logoavatar

Tanushka (13) zag na de uitzetting van Sarah (11) weer een leeg stoeltje in haar klas. Kinderen op het azc in Emmen vrezen de geblindeerde busjes: 'Elke dag kan de laatste zijn’

Emmen
Tanushka zit op haar bed in hun huis op de gezinslocatie in Emmen.
Tanushka zit op haar bed in hun huis op de gezinslocatie in Emmen. Foto: Jaspar Moulijn

Vuisten die bonken op de ramen in de ochtend. Op de gezinslocatie in Emmen weet iedereen wat dat betekent: dan word je opgehaald om op het vliegtuig gezet te worden. De angst om de volgende te zijn, waart dagelijks rond onder kinderen op het azc.

Het ochtendgloren. Voor gezinnen op de gezinslocatie in Emmen is dat het spannendste moment van de dag. Dan komen de geblindeerde busjes van de Dienst Terugkeer en Vertrek (DTenV), om uitgeprocedeerde mensen op te halen.
Voor deze groep asielzoekers, wier verblijfsaanvraag door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) is afgewezen, voelt het als een loterij wie eruit gepikt wordt voor de uitzetprocedure. Dagelijks bidden ze dat zij niet de volgende zijn.
Vaak komen de busjes voor 7 uur ’s ochtends, begeleid door meerdere politieauto’s. Daarna klinkt het gebonk op de ramen. Soms staan wel tien mannen voor de deur. Er is geen tijd voor getreuzel. Meekomen en telefoon inleveren, klinkt het dan. Tempo, tempo, tempo. Van niemand kunnen de uitgeprocedeerde gezinnen afscheid nemen. Alles moeten ze achterlaten.

Dwang en geweld

Een staandehouding, zoals dat in officiële termen heet, gaat niet altijd met zachte hand. Onderzoeksjournalisten van het tv-programma Argos spraken met Isaac Imuse (16), de jongen die in mei samen met zijn zusjes Rejoice (7) en Sarah (11) en moeder Lydia werd uitgezet naar Nigeria. Zij woonden bijna 8 jaar op de gezinslocatie in Emmen. Ook op hun ramen klonk ’s ochtends het onheilspellende gebonk.
Isaac vertelde dat hij een bodycuff om kreeg, een hoes om je middel waarbij je handen worden vastgezet, en dat zijn been werd gefixeerd. Ook moeder Lydia werd in de boeien geslagen. Het gezin Imuse werd in busjes gezet en als dieven in de nacht weggereden naar het uitzetcentrum in Zeist. Eind mei vloog hun vliegtuig naar de Nigeriaanse hoofdstad Lagos, waar ze vrijwel meteen op straat kwamen te staan.

Gewortelde kinderen

Om meerdere redenen deed hun uitzetting stof opwaaien. Ten eerste omdat Nederland voor het eerst sinds het afschaffen van het kinderpardon in 2019 gewortelde kinderen uitzette. Dat zijn asielkinderen die langer dan 5 jaar in Nederland wonen.
Maar ook de dwang en het vermeende geweld bij de staandehouding roept afkeuring op. „Een drievoudig trauma”, rept kinderrechtenorganisatie ChildSupporto. „Of je nu voor of tegen een streng migratiebeleid bent, zo behandel je kinderen nooit. En zeker niet kinderen die geworteld zijn in de Nederlandse samenleving."
Op de gezinslocatie wachten meerdere gezinnen op uitzetting.
Op de gezinslocatie wachten meerdere gezinnen op uitzetting. Foto: Jaspar Moulijn

Tekening voor Sarah

Tanushka (13) denkt vaak aan Sarah. Ze zat bij haar in de klas in groep 8 van basisschool Hesselanden op het azc-terrein. Van de een op de andere dag keek ze tegen haar lege stoel aan. „Dat is echt niet leuk. Ik vind het ook echt zielig voor Sarah. Ik speelde vaak met haar op het schoolplein”, zegt Tanushka. Ook haar beste vriendin Nimota verdween dit schooljaar al, net als haar klasgenootje Ariana.
Vast ritueel op de school na de uitzetting: een herinnering knutselen, tekenen of schrijven aan hun klasgenootje. Tanushka maakte een tekening en schreef een briefje voor Sarah. ‘Het komt goed. Sterkte’, schreef ze erop. Alle knutselwerkjes en tekeningen werden in een pakketje verzonden naar het uitzetcentrum in Zeist.

'Kan mij ook overkomen’

Tanushka is geboren in Afghanistan en belandde via India in Europa. Ze woont al bijna 5 jaar met haar ouders, 19-jarige zus en 4-jarig broertje op de gezinslocatie in Emmen. Haar broertje is hier geboren. Hij kent niets anders en weet niet beter dan dat hij tussen zijn ouders in slaapt. Het jongetje is speels en rent lachend door de gang met een speelgoedpistooltje.
Zijn ouders en zussen zijn minder vrolijk, hoewel ze er het beste van proberen te maken. Het gezin is uitgeprocedeerd.
Tanushka frunnikt aan haar halsketting, terwijl ze met haar ouders en oudere zus in de bescheiden woonkamer zit. „Wat er met Sarah is gebeurd maakt me bang, want het kan mij ook overkomen.” Op haar school hangt een fotowand in de hal, waar foto's hangen van kinderen die vertrokken zijn en leerkrachten die niet meer werken op Hesselanden. De foto's van Nimota en Sarah hangen er ook. De kans is reëel dat de foto van Tanushka er ooit tussenhangt.
Laatst appte ze even kort met Sarah. Berichtjes gingen over en weer tussen Emmen en Nigeria. „Sarah zei dat ze weer iets beter was. Ze was heel ziek geworden van de muggen daar. Daarna heb ik haar niet meer gesproken.”

Beroerd voor kinderen

Emmen is één van de vijf gezinslocaties in Nederland voor uitgeprocedeerde gezinnen met minderjarige kinderen. Hier wonen statushouders, maar ook asielzoekers die nog in hun procedure zitten en gezinnen met kinderen die wachten om uitgezet te worden naar het land van herkomst.
De leefomstandigheden voor kinderen op deze gezinslocaties zijn verre van ideaal, ook al probeert het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) zoveel mogelijk activiteiten en speelaanbod te creëren. In 2023 concludeerden de Onderwijsinspectie en Defence for Children dat onder kinderen angst regeert en dat hun ontwikkeling stagneert. Natuurlijk, in Emmen is geen oorlogsgeweld, maar het leven in een gezinslocatie is voor sommige kinderen traumatisch.
De leefomstandigheden voor kinderen op deze gezinslocaties zijn verre van ideaal.
De leefomstandigheden voor kinderen op deze gezinslocaties zijn verre van ideaal. Foto: Jaspar Moulijn

'Zorgen nemen ze mee naar school’

„De signalen uit het rapport herkennen wij ook in onze dagelijkse praktijk. Kinderen brengen hun zorgen soms zichtbaar mee de klas in”, zegt Judith van de Vooren. Zij is directeur van Hesselanden. Ze herkent de verhalen dat bepaalde kinderen dagelijks in angst leven voor het geklop op de ramen. Ze herkent dat kinderen op latere leeftijd opeens weer in bed plassen of dat kinderen geen vriendschappen aangaan uit angst voor een eventueel afscheid.
Op Hesselanden zitten zo’n 150 leerlingen. Eén op de vijf schoolkinderen wacht op uitzetting. „Daarom”, zegt ze, „is veiligheid en goed onderwijs het allerbelangrijkste dat Hesselanden kan bieden. Daar sta ik voor. We zijn een gewone school en zorgen dat het veilig is. We doen er alles aan om kinderen op een zo’n hoog mogelijk niveau uit te laten stromen, zodat ze zo groot mogelijke kansen krijgen in het leven.”

‘Geven les alsof ze altijd blijven’

De basisschool staat midden op het azc-terrein. Kleurige speeltoestellen op het schoolplein geven een vrolijk aanblik. Op de gevel staat ‘welkom’ in alle denkbare talen. Het leven op de school gaat door, ook na de uitzetting van een leerling.
Een lege stoel in de klas went nooit, ook niet voor leerkrachten die al jarenlang werken op Hesselanden, zegt Van de Vooren. „De gezinslocatie is eigenlijk een klein dorp. Hoe ouder de kinderen, hoe meer impact een uitzet heeft. Wat dan belangrijk is, is om erover te praten. ”
Een leerkracht moet stevig in zijn schoenen staan, zegt ze. „Als je hier werkt, weet je dat een kind uitgezet kan worden. Maar we geven les alsof de kinderen altijd blijven.”’

Leven staat op pauze

De uitzetting van Rejoice, Sarah en Isaac is een dreun voor alle kinderen op de gezinslocatie, zegt Maja Zuiderveld. Zij werkte van 2012 tot 2018 als schoolleider op basisschool Hesselanden. Tegenwoordig bestiert ze ‘Bureau d’r bij’, waarmee ze scholen begeleidt om passend onderwijs te bieden aan nieuwkomers. „Het wakkert extra angst aan dat ook een meisje van 7 jaar teruggestuurd wordt. Een meisje dat hier in Nederland geboren is.”
Als voormalig schoolleider zag Zuiderveld kinderen lijden, vaak in stilte. „Veel kinderen ontwikkelden psychosomatische klachten. Was het niet van eigen stress, dan voelden ze wel de stress van hun ouders. Sommige kinderen stoppen hun gevoelens weg om hun ouders maar niet te belasten. Je leven is iets dat loopt, maar op het moment dat je daar zit, staat je leven op de pauzeknop. Soms duurt het 10 jaar voordat er weer op play gedrukt wordt.”
Het asielzoekerscentrum in Emmen.
Het asielzoekerscentrum in Emmen. Foto: Cor Lasker

'Teken doodvonnis van mijn kinderen’

Zuiderveld vindt het onmenselijk hoe uitgeprocedeerde gezinnen uitgezet worden. In principe krijgt deze doelgroep twee keuzes: of vrijwillig of gedwongen terugkeren. „Maar veel mensen tekenen niet voor vrijwillige terugkeer, omdat ze het niet veilig vinden in hun thuisland. Die laten het erop aankomen. Ik heb genoeg moeders gesproken die zeiden: als ik teken voor vrijwillige terugkeer, dan teken ik het doodvonnis van mijn kinderen."
Bij gedwongen terugkeer is het aan de Dienst Terugkeer & Vertrek (DTenV) om uitgeprocedeerde mensen op te halen in de zwarte busjes. Zuiderveld: „Weinig mensen realiseren zich hoe beschadigend die angst is. Kinderen slapen er niet van, bang dat het busje het terrein op komt rijden om hen te halen. Elke dag kan de laatste zijn.”

'Overgeven van angst’

Bert Vastenburg (71) uit Diphoorn kan daarover meepraten. Vastenburg spant zich in voor de Alliantie Vluchtelingen Emmen, een samenwerkingsverband van organisaties die zich bezighouden met vluchtelingen, statushouders en ongedocumenteerden. Vanuit die rol had hij goed contact met Isaac Imuse, de Nigeriaanse puber die met zijn armen in een bodycuff belandde. Ook heeft Vastenburg contact met de familie Babayants, die al bijna een jaar in kerkasiel zit in Kampen.
Isaac en Aram Babayants (20) waren elkaars grote maten, vertelt Vastenburg. „Op de dag dat Isaac werd uitgezet, zou ik hem meenemen naar Kampen om daar in de kerk een paar uur met Aram te kunnen kletsen. Maar toen begreep ik dat Isaac was meegenomen. Aram was helemaal van slag.”
Hij komt geregeld op het azc en daar voelt hij soms de angst onder de kinderen. Als voormalig directeur van De Praktijkschool haalde hij eens een paar keer een jongetje uit Macedonië op om hem naar school te brengen. „Die jongen moest een drempel over. Ik zei toen: ik haal je een maand op bij het azc en daarna moet je het zelf doen." Nooit vergeet hij de eerste keer dat hij het Macedonische kereltje ophaalde. 's Ochtends tegen 7 uur liep hij naar de juiste deur en klopte op de ramen.
„Wist ik veel op dat moment”, zegt Vastenburg. Het beeld wat hij toen zag, vergeet hij nooit meer. „Binnen zaten ze allemaal stijf van de angst. Het jongetje keek verschrikt met van die grote ogen. Eén van zijn zusjes moest overgeven. In zo'n angst leefden ze toen. Ik was toen zelf ook van slag." Inmiddels is dit gezin het land al uit, weet Vastenburg. „En ik heb geen idee hoe het met ze is gegaan daarna.”
Veel gezinnen wonen al jaren op de gezinslocatie.
Veel gezinnen wonen al jaren op de gezinslocatie. Foto: Jaspar Moulijn

DTenV wil ‘risico op onderduiken' verkleinen

Uitgeprocedeerde gezinnen die niet vrijwillig terugkeren naar hun land van herkomst, weten nooit van tevoren wanneer ze worden opgehaald. Dat is ‘vanwege het aanwezige risico op onderduiken’.
Dat schrijft de Dienst Terugkeer en Vertrek (DTenV) op vragen van deze krant. DTenV is de uitvoerder van het Nederlandse terugkeerbeleid. De dienst haalt uitgeprocedeerde mensen op uit asielzoekerscentra, waaronder de gezinslocatie in Emmen, om ze uit te zetten.
Veel uitgeprocedeerde gezinnen kiezen niet voor vrijwillige uitzetting, omdat ze vrezen niet veilig te zijn in hun land van herkomst. Deze mensen worden gedwongen uitgezet. Zij worden opgehaald door DTenV en tijdelijk in bewaring gesteld op een Gesloten Gezinsvoorziening (GGV).
Voor uitgeprocedeerde gezinnen van de gezinslocatie in Emmen gaat het om de GGV-locatie in Zeist. Hier moeten de mensen binnen de muren blijven, totdat ze daadwerkelijk uitgezet worden. In die tussenliggende periode mag er wel bezoek komen, stelt DTenV. Volgens de DTenV is er ‘volledige bewegingsvrijheid binnen de muren van de locatie’ en zijn internet en speelvoorzieningen aanwezig.
Het uitgangspunt van DTenV is om mensen zelfstandig en vrijwillig te laten vertrekken, ‘zodat ook de psychische belasting voor de (minderjarige) vreemdeling zo klein mogelijk is’. Dan ‘hoeft geen sprake te zijn van vertrek uit de vertrouwde omgeving zonder de mogelijkheid afscheid te nemen’, schrijft DTenV. Gezinnen die terugkeren naar waar ze vandaan komen, worden volgens de dienst zo goed mogelijk begeleid.

SUGGESTIES

LAATSTE NIEUWS

De pendelbus rijdt vanaf het azc in Ter Apel rechtstreeks naar station Emmen.
TER APEL - EMMEN

Keijzer: ‘Pendelbus tussen Emmen en Ter Apel over paar dagen niet meer gratis’