Asielzoekers komen aan bij het aanmeldcentrum in Ter Apel Foto: archief Corné Sparidaens
De gemeente Westerkwartier is er op het nippertje in geslaagd voldoende woonplekken te vinden voor erkende vluchtelingen. Dat voorkomt voor de tweede keer op rij dat de provincie ingrijpt.
Net als veel andere gemeenten in het land heeft Westerkwartier grote moeite genoeg woonruimte te bieden aan zogeheten statushouders, vluchtelingen met een verblijfsvergunning. Daarvoor werd de gemeente het afgelopen halfjaar al twee keer door de provincie op de vingers getikt.
Begin dit jaar kreeg Westerkwartier nog drie maanden tijd om te voldoen aan de taakstelling vanuit Den Haag over het eerste halfjaar van 2023. De gemeente slaagde er nog net voor de deadline van 1 april in om veertig woonplekken te vinden.
Westerkwartier voorkomt ‘indeplaatsstelling’
Al een week later volgde echter een tweede waarschuwing van de provincie. Ook de Haagse taakstelling over het tweede halfjaar van ‘23 was niet gehaald. Ook nu kreeg de gemeente drie maanden tijd om de achterstand in te lopen. Dat is alsnog gelukt: nog net voor 1 juli zijn er nog eens 38 statushouders onderdak geholpen.
Daarmee voorkomt de gemeente een zogeheten ‘indeplaatsstelling’. Bij zo’n ingreep neemt de provincie de teugels over en regelt voldoende plekken voor rekening van de gemeente.
Het provinciebestuur zit daar bovenop vanwege de nood in Ter Apel. Daar stroomt asielopvang over doordat vluchtelingen die hun asielprocedure met succes hebben doorlopen, niet kunnen doorstromen naar een woning door het oplopende landelijke huizentekort.
Toevlucht in hotelkamers tot in Zuidbroek
Er was wel kunst en vliegwerk nodig om ook nu een ingreep door de provincie te voorkomen. Met pijn en moeite kwam Westerkwartier tot 22 van de voorgeschreven 38 woonplekken voor de tweede helft van 2023, maar de resterende 16 statushouders moesten tijdelijk worden gehuisvest in hotels in Grootegast en Zuidbroek.
Daarmee heeft Westerkwartier voorlopig zijn achterstand ingelopen, maar het biedt slechts voor drie maanden soelaas. Daarna moet alsnog een blijvende oplossing worden gevonden. Terwijl inmiddels de nieuwe taakstellingen voor 2025 alweer beginnen te dringen: voor de eerste en tweede jaarhelft zijn er nog 98 van de opgelegde 102 plekken te gaan.
Verantwoordelijk wethouder Hans Haze is optimistisch. Zijn gemeente werkt er hard aan om de taakstelling bij te benen. „Voor 2024 hebben we de voorgeschreven 142 plekken gelukkig kunnen halen. Mede dankzij de extra inspanning van woningcorporatie Wold en Waard. Die heeft vorig jaar 56 huizen geleverd, met 126 woonplekken.”
Flexcontainers, voor statushouders én lokale jeugd
Na de waarschuwingen van de provincie heeft de gemeente een plan van aanpak uitgestippeld om de tekorten de baas te worden. Wold en Waard blijft daarbij een belangrijke partner, maar daarnaast zet Westerkwartier zwaar in op flexprojecten: containerappartementen die relatief snel en goedkoop kunnen worden gerealiseerd, vooral op locaties die al in gemeentelijk eigendom zijn.
Met deze flexwoningen bedient Westerkwartier niet alleen statushouders, maar ook jongeren die een huis zoeken. Er moeten 50 plekken komen, waarvan de helft gereserveerd voor starters uit eigen gemeente. Op 2 locaties worden daarvoor nu projecten uitgewerkt, na de zomer wordt bekend gemaakt waar precies.
Voor die aanpak zijn volgens Haze ook lessen geleerd van het flexwoonproject voor 75 tot 100 statushouders in Doezum dat eerder dit jaar werd afgeblazen na fel verzet uit het dorp. „We zetten nu in op kleinschaliger projecten, passend bij de schaalgrootte van onze 41 dorpen en bovendien mede gericht op onze jongeren want die staan ook te springen om goede betaalbare woonruimte.”
Inwoners reiken ruim dertig ideeën aan
Met dezelfde insteek heeft de gemeente ook haar inwoners opgeroepen mee te denken in de zoektocht naar extra woonplekken. Een eerste ronde, in Zuidhorn, De Wilp en Lutjegast, heeft volgens de wethouder in korte tijd ruim dertig reacties opgeleverd, van leegstaande winkels en kantoren tot woningen die kunnen worden gesplitst. Na de zomer wordt de balans opgemaakt. Daarna volgen nieuwe rondes in andere dorpen.
De problematiek trekt een zware wissel op de gemeentelijke organisatie, ziet wethouder Haze. „Dit blijft echt wel een hoofdpijndossier. En de onduidelijkheid uit Den Haag helpt ons niet. We kunnen hier nog zo hard ons best doen, maar we zijn afhankelijk van wat er straks gebeurd na de verkiezingen op 29 oktober.”