'Verplaatsen Oosterpoort naar andere kant van het station is helemaal niet nodig.' Foto: Corné Sparidaens
Paul Grimmius is het niet eens met uitspraken die interim directeur Frans Vreeke van ESNS eerder deze week deed over de toekomst van de Oosterpoort. ‘Laten we voorkomen dat nieuwe grote projecten de doodsteek worden van de cultuur die we al hebben.’
Alle respect voor Frans Vreeke en alles wat hij voor de culturele sector in onze stad en daar buiten gedaan heeft. Maar zijn pleidooi voor de bouw van een nieuwe Oosterpoort in het Stationsgebied (DVHN, 17-01), hoort wat mij betreft thuis in de categorie ‘het oude denken’. In deze tijden van (culturele) onzekerheid en instortende ecosystemen moet het een keer klaar zijn met onze drift om maar te blijven slopen en herbouwen.
De schade op het milieu is ongekend groot terwijl de kennis om te regenereren alom in onze maatschappij aanwezig is. We zijn onszelf blijkbaar ook nog steeds niet bewust van het feit dat we regelmatig potentieel cultureel erfgoed slopen waar we tientallen jaren later massaal spijt van krijgen.
De functies die Vreeke noemt in zijn opinie zijn allemaal al aanwezig in de huidige Oosterpoort. Verplaatsen naar de andere kant van het station is dus helemaal niet nodig.
Waarom zo zwart-wit?
De discussie is gaande of de Nieuwe Poort achter het station moet komen of op het Suikerterrein. Maar waarom is het zo zwart-wit? Dat er ambities zijn voor een grote popzaal is zeer begrijpelijk. Daarvoor is ruimte zat op het Suikerterrein.
Een hybride variant heeft in mijn ogen dan ook alleen maar voordelen: bouw een grote nieuwe popzaal voor 3000 bezoekers achter of desnoods bovenop het Zeefgebouw. Integreer het huidige karakteristieke Zeefgebouw en de nieuwe popzaal met elkaar, zodat er ineens veel meer mogelijkheden toereikend zijn dan die er nu bedacht zijn voor de Nieuwe Poort (je hebt het dan ineens over een capaciteit van 8000+ bezoekers).
Behoud de huidige publieke functie van het karakteristieke Zeefgebouw voor congressen, evenementen, exposities, markten en dergelijke in een samenwerkingsvorm met SPOT.
Eeuwig zonde
Het is eeuwig zonde om opgebouwde culturele waarde om zeep te helpen voor nieuwe plannen. Integreren, regenereren, behouden wat goed werkt en upgraden zouden in mijn ogen de nieuwe standaarden moeten worden.
Daarnaast kan de huidige Oosterpoort, na een goede upgrade, een nieuwe functie krijgen als bijvoorbeeld de thuisbasis voor het NNO en als podium voor de kleinere bands. Lekker middenin de stad, zonder overvol stationsgebied, waar je over de koppen kan lopen als het nieuwe station klaar is en er een megalomaan poppodium in de achtertuin staat.
Laten we proberen om de schaalvergroting ruimte te geven waar het nodig is, maar laten we tegelijkertijd voorkomen dat nieuwe grote projecten de doodsteek worden van de (klein)kunst en cultuur die we al hebben. De (binnen)stad heeft steeds minder kleinschalige podia waar je als startende maker terecht kan om je muziek voor publiek uit te proberen.
Win-win-win-win-win
Het risico dat een project als de Nieuwe Poort kleine initiatieven opslokt is zeer groot. Laten we koesteren wat we hebben en regeneratief bijbouwen wat de sector nodig heeft. Dat is in mijn ogen een win-win-win-win-win constructie. Win voor de cultuurliefhebber, win voor de sector, win voor het klimaat, win voor de portemonnee en win voor het cultureel erfgoed.
Paul Grimmius is voorzitter van gebiedscoöperatie de SuikerBiedt en voormalig creatief directeur van Paradigm