Het vertrouwen is er. Tot het er niet meer is. Staatssecretaris Hans Vijlbrief heeft ontdekt dat hij naast de gedupeerden van aardbevingen in Groningen wil staan
Staatssecretaris Hans Vijlbrief Foto: J.W.VAN VLIET
Staatssecretaris Hans Vijlbrief (Mijnbouw, D66) heeft het afgelopen jaar heel veel aardbevingsgedupeerden gesproken. Een interview met de man die erachter is gekomen dat hij naast de Groningers wil staan. ,,Zij helpen mij enorm.”
Even kijkt Hans Vijlbrief naar zijn mooie chique lange jas die over de stoel hangt. Zou het briefje er nog inzitten? ,,Ik weet het niet meer. Tja, dat briefje.”
Dat briefje is een schrijven dat hem werd voorgelezen toen hij vorig jaar bij twee inwoners van Zeerijp op bezoek ging. Om met ze te praten over de impact van de aardbevingen, veroorzaakt door de gaswinning in Groningen. ,,Die mensen waren zo geëmotioneerd over wat hen in al die jaren is overkomen. Ze konden het gewoon niet meer onder woorden brengen. Dus hun dochter, ze zal een jaar of 20 zijn geweest, las hun gevoelens, hun verhaal voor vanaf dat briefje.”
De 59-jarige Vijlbrief is niet een man die snel moet zoeken naar woorden. Maar tijdens het vraaggesprek is het nu dan toch even stil. ,,Super-indrukwekkend”, zegt hij uiteindelijk.
Het was destijds sowieso een pittige dag, herinnert Vijlbrief zich. Even daarvoor was hij bij een ouder echtpaar langs geweest. ,,Een jaar of 80. Die mijnheer kon nauwelijks meer lopen, maar ze wilden per se mij de schuur laten zien. De muren hingen als het ware aan het dak van de schuur. Er was helemaal een gat in geslagen. Ongelooflijk. Het voelt ook onveilig als je er bent.” Dan pas kruipt het echt onder je huid, benadrukt hij.
Verhalen van gedupeerden aanhoren
Hans Vijlbrief is als staatssecretaris nu een jaar bezig met de gaswinnings- en aardbevingsproblematiek in Groningen en de kop van Drenthe. En het was nogal een jaar. Deze week is hij weer ,,in het gebied”, zoals hij dat zelf zegt. Om verhalen van gedupeerden aan te horen. Om te overleggen met woningbouwcorporatie Marenland en huurders, nadat Tweede Kamerlid Sandra Beckerman (SP) hem had gewezen op de vele problemen rond de grote sloop en nieuwbouwopgave. Vijlbrief wil met eigen ogen bekijken of hij iets voor de mensen kan betekenen. ,,De meeste gesprekken voer ik trouwens in het gemeentehuis van Loppersum. Dan komen er normaal gesproken zo’n vier tot vijf mensen langs.”
Het zijn allemaal gedupeerden die hun verhaal bij hem mogen doen. Hij doet iedereen een belofte, zegt hij dan. Dat hij goed zal luisteren. Maar dat hij al hun problemen zal oplossen, nee, dat wil en kan hij niet beloven. „Maar ze helpen mij enorm. Door te vertellen waar de pijnpunten zitten. Daar kan ik wat mee met nieuw beleid.”
Soms zijn ze boos. Vaak met een gevoel van machteloosheid. ,,Boodschappentassen vol met ordners dragen ze mee. Het is eigenlijk altijd hetzelfde. Die gesprekken zijn echt loeizwaar om te doen. Dat vind ik echt. Vanwege de menselijke kant.”
Die ordners zijn gevuld met documenten waaruit de jarenlange gevechten die gedupeerden moeten voeren naar voren komen. Met de Nederlandse Aardoliemaatschappij (NAM), de Nationaal Coördinator Groningen (NCG), Het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG). En met de overheid.
Staatssecretaris Hans Vijlbrief (Mijnbouw) brengt een bezoek aan Wirdum. In het dorpshuis spreekt hij met een vijftal bewoners.
OP foto: aan tafel met bewoners Hopper en Dijkhuizen en rechts burgemeester Ben Visser. Foto: Corné Sparidaens
En dat raakt Vijlbrief. Als vanzelf komt hij weer met een voorbeeld, want die heeft hij te over. Over hoe zenuwachtig hij was om afgelopen oktober te verschijnen als getuige voor de parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen. Zo zenuwachtig dat hij snibbig reageerde tegen een aardbevingsgedupeerde die hem, vlak na de aardbeving bij Wirdum (3,1 op de schaal van Richter), herhaaldelijk kenbaar maakte de overheid niet te vertrouwen.
Hij kon het er, vanwege de zenuwen, even niet bij hebben en reageerde boos op die vrouw. ,,God, ja die vrouw. Die was boos. En ik reageerde wat gepikeerd omdat ik mij aangesproken voelde. Ze wantrouwt de overheid. En ik sta daar als de vertegenwoordiger van de overheid.”
Vijlbrief glimlacht: ,,Achteraf is het allemaal goed gekomen. Ze was even boos, maar daarna niet meer hoor.”
Vertrouwen herstellen
Een pikhouweel en een mijnbouwhelm. Dat wilden zijn dochter en zoon hem wel geven toen Vijlbrief uiteindelijk ‘ja’ zei op de vraag van D66-fractievoorzitter Sigrid Kaag of hij staatssecretaris Mijnbouw wilde worden in het nieuwe kabinet Rutte IV. ,,Mijnbouw? Mijn kinderen begrepen er niks van. Wat moet je daar nou mee? Dus mijn kinderen zeiden: Nou pap, we hebben een helm en houweel voor je gekocht hoor. Daar hebben we toen heel smakelijk om gelachen.”
Inmiddels weten hij en zijn kinderen wel beter. Een houweel en helm heeft Vijlbrief niet nodig. Dat zaken worden geregeld, de versterking op stoom komt en dat gedane beloftes worden nagekomen des te meer. ,,Alleen zo kan ik proberen het geschade vertrouwen herstellen.”
De D66’er is van huis uit econoom en was lange tijd topambtenaar. Bij het ministerie van Economische Zaken, maar ook als thesaurier-generaal bij het ministerie van Financiën. Het bracht hem veelvuldig in Brussel waar hij samen met toenmalig minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem – ‘echt een voorbeeld voor mij’ – de eurocrisis probeerde te bezweren.
,,Het was op een gegeven moment maar afwachten of de euro het überhaupt wel zou overleven. Dus in die zin een veel zwaardere baan dan deze. Maar hier zit ik recht tegenover mensen die problemen hebben met een overheidsinstantie. En de overheidsvertegenwoordiger voor die mensen... Dat ben ik dus. Als je dat niet laat binnenkomen, te afstandelijk bent, dan heeft het geen zin meer.”
,,Je doelt dan bijvoorbeeld op Bas Jakobs. Hij heeft dit onder meer gezegd. Ik ben het echt faliekant met Bas oneens. Dit heeft niks met emotioneel te maken.”
Jakobs, hoogleraar economie, gaf onder meer aan dat vanwege de hoge gasprijzen een rationeel gesprek moet worden gevoerd over de gaswinning in Groningen. Hij wil een maatschappelijke discussie over het extra oppompen van gas uit het veld van Groningen. Overigens niet zonder te kijken of Groningers inkomenscompensatie kunnen krijgen.
Maar Vijlbrief schudt zijn hoofd als hij econoom Jakobs, die hij zeer hoog heeft zitten en goed kent, naar voren haalt. ,,De redenering van Jakobs is als volgt: er zit voor honderden miljarden in de Groningse grond, als je dat er uithaalt en je gebruikt een deel van dat geld voor de inwoners van het aardbevingsgebied dan bereik je voor iedereen in het land een betere situatie in plaats van dat je blijft sappelen met die versterkingsoperatie en het gas in de grond laat zitten.’‘
,,Ik kan die redenering als econoom volgen, maar Bas moet volgende week met mij meegaan naar Groningen. En dan moet hij aan mensen in Loppersum, die ik maandelijks zie, vragen: wat willen jullie eigenlijk? Willen jullie dat we het risico op aardbevingen vergroten en dat je in ruil daarvoor geld krijgt? Wil je dat liever dan hoe we het nu doen? Ik ben er zelf van overtuigd dat mensen zullen antwoorden: nee, we willen niet dat de gaswinning opnieuw start. Ze willen gewoon een veilig huis en geen aardbevingen meer. Als mensen dat emotioneel vinden... tja.’‘
,,Een ander die mij er vaak op aanspreekt, is energiespecialist Jilles van den Beukel. Die zegt dat ik er een taboe van heb gemaakt. Let wel, hij mag dat vinden hè. Maar ik zie dat dan maar als een compliment. Als ik als bestuurder in staat ben om de indruk te wekken naar Haagse economen en andere specialisten dat ik te emotioneel betrokken ben bij het dossier... Nou, prima.”
Bezoek van staatssecretaris Vijlbrief aan Groningen Foto: DUNCAN WIJTING
,,Dat staat. Maar wel met een komma erachter, zoals ik hem al vaak heb geplaatst. Je zou alleen al hierom willen dat die oorlog in Oekraïne er niet was. Om heel andere redenen wil je de oorlog ook niet natuurlijk. Maar dan zou ik nu kunnen zeggen: het gaat gewoon lukken in 2023, mits die stikstoffabriek in Zuidbroek dan klaar is. Dan zijn er geen technische redenen meer om Groningen open te houden. Maar met deze huidige geopolitieke situatie kun je niet met droge ogen zeggen: ik ga putten dichtdoen in het veld van Groningen.”
,,Ja. Maar zicht op wanneer, dat heb ik gewoon nog niet. Het hangt af van vragen als: hoe gaat het met de winter? Blijven de reserves goed vol? Hoe gaat het met de oorlog?”
,,Zorg is nu echt een groot woord. Minister Jetten [Economische Zaken en Klimaat, D66, red.] en ik kijken hier samen naar. Vorig jaar hebben we in maart en april zitten twijfelen. Wat is nou de beste mix? Een maatregel is natuurlijk energie besparen. Sommige mensen worden gedwongen om te besparen omdat ze de gasrekening niet goed kunnen betalen. Fabrieken moeten sluiten. Dat is echt niet fijn, maar er wordt wel bespaard.’‘
,,Daarnaast hebben we de LNG-capaciteit [vloeibaar gas, red.] verdubbeld. En de derde lijn was om de gasreserves te vullen. Ik had nooit kunnen dromen dat dat zo goed lukte. Een deel van het gas kwam toen nog uit Rusland, dat gaat nu niet meer gebeuren. Dus hoe regelen we dat dit jaar? Besparen, extra LNG en volle reserves. De gasopslagen zit door het relatief zachte weer nu nog goed vol. Als het zo doorgaat, dan staan we er beter voor dan vorig jaar.”
,,Ja, ik heb echt goede hoop dat het kan. Maar het hangt echt van de geopolitiek af. Dat is de andere kant van de zaak. De formule is: Groningen sluit, tenzij we het in een noodgeval nodig hebben.”
,,Het is heel lastig te voorspellen. De twee Elfstedentochten in de jaren 80 waren eind februari. Dus koud weer kan natuurlijk nog steeds. Maar het ziet er nu goed uit.”
Vijlbrief vult zijn functie op zijn eigen manier in, vertelt hij tijdens het interview in Delfzijl. Als een baan waarbij hij dicht op de mensen wil gaan zitten. Met de filosofie: als je als politicus de band tussen de overheid en de burgers wilt verstevigen, dan moet dat ook. ,,En in Groningen verstevigen we de band niet, maar willen we die herstellen. Dat werd mij echt duidelijk op de zaterdag na het subsidiedebacle. Toen was de fakkeltocht en ik de beelden zag en dacht: holy f.. Deze mensen zijn emotioneel, zijn geraakt door de overheid.”
Geloof mij niet op mijn woord, maar op mijn daden. Het zou Vijlbriefs lijfspreuk kunnen zijn. ,,Daarom baal ik zo van de vertraging rond Zuidbroek. Ik kan er niks aan doen, maar ben wel verantwoordelijk. En dan maak ik het niet waar. Geloof mij, ik baal echt. Iedereen die mij een beetje kent, weet dat ik er altijd vol in ga. Doe wat ik zeg.”
Het is voor hem de enige manier om deze zware taak goed te vervullen, zegt hij. Goed luisteren en eerlijk zijn. Vertellen wat je gaat doen en dat ook echt nakomen. ,,In Loppersum zie ik tijdens die sessies met de inwoners allemaal mensen van goede wil. Die iets proberen te bereiken en heel veel van hun tijd en energie stoppen in overleg met instanties. En die instanties reageren allemaal, met variaties hoor, niet goed. Steeds weer denk ik: als ik niet principieel kies voor het perspectief van deze mensen, dan gaat niemand dat doen. Niemand. Ik wil mijzelf niet heilig maken hoor. Maar wie dan?”
Vijlbrief gelooft erin dat deze gesprekken er toe bij kunnen dragen in het herstellen van het vertrouwen. ,,Samen met het enquêterapport over de gaswinning.”
,,In juni was dit. Ik stond op het podium in Garrelsweer en de mensen geloofden mij niet toen ik zei dat we pas zouden vertrekken als het hele dorp zou zijn versterkt. Toen heb ik gezegd in die zaal: ‘Geloof mij niet, reken mij maar af of wij op die beloofde datum in oktober zijn begonnen’. „
,,Daarom was die vrouw in Wirdum ook zo boos op mij. Die dacht dat het een trucje van mij was. Typisch zo’n Haags ding, zei ze. Het was juist niet Haags bedoeld. En verdomd, dit lukte dus niet, het wordt nu maart. Daar was ik lichtelijk ontstemd over. Het is naar omdat ik nou juist degene wilde zijn die dit niet deed: beloftes maken en die niet nakomen. Ik heb trouwens niet onder stoelen of banken geschoven dat het mij niet is gelukt.”
,,Ja, daar is dit dus geen goed voorbeeld van. Kijk, de NCG moet met dat dorp aan de slag. Voor mij werkt het zo: als je iets geregeld wilt krijgen, spreek je af wanneer je gaat beginnen. Maar het is in mijn leven wel zo dat als je dat afspreekt met mensen, dat ze dat dan ook doen. En dat is gewoon niet gebeurd. Als je naar mijn ogen kijkt, weet je wat ik hier van vond en hoezeer ik er van baal. Zullen we het daar maar bij houden?”
,,Ja, en sommigen zijn de boosheid zelfs voorbij. Ze zijn murw, gelaten. Toch zit ik in politiek omdat het mijn diepste drijfveer is om het vertrouwen te herstellen. Dat kan ik niet alleen hè, Hans Vijlbrief is geen superman. Maar dat doe je wel door te doen wat je zegt. En ja, soms gaat er wat mis: Zuidbroek, de vertraging rond de dorpenaanpak. Maar er gaan ook veel dingen goed. Ik geloof echt dat cynisme kan worden doorbroken.”
Even pakt Vijlbrief zijn rust, en dan: ,,Weet je, als politicus krijg je geen vertrouwen, maar je verdient vertrouwen. Ik verdien het vooral door wat ik zeg en wat ik doe. Ik verdien het misschien door die gaskraan straks definitief dicht te zetten. Misschien is dat wel het eerste moment dat mensen in Groningen zeggen: hij heeft het gezegd en hij doet het ook nog.”
,,Door mensen zoals Jan Wigboldus, Susan Top, Coert Fossen, Annalies Usmany. Die mevrouw die tegenover mij heeft gezeten in Loppersum en drie kwartier heeft gehuild. Maar aan het einde van het gesprek wel tegen me zegt: ik vind het heel fijn dat u naar mij heeft geluisterd. De mooie dingen die ze bij de Proatbus doen. Allemaal mensen die echt supergoed bezig zijn en oprecht bezig zijn met de toekomst van de provincie.’‘
,,En dingen waar ik blij van word? Ik vertelde toch over die mensen uit Zeerijp van wie de dochter dat briefje voorlas? Daar heb ik onlangs van gehoord dat ze toch geholpen zijn. Dat is zo fijn. Ik ben een macher. Dus ik ben echt trots dat we de gaswinning afgelopen jaar naar beneden hebben weten te drukken. Ik ben er trots op dat de omgekeerde bewijslast bij Norg weer gaan toepassen. Daar krijg ik wel energie van. En de debatten over Groningen zijn veel constructiever en zakelijker. Het grootste deel, ik denk 130 van de 150 zetels is het ook gewoon met mij eens dat de gaswinning in Groningen moet stoppen. Dat het onveilig is.”
Na het verschijnen van het eindrapport van de parlementaire enquêtecommissie eind februari gaat Vijlbrief twee dingen zeker doen, zegt hij. ,,Ik wil in de periode na het verschijnen nog intensiever in het gebied zijn om met gedupeerden te praten wat zij van de resultaten vinden. Dat vind ik echt heel belangrijk.’‘
,,En alle mensen die ik heb gesproken in Loppersum ga ik een brief sturen met de vraag of ze een keer op een avond met mij willen praten over wat zij vinden van het enquêterapport. Om te kijken of het wel leeft. En niet leeft van: goh, de staatssecretaris of het kabinet is afgetreden. Maar juist om die ervaringen mee te nemen naar de Tweede Kamer. Als we over het rapport gaan debatteren.”
De parlementaire enquête. Het spookt de laatste tijd geregeld door zijn hoofd, erkent Vijlbrief die er het afgelopen jaar vooral luchtig over probeerde te doen. Al in de eerste week werd hem gevraagd of hij zichzelf ook ziet als het offerlam van het kabinet Rutte IV. Maar Vijlbrief antwoordde relaxed dat hij er niet mee bezig is. Op een bijeenkomst op het Suikerunie-terrein in Groningen, vele maanden later, liet hij zich ontvallen dat het hem geen bal interesseert als hij naar huis wordt gestuurd. Hij is toch bezig met zijn laatste baan, hield hij de aanwezigen voor. Maar, voorzichtig begint het toch te knagen.
,,Natuurlijk heb ik wel nagedacht over die vraag. Bij zo’n enquête-debat is het gewoon simpel: het vertrouwen is er. Tot het er niet meer is. En daar gaat de Tweede Kamer over. Niet ik. Zo zit ik er in en dat bedoelde ik met ‘het interesseert mij geen bal’. Ik zit er niet voor mijzelf. En ik geloof nog heel erg in het instrument van de parlementaire enquête. Het gaat gewoon om waarheidsvinding en daarom zit ik er relaxed in.’‘
,,De enquête gaat een weinig vrolijk beeld geven over wat er is gebeurd. Laten we eerlijk zijn, dat gaat niet positief zijn. De premier heeft niet voor niets ook al drie keer excuses aangeboden. Tegelijkertijd: ik ben in mijn gesprekken weinig mensen tegengekomen die zeggen blij te zouden zijn als ik zou moeten opstappen. De mooiste was in een klein zaaltje in Lellens. Ik zat in het dorpshuis en die mensen waren ongelooflijk positief. Vlak voor de kerst heb ik een mailtje gekregen van een mevrouw hoe fijn ze het heeft gevonden. Dat maakte mij heel vrolijk. Dus, zuur of ik moet opstappen? Wat er ook gebeurt: Lellens heb ik binnen.”