Nederland bergt kernafval nu nog op in een bovengrondse faciliteit bij de kerncentrale in Borssele. Foto: Marcel Molle
Een groep inwoners van Pieterburen is bang dat de zoutkoepel onder het dorp weer in beeld komt voor de opslag van kernafval. Waarom laait deze discussie op? En wat is dat eigenlijk, een opslagfaciliteit voor radioactief materiaal?
De boodschap van Groningen Kerngezond is duidelijk: géén kernafval onder Pieterburen. De actiegroep werd afgelopen weekend in het leven geroepen nadat rumoer ontstond rondom een voorlopig overheidsprogramma over kernafval.
Binnen twee dagen was er een website en een petitie, vertelt woordvoerder José Verhoef. „De zorgen zijn bij ons van nul naar honderd gegaan. Dit gaat niet alleen om Pieterburen, dit gaat om heel Groningen.”
Waarom laait deze discussie nu op?
In februari publiceerde de regering een voorlopige versie van het Nationaal Programma Radioactief Afval (NPRA). Daarin staat hoe de overheid wil omgaan met kernafval. De regering moet als lid van de Europese Unie elke tien jaar zo’n plan opstellen.
Er komt van alles in ter sprake: hoeveel radioactief afval produceren we als land, en hoe minimaliseren we dat? Wie is verantwoordelijk voor beheer, en wie moet ervoor betalen? En: waar slaan we ons kernafval op?
In het voorlopige programma staat dat Nederland op dit moment onderzoekt hoe je kernafval op kunt slaan in klei- of zoutlagen onder de grond. Daar ontstond de onrust in Pieterburen: het dorp is namelijk een van de weinige locaties in Nederland waar een mogelijk geschikte zoutlaag onder de grond zit.
Discussies over de opslag van kernafval onder Pieterburen spelen al sinds de jaren zeventig. Ook toen was het dorp in beeld als locatie voor kernafvalopslag. Na groot protest, inclusief een bezettingsactie van een NAM-boortoren bij Warffum, gingen de plannen in de ijskast. Maar ze verdwenen nooit helemaal van tafel.
Waarom niet?
Omdat de overheid nog altijd geen definitief antwoord heeft op de vraag ‘wat te doen met ons kernafval’. Op dit moment slaat Nederland het bovengronds op, in een speciale faciliteit naast de kerncentrale bij het Zeeuwse Borssele.
Die opslagplaats is tijdelijk. Het was altijd de bedoeling om uiteindelijk een ‘eindopslag’ te bouwen, diep in de grond. Een klein deel van het kernafval blijft namelijk vele duizenden jaren radioactief. Een stuk langer dan de gemiddelde levensduur van een gebouw.
Het is de bedoeling het Nederlandse kernafval tot het jaar 2130 op te slaan bij Borssele. Dan zou Nederland een eindberging gerealiseerd moeten hebben. Over waar die eindberging moet komen, wil de overheid rond 2100 een besluit nemen. Het Rathenau Instituut oordeelde in september 2024 nog in een advies aan de regering dat het onverstandig is om zo lang te wachten. Zeker nu het kabinet overweegt om vier nieuwe kerncentrales te bouwen.
Kernafval, wat is dat eigenlijk?
Kernafval is restmateriaal dat overblijft bij het opwekken van kernenergie. Het afval is radioactief: het geeft straling af die gevaarlijk is voor je gezondheid als je ermee in aanraking komt. Niet al het radioactieve afval ontstaat trouwens bij het opwekken van kernenergie. Ziekenhuizen en laboratoria produceren het bijvoorbeeld ook.
Het grootste deel van het afval is laag- en middelradioactief. Gerekend in kubieke meters lagen in 2023 zo’n 568 zeecontainers van die minder gevaarlijke afvalsoort opgeslagen bij Borssele. In hetzelfde jaar lag er anderhalve zeecontainer aan hoogradioactief afval. Dát is het afval dat vaak duizenden jaren gevaarlijk blijft.
Zelfs als de kerncentrale van Borssele morgen zou sluiten, hebben we radioactief afval waar we als land iets mee moeten. Daarom onderzoekt de overheid de mogelijkheden voor het bouwen van een eindopslag. Volgens de meeste experts is de veiligste optie ondergrondse opslag.
In een zoutkoepel dus?
Bijvoorbeeld, ja. Nederland heeft twee geologische lagen die het meest geschikt lijken voor kernafvalopslag: Boomse klei en zoutkoepels. Boomse klei vind je verspreid door het land, zoutkoepels vooral in het noorden.
In Groningen liggen zoutkoepels onder Pieterburen, Onstwedde en Bourtange. Een zoutkoepel is een vaak paddenstoelvormige zoutlaag onder de grond.
In de opslagfaciliteit in Borssele kan het Nederlandse kernafval nog tot 2130 liggen. Foto: Marcel Molle
Voorstanders benadrukken dat de grondlaag een isolerende werking heeft en dat die zich goed kan vormen om het afval heen. Tegenstanders twijfelen of een veilige opslag wel mogelijk is. Wat als er een aardbeving is bijvoorbeeld, als water de opslagfaciliteit aantast of als de hitte die het radioactieve afval produceert de grond destabiliseert?
In het Duitse Asse werd in de jaren zestig en zeventig radioactief afval opgeslagen in een oude zoutmijn. In 2008 bleek dat water al jarenlang de mijn instroomde, waardoor de vaten met afval aangetast werden. Critici wijzen vaak naar Asse als voorbeeld waarom opslag in zoutkoepels een slecht idee is. Toch zou een opslagfaciliteit in een Nederlandse zoutkoepel er nogal anders uitzien, omdat die speciaal aangelegd zou worden voor de opslag van radioactief afval. Dat was in Asse niet het geval.
Als de overheid kernafval in zoutkoepels wil opbergen, wanneer gebeurt dat dan?
Dat zal nog een tijd duren.Wat de regering nu zegt, is dat het uitgebreider onderzoek wil doen naar wat er komt kijken bij de opslag van kernafval in onder meer - maar niet exclusief - zoutkoepels.
In oktober 2024 gebruikte minister Sophie Hermans (VVD, Klimaat en Groene Groei) klare taal in een Kamerdebat. ,,Dit kabinet gaat de zoutcavernes in Groningen niet gebruiken om kernafval in op te slaan’’, zei ze toen.
Maar dit is een onderwerp van een tijdsduur die kabinetten overstijgt, dus de politieke wind kan veranderen. Hoe dan ook: als de regering eenmaal een locatie op het oog heeft, zal het zo twintig jaar duren voor een opslagfaciliteit gebouwd wordt, aldus het voorlopige nationaal programma waar het allemaal om te doen is.
De keuze voor een plek voor eindberging is aan de rijksoverheid. De gemeenteraad van Het Hogeland nam woensdag een motie aan waarin staat dat Pieterburen geen locatie mag worden voor kernafvalopslag. De indieners erkennen dat de gemeente daar uiteindelijk niet over gaat, maar vroegen het college om te reageren op het voorlopige kernafvalprogramma van de regering. Ze willen niet dat inwoners van Pieterburen, zeker met oog op de gaswinning, ook nog geconfronteerd worden met stress over een mogelijke eindberging onder het dorp.