De fakkeltocht in Groningen in januari 2022. Foto: ProNews/Sander Smit
Het Rijk zou een gerenommeerd en groot advocatenkantoor moeten inhuren zodat aardbevingsgedupeerden uit Groningen en Noord-Drenthe in beroepsprocedures kosteloos gebruik van die advocaten kunnen maken.
Daarnaast moet het Instituut Mijnbouwschade Groningen de inzet van de landsadvocaat in bezwaarprocedures tegen inwoners uit het bevingsgebied beperken, minder juridisch touwtrekken met aardbevingsgedupeerden en deskundigenrapporten direct naar bewoners sturen.
Deze heldere en concrete aanbevelingen doet onderzoeksbureau Rebelgroup aan staatssecretaris Hans Vijlbrief (mijnbouw, D66) en het IMG.
Debat Tweede Kamer in Den Haag
Rebelgroup maakte in opdracht van Vijlbrief een rapport over hoe de schadeafhandelingen in het aardbevingsgebied verloopt. Vijlbrief schrijft woensdag aan de Tweede Kamer dat het om een zorgvuldig rapport gaat met aanbevelingen waarmee ,,de afhandeling van schade [door het IMG] verbeterd kan worden”. Volgende week wordt het rapport besproken in een debat in Den Haag met de Tweede Kamer.
Het IMG vergoedt schade die is veroorzaakt door de gaswinning uit het Groningenveld en de opslag bij Norg. Door deze mijnbouwactiviteiten ontstaan aardbevingen en bodemdaling. Het schadeloket handelt zo’n 40.000 schademeldingen per jaar af.
Het IMG werkt samen met honderden schadedeskundigen. Volgens Rebelgroup is het ,,niet verdedigbaar” dat een deskundigenrapport eerst op het bureau van IMG ploft. Het zou veel logischer zijn om het rapport ook direct aan de bewoner te geven, waarbij standaard moet worden aangeboden door de deskundige om het concept-rapport toe te lichten. ,,Dit kost zeker extra tijd, maar het zorgt voor meer draagvlak”, staat in het advies aan Vijlbrief.
Daarbij zouden de deskundigen, ingehuurd door IMG, zich sec bezig moeten houden met het opstellen van ,,zuiver technische rapporten” en de juridische conclusies over moeten laten aan IMG-juristen. Ook zou IMG de landsadvocaat veel minder vaak moeten inzetten in hun juridische strijd tegen aardbevingsgedupeerden. Het is volgens Rebelgroup ,,intimiderend” om in de rechtszaal tegenover de landsadvocaat (kantoor PelsRijcken uit Den Haag) te staan.
Overigens gaat volgens het strategisch adviesbureau het grootste deel van de zaken die bij IMG op het bureau liggen goed. Alleen de zaken die wel tot gedoe leiden zijn ,,impactvol en beeldbepalend”. Daarbij is er van de kant van IMG sprake van ,,onnodige juridisering” en daarmee ontstaat het gevoel dat bewoners tegenover ,,een grote, achtige en ongewillige overheid komen te staan”.
Advocaten voor Groningers die worden betaald door het Rijk
Rebelgroup geeft Vijlbrief onder meer ter overweging mee om een zogeheten raamcontract vanuit het rijk met een gerenommeerd advocatenkantoor te sluiten. De advocaten van dat kantoor staan dan - op kosten van het rijk - aardbevingsgedupeerden bij in beroepsprocedures. Nu voelen advocatenkosten voor bewoners die de juridische strijd aan willen binden met het IMG als een drempel. Rebelgroup constateert dat aardbevingsgedupeerden die het al aandurven om een deskundige in de arm te nemen, worden geconfronteerd met het IMG dat ,,(naast in de regel twee juristen) soms ook nog meer deskundigen inzet”.
Uit het rapport komt overigens naar voren dat het inhuren door de overheid van een vermaard of roemrucht kantoor in een mogelijke gevecht in de rechtszaal met IMG waarschijnlijk tot minder juridische procedures zal leiden. ,,Voor beide partijen is er dan een prikkel (én de nodige competentie) om er samen buiten de rechtszaal uit te komen”, valt te lezen.
Opvallend genoeg adviseert Rebelgroup staatssecretaris Vijlbrief en het IMG om de vaste vergoeding (nu 5000 euro) te verhogen. Deze week kondigde het IMG, dat dit rapport al op voorhand had gekregen, dat ook aan voor gedupeerden met grotere schade. Het onderzoeksrapport van Rebelgroup laat aan duidelijkheid in elk geval weinig aan de verbeelding over. Staatssecretaris Vijlbrief en ‘politiek Den Haag’ krijgen zelf ook een welgemeend advies mee: ‘Beloof niets wat je niet waar kunt maken’.