Insecten zijn onmisbaar voor bestuiving. Foto: Pixabay
Het voorjaar is op komst. Dat betekent dat de bijtjes weer naar onze bloemetjes vliegen en dat de mieren weer tussen de tegels kruipen. Die ijverige insectjes doen bij sommigen al gauw de nekharen rijzen. De waterkoker wordt erbij gepakt en de giftige insectenspray van zolder gehaald.
Dat terwijl insecten nuttig zijn. Er zijn naar schatting 5,5 miljoen soorten; 80 procent van alle diersoorten is insect. Broedvogels hebben de diertjes nodig om hun jongen groot te brengen en vliegende insectjes zijn onmisbaar voor bestuiving. Niet alleen van wilde planten maar ook van gewassen in de commerciële teelt.
Maar het gaat al jaren hard achteruit. Veel insectensoorten staan op de Rode lijst en worden in hun bestaan bedreigd. Even wat cijfertjes: volgens een Australische literatuurstudie (2019) onder dertien landen neemt de biomassa aan insecten jaarlijks gemiddeld met 2,5 procent af. Volgens een studie van de Radboud Universiteit Nijmegen (2018) bleek in een kwart eeuw zelfs 75 procent van de biomassa insecten te zijn verdwenen in 63 natuurgebieden in de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen. In een nieuwere studie uit Leipzig (2020) naar 1700 plekken op aarde bleken die cijfers iets minder extreem en erg afhankelijk per locatie. Niettemin is de neergaande lijn duidelijk én zorgelijk.
Er zijn 360 wildebijensoorten. Foto: Geert Job Sevink
Laat die waterkoker, lokdoosjes en insectenspray maar achterwege. Kijk niet langer op internet naar de talloze huis-, tuin- en keukentips over het uitroeien van mieren, slakken, rupsen, bijen, wespen of pissebedden.
Wespennest mooi laten zitten
Dat vindt ook Mark Visser (42) uit Sauwerd. Hij is geen ecoloog, maar heeft wel een warm hart voor de diertjes in zijn achtertuin. Toen hij zijn huis kocht, haalde hij een oud wespennest uit zijn muur. Dat was een joekel die hij, verdeeld over drie bananendozen, aan Insektenwereld DoeZoo in Leens weggaf voor educatie.
Het wespennest in Vissers huis. Foto: eigen beeld
Zijn woning heeft veel hoekjes en ruimtes, waardoor hij vrijwel ieder jaar wel ergens een wespennest heeft. ,,Lekker laten zitten”, is zijn devies. „Zolang ze niet in huis komen, doen die beestjes niks.” Slechts één keer haalde hij een nest weg, omdat ze allemaal de badkamer in kwamen. Als hij bij buurtgenoten ziet dat er gif wordt gespoten – soms zelfs in een bijennest – dan kan hij daar met zijn verstand niet bij.
Visser doet het geheel anders. Tijdens het verven van zijn dakgoot twee jaar geleden vond hij het een leuke uitdaging om de klus te klaren zonder het wespennest pal erboven te verwijderen. ,,Ik hield mijn bewegingen zo rustig mogelijk. Dat ging heel goed. Maar op den duur kwamen er steeds meer om mijn hoofd vliegen, toen ben ik toch maar even van de ladder gestapt.”
Waardplanten in de tuin
Marijke Akerboom (60) van drachtplantenkwekerij Ninabel Boerakker hoopt dat steeds meer mensen de insecten niet bestrijden. Zij geeft er cursussen over.
Een van de dingen die ze altijd vertelt op die cursussen is: laat kleine zandhoopjes op je terras gewoon liggen. Dat zijn solitaire bijen en solitaire wespen die in het zand tussen de tegels nestelen. ,,Veel mensen denken dat het mieren zijn. Dan vegen ze het weg of – nog erger – gooien er heet water of azijn overheen. Na het wegvegen zijn bijen soms wel twee dagen bezig om hun nestje weer terug te vinden. Ze moeten allerlei proefopgravingen doen.”
De solitaire zoemers hebben maar zes weken nodig om zich te ontwikkelen, ze steken niet en je hebt er geen last van. ,,Veeg ze dus niet weg, maar zet er eens een stoel bij en ga kijken hoe die dieren dat doen. Je ziet hoe bijen met hun achterpootjes graven en hoe wespen een rups in hun holletje slepen. Hartstikke leuk!”
De juiste planten poten
Niet bestrijden, maar juist faciliteren, is het devies van Akerboom. Dat begint met het poten van de juiste planten, struiken en bomen in de eigen achtertuin. In haar kwekerij heeft Akerboom zo’n 300 soorten. Voornamelijk inheemse planten uit Noordwest-Europa. Alles wat niet inheems is, is op zijn minst hartstikke goed voor Nederlandse insecten.
Marijke Akerboom zet haar plantjes in de bladcompost. Achter haar werkt Sam Jongedijk als vrijwilliger. Foto: Anjo de Haan
Volgens Akerboom neemt haar klandizie toe, mensen vinden een natuurvriendelijke tuin steeds belangrijker. Evenals overheden en bedrijven.
Veel van de planten die Marijke verkoopt zijn in het wild grotendeels verdwenen. Maar veel insecten, zoals bijen of vlinders, zijn er van afhankelijk. ,,Als je zulke planten in de tuin zet, krijg je soorten terug die hier echt horen.”
Doordat de zogeheten waardplanten steeds minder voorkomen, nemen met name veel hommel- en wildebijensoorten schrikbarend af. Van de 360 wildebijensoorten in Nederland zijn ongeveer 20 verdwenen. De helft wordt bedreigd. Akerboom raadt iedereen aan om veel klaversoorten in de tuin te zetten. ,,Die zijn erg afgenomen de afgelopen twintig jaar, maar zijn zeer belangrijk voor verschillende vlinders, hommels en wilde bijen.”
Bij tuincentra koop je zulke klavers uit de familie vlinderbloemigen niet. Daar krijg je schreeuwerige cultivars, gekweekt op kleur, stevigheid en veel bloemen. Maar vaak zijn zulke planten zo aangepast dat insecten niet meer bij het voedsel kunnen komen of dat er bijna geen nectar meer in zit. Ook zit er gif op veel bloemen. ,,Als mensen zulke planten willen, zitten ze hier verkeerd.”
‘Geweten gaat opspelen’
Omdat Akerboom haar bedrijf zo duurzaam mogelijk runt, heeft ze veel werk met relatief lager rendement. Dus helpen vier vrijwilligers een handje. Een van hen is bezig om de kleine plastic plantenlabels schoon te maken. Wegwerpproducten, ammehoela.
Vrijwilliger Chantal Lummen (52) uit Zevenhuizen vist met een vork kleine stekjes uit een bak. Die zet ze geconcentreerd in de aarde. Lummen deed recent een ontdekking, vertelt ze. Ze kwam erachter dat ze de bastaardwederik niet langer uit haar tuin mag trekken. ,,Vlindersoorten zoals groot avondrood maken daar veel gebruik van. Normaal denk ik: weg ermee. Die breidt zich zo vreselijk uit. Maar ja, dat kan ik nu niet meer maken. Dan gaat mijn geweten opspelen.”
Te weinig aandacht in opleiding
Veel belangrijke planten voor bijen staan niet meer in de Nederlandse tuinen. Of ze krijgen geen kans en worden tot onkruid bestempeld. Toch hoeft je tuin niet slordig te worden, om goede dingen te doen voor de insecten, vertelt ecologisch hovenier Wankja Ferguson (69) uit Groningen. Met inheemse planten kun je ook een mooie tuin krijgen. Dat vraagt wel enige inzet: je even verdiepen in je eigen tuin.
Wankja Ferguson in haar zelf aangelegde 'tuintje' voor haar huis. Op de voorgrond kievitsbloemen, de enige inheemse bolplant. De bij met de naam 'vosje' vliegt hierop. Foto: Geert Job Sevink
Ferguson maakt insectvriendelijke tuinen voor haar hoveniersbedrijf Vlinder er Bij. Ze ziet dat veel hoveniers en groenwerkers daar niet mee bezig zijn. ,,De hovenier-, landbouw- en tuinbouwopleidingen gaan nog te vaak over het bestrijden van plaagbeesten in plaats van het nut.” Dat is nu wel aan het veranderen, maar daardoor hebben veel mensen in haar branche te weinig oog voor het belang van insecten bij het inrichten van een tuin.
Bovendien hebben mensen soms last van hersenkronkels waardoor het ene dier wel in de tuin mag, en het andere dier niet. ,,De meeste mensen willen wel vlinders, maar zodra het woord rups valt, haken ze af. Ik heb weleens een vlinderrijke tuin aangelegd, maar toen ik een plantje in de tuin aanwees dat geliefd is bij rupsen, moest ik die er weer uithalen. Mensen snappen niet hoe het hele ecosysteem werkt. Wist je dat een koolmees 8000 tot 10.000 rupsen verzamelt voor één nest?”
‘Korte grasveldjes zijn desastreus’
Insecten faciliteren betekent net even anders snoeien, minder maaien, bepaalde planten laten staan. ,,Laat de pinksterbloemen gewoon een keer helemaal uitbloeien, zodat het zaad zich uitzaait. Een oranjetipje legt eitjes in de uitgebloeide houtachtige delen van die plant.”
,,Korte grasveldjes zijn desastreus. In landbouw hebben insecten al zo weinig, ze hebben onze tuinen hard nodig. Nu kunnen de paardenbloemen in veel tuinen al niet de kop opsteken, laat staan de klavers. Dat vind ik doodzonde.”
De paardenbloemzandbij vliegt op de paardenbloem, klavers worden bezocht door heel veel soorten wilde bijen en vlinders. De rolklaver is een waardplant voor het icarusblauwtje, het bedreigde bruin dikkopje en ruim tien nachtvlindersoorten. Het beste is om van grasvelden steeds in delen te maaien zodat er jaarrond genoeg voedsel blijft.
Wankja Ferguson bekijkt de bloemen bij stadsboerderij De Wiershoeck vlakbij haar huis. Foto: Geert Job Sevink