Schapenherder Nynke Leen op het heideveld. Foto: Jan Anninga
In de ochtendzon van een warme oktoberdag kijkt Nynke Leen (25) naar haar kudde schapen op de hei in Exloo. Witte en zwarte schapen staan rustig te grazen. Ze is nu een jaar schaapherder van dezekudde. ,,Vooral met dit weer is het prachtig.”
‘Vox, linksom!’ Nynke Leen blaast op haar fluitje. De bordercollie rent om de groep schapen heen, waarna de schapen zich bij elkaar verzamelen. De kudde loopt verder de hei bij Exloo op. De andere bordercollie Sigi rent de andere kant langs. ‘Lay down!’ roept ze.
Elke hond heeft ‘eigen’ fluitsignalen en een ‘eigen’ taal, zodat ze weten welke opdracht voor wie is bedoeld, legt Leen uit. ,,Die samenwerking tussen de honden en schapen geeft een speciaal gevoel. Het is mooi als dat in harmonie gaat.”
Een jaar geleden verhuisde de uit Akkrum afkomstige Leen naar Exloo om fulltime schaapherder te worden bij de schaapskooi. Ze doet dit werk samen met een parttime collega-herder en vrijwilligers.
De schaapskooi kende de afgelopen jaren veel wisselingen in herders. Volgens de opgestapte schapenhouders speelde de stroeve samenwerking met de Stichting Schaapskudde Exloo daarin een grote rol. Maar daardoor liet Leen zich niet afschrikken. ,,Je moet positief kijken naar de toekomst”, vindt de Friezin. ,,Er is een nieuw bestuur waar nieuwe mensen zijn bijgekomen. De problemen van toenzijn er niet meer. De samenwerking gaat hartstikke goed. En met de schapen gaat het goed; dan gaat het ook met mij goed.”
Jonge herder
Van april tot oktober trekt Leen dagelijks om 10.00 uur met zo’n 250 Drentse heideschapen vanuit de schaapskooi in het dorp naar natuurgebied Molenveld. Ze grazen zo’n zes uur per dag op de heide, waarmee ze helpen met natuurbeheer. Van november tot en met maart lopen de schapen op weilanden van de boeren in en en rondom Exloo, waar ze weer genoeg te eten hebben. Ze slapen dan ook niet meer altijd binnen in de schaapskooi, maar buiten.
Toen ze hier voor het eerst kwam werken, moest Leen vooral wennen aan wat mensen vinden van een 25-jarige herder. ,,De meeste 25-jarigen doen heel wat anders”, lacht ze. ,,Door mijn leeftijd nemen mensen je soms niet serieus. Die hebben bij een herder toch het beeld van een oude man met zo’n stok. Maar daar moet je je overheen zetten, en gewoon je ding doen.”
En dat lukt haar goed. Een van de leukste dingen aan haar baan, vindt Leen de vragen van toeristen als ze met haar schapen over de hei loopt. ,,Ze komen kijken bij vertrek of terugkomst bij de schaapskooi, en dan lopen ze vaak een stukje mee.”
Zorgen om de wolf
Maardit werk geeft ook ongerustheid. Toeristen vragen er met enige regelmaat naar: hoe zit het met de wolf?
,,Daar maak ik me zorgen om”, vertelt Leen. ,,We zetten veel wolvennetten neer waar de schapen ‘s nachts staan, en controleren extra: staat de stroom er goed op? Kan een wolf er niet onderdoor? Dat werk is wel intensiever geworden het afgelopen jaar. Je doet toch alles om de schapen veilig te houden.”
Zelf heeft ze nog geen wolf gezien, maar ze hoort wel dat ze hier worden gesignaleerd. Voor nu werken de netten, zegt Leen. ,,Maar het is heel onzeker. Ik denk soms wel dat wordt onderschat dat het echt een wild beest is.” Leen vindt het wel eens lastig als mensen met een makkelijke oplossing komen. ,,Dan zeggen ze, ‘koop gewoon een paar van die kuddebeschermingshonden’, alsof het niets voorstelt. Je gooit ze er niet zo bij en dan is het klaar.”
Blauwtong
Daarbij komen ook nog zorgen over blauwtong, een virusziekte die wordt overgedragen door knutten (vliegjes). Leen krijgt berichten dat het oprukt in Nederland, maar een vaccin tegen dit huidige virustype is er niet. Schapen krijgen bijvoorbeeld een gezwollen kop of ontstekingen bij de poten.
Schapen gaan niet per definitie dood aan het virus, maar als ze niet meer goed eten of lopen, verzwakken ze al snel. ,,Dat zie ik somber in als je de verhalen hoort. Het is wachten tot het hier komt”, zegt Leen. ,,Ik kan er niks aan veranderen. Dat voelt wel machteloos.”
Passie
Als ze niet op de hei is, dan is ze vaak druk bezig met wolvenrasters. Ook besteedt ze veel tijd aan het trainen en verzorgen van haar honden. Ze heeft er vier, en negen pups van vijf weken oud. Veel vrije tijd heeft Leen dan ook niet. Verre zonvakanties zitten er niet in – ,,maar daar heb ik toch geen geduld voor”, lacht ze.
Het is intensief werk, concludeert Leen: ,,Het moet je passie zijn”. Als het aan haar ligt, blijft ze hier voorlopig wel zitten. ,,Ik ben er nog lang niet zat van. Het bevalt me hartstikke goed.”