Crisistenten in Stadskanaal. Over draagvlak maakte de gemeente zich geen zorgen: het moest. Foto: Huisman Media
Voor de tweede keer vangt Stadskanaal in crisisnoodtenten asielzoekers op aan de Manegelaan. Ter Apel stroomt over en weer verschuilen gemeenten zich landelijk achter draagvlak. In Stadskanaal pakken bestuurders door. Soms moet je gewoon helpen.
Op het kletsnatte veldje, enkele honderden meter van het centrum van Stadskanaal, worden tot eind januari maximaal 200 asielzoekers uit Ter Apel opgevangen. Het is nachtopvang, ze mogen er alleen slapen, overdag zijn ze in het aanmeldcentrum voor hun asielprocedure. De grote, witte evenementententen worden gescheiden door muurtjes tussen de tenten, zodat vrouwen en kinderen apart kunnen slapen van de mannen.
Luxe is het niet. Stapelbedden staan een halve meter uit elkaar, maar de tent wordt verwarmd. Tegen de harde snurkers zijn oordoppen besteld. In een eetzaal kunnen de vluchtelingen een maaltijd krijgen. Er zijn douches en schoon sanitair. Ze eten, douchen en slapen er. Voor het krieken van de dag is het tentenkamp weer leeg. In de nacht van zondag op maandag overnachtten er volgens de gemeente 52 mensen in de noodtenten.
Stadskanaal stak al vaker de helpende hand toe. Wat vinden inwoners ervan dat verlichting van de druk opnieuw uit hun gemeente moet komen?
Eerlijk verdelen
Als Joke Schuiling uit haar slaapkamerraam zou kijken, zou ze zien hoe beveiligers modder van rijplaten vegen. „Andere gemeenten sluiten de ogen. Wij doen het nu weer, want het is te triest voor woorden hoe ze anders worden opgevangen. Er moet gewoon ingegrepen worden”, zegt Schuiling. Als een ander het niet doet, dan moet Stadskanaal maar weer in de bres springen, zegt ze. „Het zou eerlijker verdeeld moeten worden.”
Dat de crisistenten er kwamen, wist Schuiling eerder dan dat de brief van de gemeente op de mat viel. „Ze waren al begonnen met bouwen.” Niet helemaal netjes, maar de buurt slikt het wel. Het is een crisis. Dan kan het niet altijd perfect volgens de procedures die je zou willen.
Waar andere gemeenten zich verschuilen achter het argument dat er geen ‘draagvlak’ is onder de inwoners, heeft Stadskanaal gehandeld. Dan blijkt dat de soep niet zo heet gegeten wordt als bestuurders weleens vrezen. Op een Facebook-post van burgemeester Klaas Sloots waarop een nachtelijke foto van de tenten is te zien met de summiere, begeleidende tekst ‘De eerste mensen slapen...’ volgt een storm aan steunbetuigingen van inwoners en meer dan tweehonderd duimpjes en hartjes.
‘In Nederland moet toch iedereen in een bed kunnen slapen?’
„Op Facebook zie je ook wel boze reacties van mensen”, zegt een andere buurtbewoonster. „Maar als je dan op hun naam klikt, blijkt dat ze helemaal uit Borger-Odoorn komen. ‘Wat heb jij er nou mee te maken’, denk ik dan.”
Aan de Dreef, vlakbij de tenten, rookt een man in zijn deuropening een peuk. Ook voor hem kwamen de tenten als een verrassing. Hij vindt het een goede zaak. „Ik heb er helemaal geen last van. Je merkt het niet eens.” Dat was de vorige keer ook zo. En als het nu een regulier azc was geweest? Hij neemt een trekje, haalt de schouders op: „Als ik er maar geen last van heb. In Nederland moet toch iedereen in een bed kunnen slapen?”
In Ter Apel had niet elke vluchteling een bed, weet Jeroen van Broekhoven. Hij organiseert alles rondom het tentenkamp. „Een vrouw deelde al dagen een bureaustoel met haar kinderen.” Daarop sliepen ze ook. De tenten zijn geen vijfsterrenhotel, maar het is toch een stuk beter dan de huidige situatie in Ter Apel. „Als ik een moeder met een kinderwagen zie met daarin twee kindjes, zo’n twee en vier jaar oud: wat moeten zij wel niet hebben meegemaakt om hier te komen?”
Maatregelen?
Op straat is niet iedereen blij met de instroom van asielzoekers. Afgelopen week deden 1200 mensen een asielaanvraag, in diezelfde periode vorig jaar waren dat er 300 minder. De krapte op de woningmarkt is al heel groot, stelt een vrouw die haar hond uitlaat. „Zij krijgen straks wel allemaal een huis. Maar deze mensen zijn hier al. Je moet iets bij de Europese grens doen”, zegt de vrouw. „Van die tenten heb ik geen last, hoor.”
Bij omwonenden wel irritatie. Namelijk dat het weer Stadskanaal is die noodgedwongen inspringt. Stadskanaal vangt al ruim 400 asielzoekers op in Musselkanaal en meer dan 200 Oekraïners verspreid over Stadskanaal. Op termijn moeten er twee nieuwe, kleinere azc’s komen die het huidige verouderde azc vervangen. De rest van het land lijkt niet te willen meebewegen naar een oplossing, zegt een buurvrouw van Schuiling. „Er zijn echt genoeg lege gebouwen, zoals oude kantoren, waar plek gemaakt kan worden.”
Boosheid, verdriet en schaamte
„Het verzoek riep in eerste instantie allerlei emoties op bij de raad van Stadskanaal”, zei D66’er Klaas Pals maandagavond tijdens een ingelast spoeddebat. „Van boosheid, tot verdriet en schaamte. Dat het bij onze buren weer zover was gekomen.”
„Boosheid om dat landelijk deze opvang niet fatsoenlijk kan worden opgelost. Verdriet om de situatie en de positie waarin kwetsbare mensen worden gebracht door in onze ogen een onwelwillend land waarvan het ongelofelijk is dat er gemeenten zijn die hun steentje niet willen of durven bijdragen.”
De politici zagen zich genoodzaakt zelf iets te doen, ondanks dat de provincie Groningen, als enige, bestuurlijke afspraken heeft gemaakt met het rijk over het aantal asielzoekers dat ze opvangt. „De raad heeft de houding aangenomen dat als er iets geregeld moet worden, wij dat dan ook gewoon regelen. Wij staan ervoor en we doen wat we kunnen.”
De voltallige raad van Stadskanaal roept daarom andere gemeenten op om hun steentje bij te dragen en vraagt de Eerste Kamer de Spreidingswet snel te behandelen. Daarover zijn 70 pagina’s aan vragen gesteld. „En nu zijn er nog weer partijen die vinden dat het nodig is om daar weer vragen over te stellen, waardoor het proces ernstig wordt vertraagd en de Spreidingswet misschien niet meer voor het kerstreces wordt behandeld.”
Pals: „Ondanks alle boosheid, frustratie en onbegrip hopen wij dat wij als raad samen met de inwoners van gemeente Stadskanaal aan al die mensen die onze steun en support verdienen het gevoel kunnen geven dat zij er niet alleen voor staan. En dat wij al die vluchtelingen die op zoek zijn naar veiligheid en een beter leven, niet in de kou laten staan. Dat onze samenleving kan zeggen dat wij gedaan hebben wat we moesten doen.”