt.”
Zorgen om veiligheid en ruimte
Ook andere inwoners vragen zich af of veilige opslag wel mogelijk is. Wat als er een aardbeving is bijvoorbeeld, als water de opslagfaciliteit aantast of als de hitte die het radioactieve afval produceert de grond destabiliseert?
Tegenstanders halen vaak het Duitse Asse als voorbeeld aan waarom opslag in zoutkoepels een slecht idee is. In Asse werd in de jaren zestig en zeventig radioactief afval opgeslagen in een oude zoutmijn. In 2008 bleek dat het water al jarenlang de mijn instroomde, waardoor de vaten met afval aangetast werden.
Ook de bovengrondse ruimte die nodig is voor de opslag baart inwoners zorgen. Dat gaat om een terrein van ongeveer 2,5 vierkante kilometer boven de top van de zoutkoepel, volgens een eerste inschatting in dat NPRA. Ondergronds gaat het om 1,4 kilometer.
‘Delen van dorpen afgebroken’
Dat zou betekenen dat bij uitvoering van de plannen, delen van dorpen moeten worden afgebroken, voorspelt Herman Damveld, energiedeskundige en publicist. „In het geval van Anloo ligt die top 200 meter onder de Magnuskerk, bij Gasselte-Drouwen ligt de top onder Alinghoek, bij Hooghalen in agrarisch- en veengebied en bij Schoonloo in dorps- en natuurgebied”, zegt Damveld.
„Voor Gasselte en Drouwen zou dat desastreuze gevolgen hebben. Dan zou een groot deel van de dorpen worden opgeofferd. Bovendien liggen de dorpen midden in natuur- en landbouwgebied: in Geopark de Hondsrug en Natura 2000-gebied Drouwenerzand en in de directe omgeving van Nationaal Park de Drentsche Aa”, klaagt Hadderingh.
Massaal protest in 1979
De discussie over opslag in zoutkoepels is niet nieuw. Al sinds de jaren zeventig zijn de koepels in beeld, wat destijds ook al tot veel verzet leidde. In 1979 kwamen in Gasselte zo’n 25.000 mensen op de been om te protesteren.
„Er dreigde hier zelfs een proefboring. Dat was directe aanleiding tot paniek. Onze boodschap tijdens het vreedzame protest was helder: we willen toekomstige generaties niet opzadelen met dit probleem”, zegt Gerard Kroezenga, medeorganisator van het toenmalige protest. „Het gaat niet zozeer om not in my backyard. Opslag van kernafval moet überhaupt niet zonder dat er garantie is dat het veilig kan.”
De demonstratie tegen kernafval in de zoutkoepels in Gasselte op 2 juni 1979. Foto: Archief DvhN
Na het grote protest werden de plannen in de ijskast gezet. Maar ze verdwenen nooit helemaal van tafel. „Toen dachten we al dat het een generatie zou duren voordat de discussie opnieuw zou beginnen. Nu blijkt dat we gelijk hadden”, zegt Kroezenga. „Ik ben inmiddels 68, maar als het moet, ga ik gewoon weer de barricade op.”
Oproep om zienswijze in te dienen
Van een massaal protest als toen is tot nog toe geen sprake, maar inwoners komen wel opnieuw in verzet. In eerste instantie door een zienswijze in te dienen op de voorlopige versie van het Nationaal Programma Radioactief Afval (NPRA).
De dorpsbelangenverenigingen hebben dat al gedaan of zijn dat nog van plan. Ook roepen ze hun inwoners op om dat te doen: dat kan tot en met 24 maart. Ook de provincie is helder: ondergrondse opslag van kernafval in Drenthe is een doodlopende weg. De gemeenten Aa en Hunze, Borger-Odoorn en Midden-Drenthe willen ook een zienswijze indienen of hebben dat inmiddels gedaan.
„Onze gemeente heeft al te maken met de gevolgen van gas- en zoutwinning en de rijkscoördinatieregeling voor windparken. Wij hebben ruimschoots bijgedragen en staan afwijzend tegenover verder ‘gerommel in de bodem’,” zegt burgemeester Anno Wietze Hiemstra van Aa en Hunze. Hij benadrukt: „De impact van gaswinning laat zien hoe risicovol ingrepen in de ondergrond kunnen zijn. Wij willen onze inwoners niet opzadelen met de gevaren van radioactief afval.”
‘Het voelt sneaky’
Daarbij verbazen de dorpsbelangenverenigingen en gemeenten zich over de communicatie van het kabinet over de plannen en mogelijkheid tot inspraak. Tot voor kort wisten ze er niets van.
Burgemeesters Jan Seton van Borger-Odoorn en Anno Wietze Hiemstra van Aa en Hunze zeggen verrast te zijn. Ze vinden het vreemd dat de bekendmaking van de procedure „een beetje verstopt was op een website” en de gemeenten daar niet actief over geïnformeerd zijn.
„We werden onlangs compleet overrompeld”, zegt ook dorpsbelangenvoorzitter Henk Boer uit Hooghalen. „Blijkbaar was er begin maart een online informatiebijeenkomst. En een fysieke in Zeeland, maar daar ga je ook niet zomaar naartoe. Het voelt een beetje sneaky, alsof de plannen worden stilgehouden.”
Zijn collega uit Gasselte is er ook niet over te spreken. „De mogelijkheid om een zienswijze in te dienen staat dan in de Staatscourant, maar wie leest dat?” vraagt Hadderingh zich af. „In dat programma wordt gerept over participatie. Nou, het kabinet staat nu al met 3-0 achter wat dat betreft.”
Reactie staatssecretaris
Staatssecretaris Chris Jansen van Openbaar Vervoer en Milieu laat via zijn woordvoerder weten begrip te hebben voor de zorgen die leven. „Tegelijkertijd wil ik duidelijk maken dat er nog geen beslissing is genomen over de locatie waar we de eindberging willen gaan regelen.”
Jansen benadrukt dat er nog geen enkele concrete locatie in beeld is voor eindberging. „Dat duurt echt nog een hele tijd en dat gaan we op een zorgvuldige manier aanpakken.”
Na 2027 start het proces voor een concrete locatiekeuze. „Ik kan beloven dat er dan volop gelegenheid is, ook voor Noord-Nederland, om hierover mee te praten en inbreng te leveren voor besluitvorming later.”
Veiligheid staat daarbij centraal, stelt de staatssecretaris. „Veiligheid is een absolute randvoorwaarde. Waar de berging ook komt, het mag en zal niet gevaarlijk zijn voor omwonenden en de leefomgeving.”
Als reactie op het voorbeeld in Duitsland, dat inwoners zorgen baart, zegt hij: „In Duitsland gaat het niet om eindberging. De manier waarop het daar is gegaan voldoet volstrekt niet aan hoe wij een berging zouden inrichten.”
Volgens een woordvoerder van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is op meerdere manieren gecommuniceerd over de inspraakprocedure. Via advertenties in landelijke en regionale kranten, online advertenties, een officiële publicatie in de Staatscourant, berichten op sociale media, via Platform Participatie en e-mails naar betrokken organisaties.