Het oude gemeentehuis in Nieuwe Pekela is verpauperd. Foto: Huisman Media
Het oude gemeentehuis in Nieuwe Pekela is verloederd. De gemeente dreigt eigenaar Stanley Visser van S&A Real Estate met een dwangsom om snel iets te doen aan het Rijksmonument. Hij zegt dat alles goedkomt en dat er woningen komen.
‘Raadhuis’, in sierlijke ijzeren letters prijkt het op de bruine stenen van het voormalige gemeentehuis in Nieuwe Pekela. Boven de voordeur hangt nog steeds het bordje ‘Burgemeester’, in rode letters, met daarboven in steen het oude wapenschild van de voormalige gemeente: linksboven een kerkklok, rechtsonder een kerk.
Van de oude glorie is weinig over. Het prominente pand aan het Pekelder Hoofddiep oogt verpauperd. Jaren is er niets aan gedaan. Een groot deel van de ramen is ingegooid. Sommige zijn met houten spaanplaten dichtgetimmerd, die weer deels zijn losgetrokken. Lood in de ruiten is gesloopt. De dakgoot rot.
Het oude gemeentewapen van Nieuwe Pekela, de gemeente bestaat niet meer. Foto: Huisman Media
Zonde, vinden omwonenden. Zo is het geen aanblik waardig. De bedoeling was dat er eind 2022 mensen zouden wonen. Die bewoning komt er nog steeds, stelt eigenaar Stanley Visser van S&A Real Estate. Dinsdag is eindelijk de boor en de hamer opgepakt, zien omwonenden. Een vrachtwagen vervoert bouwmateriaal, het woekerende groen wordt verwijderd.
17 woningen
Visser voert het plan om in het Raadhuis appartementen te bouwen uit, zegt hij. Rondom het gebouw komen ook gewoon nieuwbouwhuizen zoals destijds is bedacht. In totaal zijn dat 17 woningen.
Veel ramen van het oude Raadhuis in Nieuwe Pekela zijn kapot gemaakt en dichtgespijkerd. Foto: DVHN
Het heeft lang geduurd voordat er echt iets gebeurde, te lang vindt de gemeente Pekela. Die stuurde vorige week een brief. „Het achterstallig onderhoud is inmiddels zo groot, dat het Rijksmonument echt groot gevaar loopt. En het wordt erger en erger”, zegt burgemeester Jaap Kuin.
Dakgoten zijn rot, de verf bladdert af. Foto: Huisman Media
Vorige week draaide hij de duimschroeven aan. Visser moet mensen fysiek aan het werk hebben in het Rijksmonument of hij krijgt een dwangsom aan de broek. Als hij het te lang laat liggen, kan zijn bouwvergunning bovendien worden ingetrokken.
‘Misconceptie bij de gemeente’
De gemeente Pekela was wel klaar met de beloften van de ontwikkelaar. „Hij belooft veel, maar maakt het niet waar”, zegt Kuin. „Keer op keer zegt hij ‘ik ga echt beginnen’ en dat doet hij dan niet. Wij hebben daarom gezegd: vóór 1 juli moet je echt bezig zijn”, zegt Kuin. Toen dat niet gebeurde, besloot hij een grens te trekken.
Die brief komt volgens eigenaar Visser vanuit een ‘misconceptie’ bij de gemeente. Volgens Visser werken twee afdelingen langs elkaar heen en is de gemeente zelfs nog uitgenodigd om te komen kijken. „We zijn begonnen, binnen loopt al een ploegje rond. Daar kun je van buiten niets van zien.”
Vandalen hebben ook het lood in de ramen gesloopt. Foto: DVHN
Volgens Visser moeten in september de casco’s voor de nieuwbouwwoningen rondom het Raadhuis staan, dan duurt het nog even voordat de nieuwbouwwoningen ook van binnen zijn afgewerkt. Begin volgend jaar moet er dan bewoning in zijn. Ook het Raadhuis wordt aangepakt. „Het gehele project duurt twaalf maanden”, stelt hij.
Waarom het zolang heeft geduurd? „Nou, daar kunnen we nu een heel gesprek over hebben, u zult het vanzelf zien als het af is.”
Ook de achterzijde heeft flink te lijden gehad van vandalen. Foto: Huisman Media
Het toen nieuwe gemeentehuis werd opgeleverd in 1940, enkele maanden na de overgave in de Tweede Wereldoorlog. Tijdens de oorlog zetelde hier vanaf 1943 NSB-burgemeester Theunis Heeg. Tijdens de April-meistaking in 1943 liet hij ambtenaren doorwerken op het gemeentehuis. Daarop trok een woedende stoet Pekelders naar het Raadhuis.
Zij gooiden Heeg in het Pekelder Hoofddiep. Daar mocht hij naar verluidt pas uitklimmen als hij ‘Oranje Boven’ had gezongen en zijn NSB-speld in het water had geworpen.
Duitse soldaten kwamen het gezag herstellen. Zij wilden de stakers oppakken en straffen. Ambtenaren die hieraan mee moesten werken, spraken de namen en adressen zo luid uit, dat boodschappers op straat die konden horen. Zij waarschuwden de stakers. Uiteindelijk werden tien alsnog opgepakt en tegen de muur van het gemeentehuis gezet om gefusilleerd te worden. Slechts de tussenkomst van Heeg voorkwam dit.
De opgepakte mannen en twee anderen werden naar een strafkamp gebracht. Zij keerden pas na de oorlog terug.