De landbouwmachines van Jan-Willem Wollerich staan werkloos op het erf. Foto: Harry Tielman
De aanhoudende regen bezorgt de landbouw toenemende problemen. Niet alleen kan er niet geoogst worden, nieuwe gewassen zaaien gaat ook niet. ,,Het is triest’’, zegt akkerbouwer Jan-Willem Wollerich uit Drouwenermond.
Op vrijdagmiddag wil Jan-Willem Wollerich, hij bestiert het akkerbouwbedrijf samen met zijn broer Roelof Jan, zijn agenda voor zaterdag vrijhouden voor werk. Op dat moment is de verwachting dat het zaterdag een paar uur droog is. ,,Op de percelen waar het nog net kan, wil hij dan direct aan de slag met het oogsten van suikerbieten.’’
De suikerbiet kan wel wat hebben
Niet raar, want door de overvloedige regenval kan Wollerich, net als zijn collega’s het land niet op om gewassen uit de grond te halen. De zware landbouwmachines zouden de verzadigde grond vernielen.
Half november heeft Wollerich nog twee hectare van zijn aardappelen in de grond zitten (aardappelen die eind oktober eigenlijk geoogst zouden moeten zijn). Van zijn areaal suikerbieten is 80 procent nog niet geoogst.
De bietencampagne bij de suikerfabriek in Hoogkerk loopt tot medio januari.
Op dit moment heeft Wollerich er nog vertrouwen in dat het met de suikerbieten goed kan komen. ,,Het optimum voor de biet is nu wel bereikt, maar het gewas kan wat hebben. Alleen weet je niet wanneer de vorst komt. Komt er vorst, dan heb je nog zoveel in de grond staan, dat je niet snel genoeg kunt schakelen om hele arealen te oogsten. Dan heb je kans op bevriezing of dat ze gaan verrotten.’’
Gevolgen voor langere termijn
2023 is hard op weg een van de natste jaren ooit te worden. Wollerich kan zich niet herinneren dat het ooit eerder zo nat is geweest op het land bij Drouwenermond. ,,Ja, van mijn vader weet ik van 1998, toen was het ook heel nat, maar toen was ik 13. En in de herfst van 2020 was het ook heel nat. Maar zo nat als nu heb ik het nog niet meegemaakt. Ach, over het hele jaar gezien zal het gemiddeld wel redelijk normaal zijn. Maar het valt nu wel heel erg geclusterd.’’
En waar er normaal volop geoogst zou worden, betekent deze nattigheid nu dat de landbouwmachines in de schuur blijven staan. Dat levert schade op. Wollerich kan niet zeggen hoe groot die uitpakt. Hij kijkt vooral met een zorgelijke blik vooruit. ,,Je kunt nu niet oogsten, maar je kunt ook niet nieuwe gewassen zaaien of planten. Dat kan verstrekkende gevolgen hebben voor de langere termijn.’’
Op zijn bedrijf zou Wollerich rond deze tijd beginnen met het zaaien van wintergerst en wintertarwe. Die zou ergens in juli klaar moeten zijn. Na die oogst zou er een groenbemester op het land komen en daarna de uien. ,,Die planning dreigt nu in de soep te lopen. Je staat nu voor volgend jaar eigenlijk al met 1-0 achter. En je weet niet wat dit met de kwaliteit op langere termijn doet.’’
Grote plassen op het land. Foto: Harry Tielman
Het treintje met de tulpen loopt niet meer
Hetzelfde geldt voor tulpen. Om te zorgen dat het wortelgestel stevig genoeg is als in de winter de vorst komt, zouden die nu geplant moeten worden, vertelt Wollerich. Dat kan nu niet. ,,Je kunt wel later planten, maar dan heb je kans dat de tulp in de winter nog niet op een goed wortelstelsel staat. Dan is het risico groot op uitval van plantgoed. Bovendien zit er een heel traject achter de tulpen, dat treintje loopt dan niet meer.’’
Misschien ziet Den Haag nu dat natuur zich niet laat sturen
Wat te doen? Geduld hebben, zegt Wollerich. ,,Het is gewoon triest, maar je kunt er niks aan doen. Het is rot om het bij jezelf te zien, maar ook om te zien dat je collega’s niks kunnen. De grond heeft tijd nodig om te herstellen. Wij zitten op dalgrond (afgegraven veen), waar het water redelijk goed weg wil. Als het een week goed weer is, kunnen we al weer veel doen. Maar elke grondsoort is anders.’’
Het zal toch wel een keer weer droog worden
In Zeerijp is akkerbouwer Bert-Jan Huizing redelijk opgelucht. Hij heeft zijn aardappels net op tijd geoogst. ,,Daar hebben we dan ook wel tegenaan gewerkt de laatste weken. Ja, dagen van 17 uur zaten er wel tussen. Maar het is mooi gelukt.’’ Huizings voornaamste probleem is nu dat de wintertarwe niet de grond in kan. ,,Dat is zeker wel jammer, maar goed als dat al wel gezaaid was en je had de regen van nu gehad, was je er ook niet vrolijk van geworden. En met de wintertarwe hebben we nog de tijd tot half januari. En het zal toch wel een keer weer droog worden.’’
Uiteindelijk hoopt Wollerich wel dat deze periode de beleidsbepalers in Brussel en Den Haag de ogen opent. ,,Deze regenval is een risico van het vak. Maar het toont ook aan dat je niet alles maar kunt bepalen. De natuur laat zich namelijk niet sturen.’’