Isaac Imuse (16) droomt vaak over de zware voetstappen achter zijn slaapkamerdeur, van de mannen die hem komen halen. De uitzetting naar Nigeria samen met zijn zusjes Rejoice (7) en Sarah (11) kwelt de tiener dagelijks.
In een goedkoop hotel in Lagos scrolt Isaac in mei op zijn telefoon door TikTok. Hij is net geland in de Nigeriaanse hoofdstad. Op het account van het Jeugdjournaal ziet hij in een filmpje dat Nederland voor het eerst in jaren minderjarige, gewortelde kinderen heeft uitgezet.
De jongste van de drie uitgezette kinderen is 7 jaar en is geboren in Nederland. Isaac leest ook dat de kinderen van niemand afscheid hebben kunnen nemen. Dat ze acht jaar woonden op het asielzoekerscentrum in Emmen.
Het filmpje gaat over hemzelf. En zijn zusjes Rejoice (7) en Sarah (11) en moeder Lydia. In de comments onder de video schrijven mensen ‘eindelijk’ en ‘opgeruimd staat netjes’.
Aan de andere kant van de lijn, 2500 kilometer verder op de aardbol, blijft het even stil. Isaac: „Ik las veel haat. Mensen begrijpen echt niet wat het is. Ik weet zelf ook niet wat me overkomen is. Dat je weg moet van de overheid. Het doet zeer.”
Dinsdagavond 16 december belt Isaac vanuit Nigeria. Hij zit op zijn bed op zijn slaapkamer, zegt hij. „Met mij gaat het prima”, zegt hij, gevraagd naar zijn situatie. „Maar ook weer niet.”
Hij bedoelt: hij is blij dat hij nog in leven is. Mentaal gaat het niet goed met hem. „Ik huil veel. Ik denk vaak aan wat er is gebeurd. Dit mag een 16-jarige nooit overkomen.” Zijn stem klinkt vlak.
Ik las veel haat. Mensen begrijpen echt niet wat het is
Met zijn zusjes gaat het iets beter, zegt hij. Zij passen zich sneller aan, al zijn Rejoice en Sarah veel bang. Isaac past zich moeizaam aan. Hij vertrouwt het eten niet, behalve de rijst en ogbonosoep van zijn moeder. Hij praat met niemand. „Ik ben daar niet klaar voor. Als ze op mijn werk vragen hoe het gaat, zeg ik dat het goed is.”
Isaac loopt stage bij een logistiek bedrijf. Elke dag stapt hij in een propvol busje, dat op goed geluk door het chaotische verkeer stuurt.
Isaac mist zijn vrienden uit Emmen. Hij mist het voetballen. In Nigeria draagt hij nog vaak het shirt van FC Emmen. Wat hij ook mist: de kou. Hij verlangt, kortom, naar Nederland. Zes dagen nadat ze in Nigeria waren aangekomen, kregen hij en zijn zusjes koorts. Meteen bleek dat de in Drenthe opgegroeide kinderen geen enkele afweer hadden tegen bacteriën en parasieten.
Ze liepen malaria en tyfus op. Zijn moeder werd later zo ziek dat ze begon te schuimbekken. Het is aan een aardige luchtvaartmedewerker te danken dat ze na hun aankomst in een hotel werden ondergebracht. „Anders was ik niet meer in leven geweest”, vertelt Isaac.
Stichting ChildSupporto
De enige mensen bij wie hij zijn hart uitstort, zijn Esther en Herman Stomphorst van stichting ChildSupporto. Zij nemen dinsdagavond ook deel aan het gesprek. De stichting staat het gezin nog altijd bij en haalde via een crowdfunding bijna 20.000 euro op om het gezin te ondersteunen.
Dankzij dat geld kan het gezin Imuse twee jaar in een bescheiden huurhuisje verblijven. Veel is het niet, maar het is voor nu genoeg, zegt Isaac. ’s Avonds wordt de straat afgesloten, zodat ongenode gasten niet langs kunnen komen. Rejoice en Sarah gaan naar een goedkope privéschool.
Isaac wil zich sterk houden tegenover zijn zusjes. Hij zorgt veel voor ze. „Ik wil ze niet het gevoel geven dat alles over is.” Zijn moeder wil hij niet opzadelen met zijn interne worsteling.
Ik zei: mijn moeder gaat zich niet doodmaken
Isaac en zijn zusjes zijn de eerste gewortelde kinderen, die sinds het afschaffen van het kinderpardon in 2019 worden uitgezet. Deze regeling hield in dat uitgeprocedeerde asielkinderen in Nederland mochten blijven als ze langer dan vijf jaar in Nederland woonden, omdat uitzetting onmenselijk zou zijn. ChildSupporto noemde de uitzetting van het gezin Imuse ‘een onherstelbaar trauma.’
De zware voetstappen die in mei naar zijn slaapkamerdeur klossen van de mannen die hem op komen halen, teisteren Isaac tot de dag van vandaag in zijn dromen. „Ik voel het nog steeds. Als ik slaap, zie ik zwart. Ik hoor dezelfde zinnen. Daarna word ik wakker met een trauma en hijg ik." Hij vergeet nooit dat hij van zijn bed werd gelicht en in geblindeerde busjes naar het detentiecentrum in Zeist werd gebracht, in afwachting van zijn uitzetting.
De vlucht naar Lagos, met zijn moeder en hij geboeid in het vliegtuig, staat gebrand op zijn netvlies. „Mijn moeder kreeg een paniekaanval in het vliegtuig, terwijl ik had afgesproken dat de ‘cuffs’ in de lucht af mochten. Ik vroeg: meneer, kunt u de boeien afdoen bij mijn moeder? ‘Nee, want jouw moeder kan dood willen’, zei de man van de marechaussee. Ik zei: luister, mijn moeder gaat zich niet doodmaken. Ik werd boos. Mijn zusjes gingen huilen.”
Voor hem voelt het extra wrang dat hij in die periode 16 jaar werd. Een diepe zucht. „Mijn cadeau was verdriet.”
*Drie dagen na het telefoongesprek blijkt Isaac opgenomen in het ziekenhuis in Nigeria. Volgens ChildSupporto heeft hij een lage bloeddruk, hoofdpijn en last van duizeligheid. Het is onbekend hoe het met hem gaat.