1980, de hiphoprevolutie is begonnen. Deze foto maakte Jamel Shabazz in Brooklyn: 'Radio Man'. Foto: Galerie Bene Taschen/Groninger Museum
Met de nieuwe tentoonstelling ‘Hip Hop Is’ belicht het Groninger Museum vooral de visuele taal van de meest invloedrijke cultuurstroming van de afgelopen decennia. Het blijft logischerwijs bij een goedmoedige poging tot aanstippen, maar een bezoek dreunt een dag later toch opvallend na.
Nee, de naam Andreas Blühm, de vorige directeur van het Groninger Museum, valt niet tijdens het openingspraatje voor de verzamelde pers. De huidige directeur, Roos Gortzak, houdt het afgelopen donderdag kort, zij laat de introducerende woorden vooral aan anderen over. En toch is het nog aan de vertrokken Duitser te danken dat er nu in Groningen een tentoonstelling te zien is over de meest dominante cultuurstroming van de afgelopen 50 jaar: hiphop.
Martha Cooper: 'Dump Koch door Spin', 1982. Foto: Siese Veenstra
Die titel, Hip Hop Is, doet sterk denken aan een van de grootste successen – zeker artistiek gezien – uit de recentere geschiedenis van het momenteel zo door financiële en organisatorische problemen geplaagde museum: het in 2015 geopende David Bowie Is. Voor Blühm was zo de cirkel misschien wel rond, al zal hij ook hebben beseft dat Hip Hop Is niet de publiekstrekker zal worden à la Bowie indertijd.
Controversiële beweging
De naam Frans Haks, die vanaf 1978 tot en met 1995 de baas was, valt wél. En als we de uit het Westen ingevlogen gastcurator Rieke Vos mogen geloven, is de catalogus, die in 1992 verscheen ter gelegenheid van de Groningse expositie Coming From The Subway: New York Graffiti Art, een soort bijbel voor veel huidige kunstenaars. „Geschiedenis en ontwikkeling van een controversiële beweging”, luidt de veelzeggende ondertitel.
Haks (1938-2006) staat in zijn tijd kennelijk al snel open voor de cultuur van de straat die zeker in het begin lang niet door iedere kunstbobo op waarde wordt geschat. Al in 1984 haalt hij Amerikaanse graffitikunstenaars naar het Noorden, onder wie Rammellzee voor wie nu een aparte ruimte is ingericht. Dat er deels uit de eigen omvangrijke museumcollectie graffitikunst kan worden geput, is daarvan het gevolg. Het werk van onder meer Quik, uit Queens, New York, hangt weer eens te schitteren, al is het in een gang.
Een greep uit de verzameling van het Dutch Hip Hop Archive. Foto: Siese Veenstra
Nieuw is het in Groningen dus niet dat er in het museum aandacht is voor de invloed die hiphop sinds de jaren 70 – en tot op de dag van vandaag – uitoefent op de beeldende kunst. Ook Vos focust op de visuele taal, van grafische vormgeving en fotografie tot schilderkunst en graffiti.
Feministische sneer naar gangsterrappers
Voor de trap naar boven kan worden genomen, is het eerst de kunst niet te lang te blijven hangen in de zaal waar muziek klinkt en op chronologische volgorde 840 platenhoezen zijn opgehangen. Het ziet er prachtig uit, die greep uit de verzameling van het Dutch Hip Hop Archive. Linksboven is de singlehoes van Easy To Love van Erwin Bouterse & His Rhythm Cosmos het oudste exemplaar, uit 1979. Via Dingetje, Noodweer, MC Miker G & Deejay Sven, Urban Dance Squad en vele anderen gaat het verder tot Crane IV van local hero Kraantje Pappie.
Door moet je en als je de groot op de muur geplakte woorden van Missy Elliott ziet, weet je dat je goed zit: ‘Love my guts so f*ck a tummy tuck’. Eenmaal boven steelt Lauryn Hill de show met een feministische sneer naar de gangsterrappers: ‘So while you’re imitating Al Capone I’ll be Nina Simone’.
Garbage God als blikvanger
Het oog wordt gegrepen door de foto Radio Man die Jamel Shabazz in Brooklyn maakte. Een man zit gehurkt in sportieve outfit trots naast zijn ghettoblaster. Het is 1980 en de hiphoprevolutie is van onderop begonnen. Het wordt een manier van leven waarin alles samenkomt, zelfontplooiing via de spuitbus die ‘tags’ en ‘pieces’ zet waarmee niet alleen het straatbeeld voorgoed wordt veranderd.
Dat Rammellzee (1960-2010) bevriend was en samenwerkte met Basquiat is als je zijn werk ziet wel te begrijpen. Blikvangers zijn het stuk voor stuk, of het nu het door hem aan het museum geschonken politiek geladen beeldhouwwerk Gulf War (1991) is of de surrealistische en avant-gardistische uitdossing van een levensgrote pop, een van zijn Garbage Gods waarmee hij streed tegen de gevestigde orde. En wow, zijn abstracte Future Futurism is fantastisch.
Verbinding met de regio
En dan te bedenken dat hij dus ooit in Groningen was en doodleuk met de piepjonge lokale kunstenaar Mick la Rock (alias Mickey, alias Aileen Middel) optrad. Aan het plaatsen van haar hangende bijdrage wordt nog de laatste hand gelegd, zelf is ze er niet bij helaas. Sherlock Telgt wijst haar aan op een foto waarop ze in een studio zit op het Groningse platteland. Het is in het zaaltje waarin de geschiedenis van hiphop in Groningen middels posters, krantenknipsels en foto’s aan bod komt.
De 50’er Telgt weet waarover hij praat, zelf was de rapper een van de pioniers en op een missie met zijn Zombi Squad. Samen met de iets jongere Dennis Kok (DJ Lowpro) is hij betrokken bij de tentoonstelling, het tweetal zal op zondagmiddagen verder invulling geven aan het verspreiden van hun blijde boodschap. Zoals Alex Tjoelker dat ook zal doen als outreach coach. Zo wordt de verbinding gezocht met de regio en moeten de te organiseren lezingen en breakdancedemonstraties de boel wat verlevendigen. Er rijdt zelfs een hiphopcaravan door de provincie.
Bijtende humor
Geinig trouwens te weten dat niet alleen filmdiva Halina Reijn in Beijum woonde, maar dat ook Mick la Rock, Telgt, Kok én de nieuwe hiphopster GP uit G afkomstig zijn uit de Groningse buitenwijk. En mooi dat er ook ergens foto’s hangen die de Amsterdamse Dana Lixenberg maakte van de jong gestorven rappers Tupac Shakur (2Pac) en Christopher Wallace (The Notorious B.I.G.). Deze tentoonstelling mag dan niet per se draaien om de muziek, zonder muziek geen hiphop.
Aileen Middel (Mick la Rock): 'Hanging Installation with Turquoise Accents #2', 2024 Foto: Siese Veenstra
Misschien wel de meest indrukwekkende werken met een duidelijke boodschap levert de Amerikaan Umar Rashid. Hij confronteert de bezoeker met zijn kleurrijke kijk op de geschiedenis van wereldveroveraars. Nederland als kolonisator (Suriname, Indonesië) bijvoorbeeld, hij vangt het met bijtende humor en geeft ‘Oldenbarnevelt’ en andere compagniesnuiters ervan langs. ‘We just want to get paid, party, and bullshit’ . Ook dat is hiphop.
Te zien
Hip Hop Is is te zien tot en met 10 mei 2026 in het Groninger Museum.
Links Tupac Shakur, in 1993 gefotografeerd door Dana Lixenberg. Foto: Siese Veenstra