Ze begonnen hun vakantie met de Romantika, fjorden en gletsjers in hun hoofd, en nu lopen ze hier te sjouwen met tassen vol oude kaas I column Maaike Borst
Als de Romantika onder de vijftig tinten grijs van de Groningse wolkenlucht ligt aangemeerd, tussen de reusachtige windturbines die de oude molen Goliath tot speelgoed reduceren, achter ijzeren hekken op kale gronden die zijn ingericht voor de industrie, met uitzicht op de rook van een in ere herstelde kolencentrale, dan is die naam wel een verademing.
Romantika.
Die K geeft het verlangen iets ontroerends mee.
In deze grauwe maandagochtend aan de Eemshaven is weinig romantiek te bespeuren. Het cruiseschip brengt mijn ouders terug, die eigenlijk nog weken in Noorwegen hadden moeten blijven, maar wier camper, volgeladen met kartonnen pakken witte wijn en gesealde oude kaas (‘heb je die prijzen daar gezien?’), het na twee dagen vakantie al begaf.
Niet vanwege de wijn, het was iets met de koppeling.
De Romantika steekt wel mooi wit af tegen de grijze lucht, dat moet gezegd. Ze spuugt auto’s uit, campers, motoren, fietsers. Het voetvolk waartoe mijn ouders noodgedwongen behoren mag pas als laatste. Romantiek klinkt leuk, veiligheid gaat voorop.
Op het parkeerplaatsje waar ik wacht, en waar ik op zoek naar summier doorbrekende zonnestralen steeds weer in de schaduw van een windmolen beland, stapt een vrouw op hoge hakken van een motor terwijl een taxibusje toetert bij het hek dat niet opengaat. Een vriendelijke vrouw in een Noorse trui (echt waar) vraagt de weg naar ‘Kroninchen’.
Je gunt de toeristen een soepeler naam om mee te beginnen in dit land.
Maar ach, , zeggen de Engelsen. Mijn ouders begonnen hun vakantie met de Romantika, fjorden en gletsjers in hun hoofd, en nu lopen ze hier te sjouwen met zware boodschappentassen gevuld met hun belangrijkste spullen. De kaas is mee, de wijn bleef achter.
In Noorwegen, zo vertelde de Poolse trailerchauffeur die ze naar een garage had gebracht, gaan alle automonteurs tegelijkertijd op vakantie. Reparaties konden op zijn vroegst over een week of drie, als ze allemaal, uitgerust en ontspannen, weer terug zijn uit hun blokhutten in de bergen.
Slaat natuurlijk nergens op, maar het heeft wel iets romantisch.