Henk Jumelet, gedeputeerde van Klimaat en Energie in Drenthe. Foto: Marcel Jurian de Jong
Wordt in 2050 een deel van de stroom in Drenthe opgewekt door een of meerdere kleine modulaire kernreactoren (SMR’s)? Het is nog te vroeg om die vraag met ja te beantwoorden. Wel verkent de provincie momenteel de mogelijkheden van kernenergie. Verantwoordelijk gedeputeerde Henk Jumelet praat ons bij.
In Hoogeveen werd onlangs een informatieavond georganiseerd over de mini-kernreactor. Wanneer kan de gemeente daar beginnen met de bouw?
„Het politieke antwoord is dat het slechts een informatieavond betrof. De inwoners werden gepolst hoe zij over zo’n kernreactor denken. Is het haalbaar en realistisch? Een echt initiatief is dit nog niet. Dan komt de vergunningverlener, de rijksoverheid, om de hoek kijken. Het Rijk gaat over grote en kleine kernreactoren. Niet de provincie.”
Dus ze lopen in Hoogeveen wat ver voor de muziek uit?
„Ja, een beetje wel. Maar het is altijd goed om informatie op te halen bij de inwoners. Ook in de Provinciale Staten hebben we dat gezegd, als het gaat om alle energievormen in de toekomst: onderzoek alles, behoud het goede. We kunnen het ons niet veroorloven om geen onderzoek te doen. Een van de opties is kernenergie. Uitsluiten is dus niet aan de orde, maar het is minstens zo voorbarig om te roepen dat er een kleine kernreactor in Drenthe komt. Daar gaat heel veel tijd, onderzoek en investeringen aan vooraf. Dan nog: nergens ter wereld staat al zo’n ding.”
Onlangs gaf emeritus-hoogleraar Wim Turkenburg een presentatie over kernenergie voor Drentse Statenleden. Hij stelde dat kernenergie essentieel is om aan de energievraag in 2050 te voldoen.
„Dat klopt. Je redt het niet met wind en zon alleen. Evenmin met bijvoorbeeld alleen kernenergie of geothermie. De waarheid ligt in het midden, zoals zo vaak. We zullen alle energiebronnen nodig hebben om aan de vraag te kunnen voldoen. Die energievraag neemt trouwens ook alleen maar toe.”
Nadeel van een kernreactor is dat het kernafval produceert. Staatssecretaris Chris Jansen doet onderzoek naar ondergrondse opslag van kernafval, bijvoorbeeld in zoutkoepels. U heeft daar steeds duidelijk nee tegen gezegd.
„Dat is op dit moment het beleid in Drenthe, opgeschreven in de omgevingsvisie. Het staat ook in onze strategie bodem en ondergrond. Dit uitgangspunt hebben we in de Staten met elkaar afgesproken. Dus kernafval in de Drentse bodem? Nee.”
In het Zeeuwse Borssele staat een grote kerncentrale. Daar wordt kernafval bovengronds opgeslagen. Foto: Shutterstock
Dat klinkt wel een beetje als Nimby, not in my backyard. Als je een kernreactor bouwt, moet je toch ook ergens met het afval naartoe?
„Dat is een heel terechte vraag. Je kunt je misschien voorstellen dat met de voortschrijdende techniek uranium straks vaker kan worden gebruikt. Het zal bovendien ook niet zo zijn dat we op verschillende plekken in het land kernafval gaan opslaan, omdat daar toevallig een kleine kernreactor staat. Nu wordt kernafval in Nederland bovengronds opgeslagen in Borssele. Ook het lager gecatoriseerd kernafval, zoals van ziekenhuizen, komt daar terecht. Maar het is wel zo dat als we met z’n allen besluiten dat Nederland een of meer SMR’s bouwt, je ook moet nadenken over de vraag waar je met je afval naartoe gaat.”
In een aantal dorpen met zoutkoepels in het Noorden is wel wat onrust ontstaan bij de inwoners. Misschien worden die dorpen straks wel aangewezen voor ondergrondse opslag.
„Daarom is het goed om daar als provincie Drenthe helder over te zijn. De staatssecretaris haalt de discussie over kernafvalopslag naar voren en wil alvast een routekaart maken. Om in die stijl te blijven: op deze routekaart is Drenthe een doodlopende weg.”