Bioloog Diliana Welink en projectleider Hans Wolf zien binnen een jaar na de oplevering van de ecozone al signalen dat de natuur oprukt. Foto: Jaspar Moulijn
De komst van de zeearend zet een voorlopige kroon op tien jaar werk rond het Paterswoldsemeergebied. De natuur profiteert zichtbaar, zonder dat zwemmers en zeilers hoeven te wijken. Alleen voor de populaire roeibootjes op het Friescheveen is geen plek meer.
Speurend schiet ze de wallekant in. Enthousiast klimt ze weer naar boven. Op haar vingertop glinstert een vissenschub. Een minuscuul maar onmiskenbaar bewijs: hier heeft een otter een visje opgepeuzeld langs de oevers van het Paterswoldsemeer. „Kortom”, zegt bioloog Diliana Welink, „het functioneert!”
Want dat was de centrale vraag waarmee we op deze zonovergoten zomerdag op pad zijn voor een rondje langs het meer en het aangrenzende Friescheveen. Werkt het, al die miljoenen euro’s en duizenden manuren die er de afgelopen tien jaar zijn geïnvesteerd om de natuur vrij baan te geven in dit waterrijke gebied onder de rook van de stad?
Provinciebioloog Diliana Welink op zoek naar sporen van otter en bever. Foto: Jaspar Moulijn
Ja dus, vindt Welink. Als biologe in dienst van de provincie Groningen is zij van meet af aan nauw betrokken bij de inspanningen van overheden, waterschappen en natuurbeheerders om het Paterswoldsemeer een nieuwe rol te geven als schakel tussen de Drentse natuur en die in Groningen.
Van tientallen doodgereden dieren, naar nul verkeersslachtoffers
De opening van een nieuwe ecologische verbindingszone tussen het Paterswoldsemeer en het stroomgebied van de Drentsche Aa was vorig jaar zomer het voorlopige sluitstuk. Waar voorheen jaarlijks vele tientallen otters, egels en kikkers sneuvelden op de Meerweg, tussen Haren en Paterswolde, daar vinden trekdieren en ook vissen nu vrije doortocht via een nieuw gegraven faunapassage. Verkeersslachtoffers zijn er sindsdien niet of nauwelijks meer gevallen.
Een jaar is misschien nog een beetje kort om de balans op te maken, maar Welink ziet onmiskenbaar eerste resultaten. De vissenschub die ze vindt bovenop een duiker aan de ruige zuidoostkant van het Paterswoldsemeer, is een teken dat de verbindingszone zijn werk doet. Maar er zijn er meer, zegt de biologe. En prompt duikt ze opnieuw ergens de wal in. Terug op de kant houdt ze een aangeknaagde stengel van de gele plomp omhoog. „Dat is dus werk van een bever.”
De nieuwe verbindingszone knoopt het Paterswoldsemeergebied (achtergrond) aan het stroomgebied van de Drentsche Aa. Foto: Jaspar Moulijn
De aanleg van de verbindingszone was een complexe klus, zegt provinciaal projectleider Hans Wolf. Alleen al qua waterhuishouding. Er moesten vier verschillende wateren aan elkaar worden geknoopt met elk hun eigen peil: het meer zelf, de Drentsche Aa, de Paterswolder Schipsloot en het Noord-Willemskanaal. Een nieuwe stuw met gemaal leidt dat in goede banen, zonder risico dat de achterliggende polders verdrogen of de Stad juist natte voeten krijgt.
Spitsroeden lopen om belangen rond het meer in balans te houden
Maar een misschien nog grotere uitdaging zijn de duizenden recreanten die ‘s zomers het Paterswoldsemeer opzoeken om te zwemmen, zonnebaden of spelevaren. „Dit is de speeltuin van de Stad, en dat moet ook zo blijven”, zegt Wolf. Voor de ecologische ontwikkeling van het meer moeten de projectpartners laveren tussen de belangen van de natuur, zwemmers, zeilers, ondernemers en omwonenden. Het was vaak spitsroeden lopen om dat met elkaar in balans te houden.
Een faunapassage naast Café Friescheveen (rechts) biedt dieren en vissen vrije doortocht van Drenthe richting Stad en wad. Foto: Jaspar Moulijn
„Rond het Paterswoldsemeer wordt om iedere vierkante meter gestreden”, zegt Wolf terwijl werklui druk bezig zijn om een hekwerk op te trekken rond één van de vele twistappels rondom het project: Café Friescheveen. Na een lange juridische strijd zijn de uitbaters van de uitspanning en de tegenover gelegen camping uitgekocht. De nieuwe ecozone loopt goeddeels over hun grond. Het café staat nu leeg en gaat uiterlijk eind juli in de verkoop. Of het nog valt te redden van de sloop is twijfelachtig, maar de gemeente Groningen hoopt op een koper die de horecafunctie nieuw leven in blaast.
Maar, laat het alvast gezegd zijn, de populaire roeiboten- en kanoverhuur van het café keert niet terug. Tienduizenden Stadjers peddelden in de loop van vele tientallen jaren een rondje over het pittoreske Friescheveen. Het was een Geheimtipp, zo’n plek waar je bezoek van buiten mee naartoe nam om indruk te maken. Maar het kan niet meer. Juist omdat de voormalige veenafgraving zich heeft ontwikkeld tot waardevol natuurgebied, zijn lange rijen zomerse roeiers voortaan taboe op het water.
Achter Café Friescheveen is een nieuw stuwgemaal letterlijk het knooppunt in het Paterswoldsemeergebied. Foto: Jaspar Moulijn
‘Als een zeearend zich vestigt is het ecosysteem hier dus gezond’
Niet overal in het gebied slaat de balans door naar de natuur, maar hier dus wel. Rondwandelingen blijven toegestaan rond een deel van de plas, maar (spele-)varen is taboe. Zeker nu er tot groot geluk van Natuurmonumenten een koppeltje zeearenden is neergestreken en dit jaar de eerste twee jongen lijkt groot te brengen. De gebiedsbeheerder wil geen enkel risico op verstoringen lopen in het Friescheveen.
De komst van de ‘vliegende deur’, zoals de grootste roofvogelsoort van Europa ook wel wordt genoemd vanwege zijn imposante omvang, zet een voorlopige kroon op het werk van de afgelopen tien jaar. Biologe Welink deelt het enthousiasme van haar collega’s bij Natuurmonumenten.
Bioloog Diliana Welink: 'De zeearend is een kers op de taart, maar ik word ook blij van een distelbosje vol vlinders'. Foto: Jaspar Moulijn
„De kers op de taart? Dat mag je zeker zeggen. De zeearend staat aan de top van de voedselketen. Als zo’n toppredator zich hier thuis voelt, wil dat dus zeggen dat ook de rest van het ecosysteem in het gebied gezond is. En buiten dat is het natuurlijk ook gewoon een indrukwekkende verschijning.” Maar tegelijkertijd zegt ze, wijzend naar een onooglijk bosje distels langs een kreek: „Als bioloog kan ook heel blij worden van alle vlinders die daar op af komen.”
Als ook zuidelijke polders klaar zijn is Groningen 400 hectare natuur rijker
De volgende fase van het project dat van het Paterswoldsemeergebied een volwaardig onderdeel moet maken van het Natuurnetwerk Nederland, staat inmiddels in de steigers. De vier polders ten zuiden van het meer, het Oosterland, Lappenvoort, de Glimmerpolder en de Glimmermaderpolder, krijgen een herinrichting. Het gebied moet verder verruigen en het waterpeil gaat omhoog. Als ook dat naar verwachting in 2026 is afgerond, is er in het gebied op de grens van Groningen en Drenthe in totaal 400 hectare nieuwe natuur gerealiseerd.
De waterpeilverhoging in de polders is niet alleen gunstig voor de natuur, zegt Wolf. Het helpt ook in de strijd tegen veenoxidatie, ofwel de uitdroging en inklinking van het 5 meter dikke veenpakket dat hier al eeuwen in de bodem ligt. Een probleem dat wereldwijd speelt en een belangrijke aanjager is van de klimaatverandering en opwarming van de aarde.
Op de grens van Groningen en Drenthe wordt in totaal 400 hectare nieuwe natuur gerealiseerd. Foto: Jaspar Moulijn
Ook daar profiteren dus zowel mens als natuur, net zoals alle eerdere maatregelen rond het meer een betere waterkwaliteit opleveren voor fauna én recreant. Geen blauwalg meer voor zwemmers en voor jagende otters helder water. Perfect om een visje te verschalken.