De bollenteelt levert fraaie bloemen op, maar veel mensen maken zich zorgen over de gevolgen van het gebruik van bestrijdingsmiddelen. Foto: Marcel Jurian de Jong
Juridisch zijn er weinig belemmeringen om de bollenteelt in Drenthe te beperken. Als de politieke wil er maar is, constateert Anry Kleine Deters, Statenlid van D66.
Ze baseert dit op een rapport van Bout Advocaten, dat is opgesteld in opdracht van het Drents Parlement, oftewel Provinciale Staten. De politici willen weten welke mogelijkheden de provincie heeft om strengere regels te stellen aan die teelt. Dit omdat omwonenden zich zorgen maken over de invloed van bestrijdingsmiddelen op hun gezondheid.
Het provinciebestuur hield tot nu toe de boot af als het om strengere regels gaat. Dit zou juridisch niet kunnen. De provincie kan bijvoorbeeld geen bestrijdingsmiddelen verbieden die landelijk zijn toegestaan.
Drinkwater
D66 stelde samen met GroenLinks, PvdA, SP en Partij voor de Dieren voor om Bout het onderzoek te laten verrichten. „Bovendien”, zegt Kleine Deters, „is er onlangs nog een rapport uitgekomen over de verontreiniging van het water in de Drentsche Aa. Dat is belangrijk voor de drinkwatervoorziening van Groningen.”
De vraag of het provinciebestuur paal en perk kan stellen aan de bollenteelt, is voer voor juristen. De provincies hebben, naast de gemeenten, taken op het gebied van de ruimtelijke ordening. En ze hebben sinds in 2017 de Wet Natuurbescherming van kracht werd, de taak natuurgebieden te beschermen. Dit kan ook gelden ten aanzien van bollentelers die in de buurt van die gebieden zitten.
Sommige agrariërs zijn al lang bezig met het telen van bollen en dan is het lastig hier nadere regels aan te stellen, erkennen de juristen van Bout. Wel kunnen bijvoorbeeld bij natuurgebieden en woonwijken (grotere) teeltvrije zones afgedwongen worden. De juristen maken dit op uit eerdere rechterlijke uitspraken.
Nieuwe initiatieven
Bij nieuwe initiatieven kan het provinciebestuur veel meer, zeggen de juristen. Omdat de bollenteelt verspreid over de hele provincie voorkomt, valt het binnen de bevoegdheden van de provincie er regels over op te stellen. De provincie moet wel een goede belangenafweging maken tussen de belangen van omwonenden en de natuur enerzijds en die van de telers anderzijds.
„We krijgen uit steeds meer delen van de provincie signalen dat inwoners zich zorgen maken over de bollenteelt”, zegt Kleine Deters. „Zo ontvingen we als Statenleden een brief van mensen uit Eesergroen. In de gemeente Coevorden speelt dit ook.”
Wanneer volgend jaar de nieuwe Omgevingswet ingaat, krijgt de provincie nog meer mogelijkheden, stelt Bout. Dan kan zij op grond van het voorzorgsprincipe het gebruik van bestrijdingsmiddelen aan banden leggen. Dit houdt in dat een sterk vermoeden van schadelijkheid voor de volksgezondheid al voldoende kan zijn om er strenge regels aan te stellen.
Project in Westerveld
Het provinciebestuur doet, samen met het Rijk, de waterschappen en organisaties van telers, al zijn best om de schadelijke gevolgen van de bollenteelt te minimaliseren. In de gemeente Westerveld loopt een project om het gebruik van bestrijdingsmiddelen op korte termijn verder terug te dringen. Maar volgens organisaties van omwonenden, zoals Meten = Weten en Milieudefensie Westerveld, is dit niet genoeg. Zij vinden dat het provinciebestuur meteen strengere regels aan de teelt moet stellen.
Anry Kleine Deters wil het rapport van Bout Advocaten bespreken in het Drents Parlement. „Wij vinden dat op de Drentse landbouwgronden de teelt van voedsel de voorkeur verdient boven die van bloembollen”, zegt ze. „En het is dus duidelijk een politieke keuze om die te bevorderen.”