Hij had de droom boer te worden, als kind al deed hij niets liever dan struinen in de buitenlucht. Maarten Verbree uit Baflo hield van de natuur, zijn vriendin en hun vier jongens. Maar niet genoeg van zichzelf.
Er is die foto waarop Maarten in de verte kijkt, Kees op zijn schouder. Kees was de tamme kraai die op een dag in 2016 bij Maarten en z’n gezin kwam wonen.
Maarten liet die dag de hond uit en trof een groepje kinderen rond een gevonden, jonge roek. Een meisje vertelde hem opgetogen dat ze het vogeltje mee naar huis nam. Maarten knikte en zei tegen haar dat als het beestje onverhoopt niet bij haar thuis kon blijven, ze het bij hem kon brengen.
Niet veel later stond ze voor de deur. Het roekje bleef bij Maarten. Over een paar weken vliegt hij uit, beloofde hij zijn vriendin. Maar Kees bleef, Kees was meer dan tam en kon een beetje praten.
Dat hij zich ontfermde over een vogel, was typisch Maarten. Hij was van nature zorgzaam.
Maarten Verbree maakte afgelopen oktober een einde aan zijn leven. Hij werd 35 jaar.
Hij wilde boer worden
Hij was de jongste in een vrijgemaakt gereformeerd gezin van zes kinderen en groeide op in Haren waar hij als het maar even kon naar buiten ging, de natuur in. Die liefde werd extra aangewakkerd door de vriend van zijn oudste zus die muskusrattenvanger was. Hij nam Maarten mee op sleeptouw. Niet alleen leerde hij hem kievitseieren zoeken, hij leerde hem kijken, geduld hebben, wachten.
Als zijn zwager vertelde over zijn jachtavonturen, zat Maarten ademloos te luisteren. Hij was verrukt over dieren, tegelijkertijd vond hij het interessant hoe ze geslacht werden en hoe ze er van binnen uitzagen. Al jong kon hij alle organen benoemen.
Al even jong wist hij dat hij later boer wilde worden. Hij was graag bij boeren in de buurt, in Essen en Onnen, waar hij een handje meehielp. Na de basisschool ging hij naar AOC Terra, hij koos voor de richting veehouderij.
Achter zijn branie school een andere jongen
Later volgde hij de opleiding tot sociaal agogisch werker. Hoewel hij die niet afmaakte, had hij tijdens zijn stage bij Het Twaalfde Huis ondervonden dat werken met drugsverslaafden en daklozen hem lag. Hij hielp hen bij hun dagbesteding, van fietsen maken tot houtbewerken. Terwijl hij aan de slag ging als medewerker op een boerderij in Tinallinge, bleef hij vrijwilliger bij Het Twaalfde Huis.
Ondertussen had hij op de opleiding sociaal agogisch werk een relatie gekregen met een medestudent. Hij vond haar vanaf de eerste dag leuk, zij moest in eerste instantie niets hebben van die aanwezige jongen die keihard zat te fluiten in de klas. ,,Jij bent zeker de jongste thuis’’, zei ze tegen hem.
Maarten gaf niet op, steevast ging hij tijdens de lessen naast haar zitten en hij vergezelde haar elke dag van school naar het station. Ze praatten zodoende veel met z’n tweeën. Achter zijn branie school een sociale en zachte jongen, ontdekte zij. Ze viel voor zijn humor, leerde zijn kwetsbare en onzekere kant kennen. Zag hoe onbevangen hij haar zoontje van twee in z’n hart sloot.
Maarten in Noordpolderzijl.
Ze gingen samenwonen in Baflo en kregen samen drie zonen. Maarten toonde zich een trotse en toegewijde vader, al was het voor hem zoeken hoe hij het vaderschap kon inpassen in zijn bezigheden. Langzamerhand vond hij zijn weg en zijn geluk daarin. Hij nam de jongens zo veel mogelijk mee in zijn wereld, ze gingen mee mollen en ratten vangen, hij leerde ze vissen, hij leerde ze struinen in het haventje van Noordpolderzijl en op het wad. Beestjes zoeken, schedeltjes van vogels verzamelen, de levende have van kalkoenen, kippen, eenden, duiven, geiten en schapen thuis verzorgen.
Worstelingen in zijn hoofd
Minder talent had hij voor spelletjes of voor spontane uitjes. Daaraan was hij niet gewend, waaruit iets van zijn worsteling met het verleden bleek. Hij vertelde soms flarden van zijn jeugd aan zijn vriendin die gaandeweg tot de ontdekking kwam dat Maarten thuis niet had leren praten over gevoelige kwesties, dat hij dyslectisch was en dat hij gepest was op de basisschool. Dat dat z’n weerslag op hem had, wuifde hij weg. Later waren de jongens die hem gepest hadden immers zijn beste vrienden geworden.
Zij merkte ook dat hij lichamelijk ijzersterk was, maar mentaal minder aankon dan hij zelf wist. Vijf jaar geleden werd hij getipt dat er een vacature was bij Het Twaalfde Huis en hij solliciteerde. Hij stopte met zijn werk op de boerderij waar hij veel alleen werkte, en koos voor de daklozen en (ex-)verslaafden. In die baan kon hij meer van zijn sociale en zijn originele kant kwijt.
Achter zijn branie school een kwetsbare jongen.
Maar de worstelingen in zijn hoofd bleven komen en gaan. Dat deelde hij met zijn vriendin, maar waar ze vandaan kwamen: hij kon er de vinger niet op leggen, de woorden er slechts moeizaam voor vinden. Diepgaan, noemde hij het. Hij snapte het niet en wilde maar één ding: dat hij die ongrijpbare, destructieve stem in zijn hoofd kwijt was.
Hij rende de 4 Mijl van Groningen in een toptijd
De periodes dat hij in goeie doen was werden steeds korter, steeds vaker was Maarten ervan overtuigd dat zijn naasten beter af waren zonder hem. Hij wilde geen hulp, maar zijn vriendin belde een jaar geleden alle hulpinstanties die ze kon vinden. Ondanks de crisis waarin Maarten was geraakt, werd hij niet opgenomen.
En hij herpakte zich, zette door, ging trouw naar zijn werk, maakte plannen voor de toekomst, spande zich in voor zijn gezin, zocht afleiding van de kwelgeesten in zijn hoofd door het op een hardlopen te zetten en de 4 Mijl van Groningen in een waanzinnige tijd te rennen.
Toch was het alsof hij niet meer voor zichzelf leefde, maar voor de liefsten om hem heen. Toen hij op een vrijdag eind oktober niet op zijn werk verscheen en voor iedereen onbereikbaar was, bleek dat hij had gekozen voor de dood, voor rust in zijn hoofd.
Waar papa nu is, vragen de kinderen soms. Bij Jezus en in ons hart, antwoordt Maartens vriendin dan, al wilde ze duizendmaal dat het anders was. Ze hoopt dat hij nu rust heeft, vergeeft hem zijn keuze want ze weet dat de wanhoop in zijn hoofd níet zijn keuze was.
Anderen vragen haar of ze boos op Maarten is, verwijten hem dat hij egoïstisch is geweest. Dat krenkt haar. ,,Als hij was overleden aan een ernstige ziekte, had iedereen gezegd dat hij had gevochten voor z’n leven. Maarten hééft ook gevochten.’’
Er is die foto waarop Maarten in de verte kijkt, een tamme kraai op zijn schouder.
Het kan zo zijn dat jij of iemand die je kent op dit moment denkt aan zelfdoding. Weet dan dat er hulp is, anoniem, dag en nacht. Bel 0800-0113 (gratis) of start een chat op 113.nl
Dagblad van het Noorden portretteert in Tijd van Leven inwoners van Groningen of Drenthe die de afgelopen tijd zijn overleden. Suggesties? Mail naar: tijdvanleven@dvhn.nl