Marijke Akerboom (60), kweker van haar bedrijf Ninabel in Boerakker. Zij werkt zonder turf. Foto: Anjo de Haan
Potgrond is niet onschuldig: door turfafgravingen voor aarde voor onze plantjes gaan veenmoerassen in de Baltische staten en Scandinavië verloren. Vernietiging en drooglegging van veengebieden is verantwoordelijk voor bijna 6 procent van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen.
Het mag weer: de tuin in en met de handen in de potgrond. Maar doe dat laatste maar niet. Want als je denkt dat je duurzaam bezig bent door de tuin groen te maken met potgrond en plantjes gekweekt in turf, maak je ondertussen natuurgebieden in de Baltische staten kapot.
Marijke Akerboom (60) is als kweker in Boerakker een van de weinigen die planten opkweekt zonder turf te gebruiken. ,,Ik ben in 2015 begonnen als kweker en had toen meteen al besloten om geen turf te gebruiken.” Daarom mengt ze voor haar kwekerij Ninabel bladcompost met grof zand en zet daar de 300 plantensoorten in die ze verkoopt.
Vier vrouwen helpen haar op vrijwillige basis. Want Akerboom is niet erg commercieel ingesteld: ze wil zich vooral inzetten voor terugplaatsing van inheemse soorten in de Nederlandse tuinen. Dat is belangrijk voor veel insecten zoals wilde bijen, die het moeilijk hebben. En daar staan deze vrijwilligers enorm achter. Een van hen is Sam Jongedijk (53) uit Roden: „Ik vind het heel belangrijk om bij te dragen aan iets dat goed is voor de wereld.”
Marijke Akerboom zet haar plantjes in de bladcompost. Achter haar werkt Sam Jongedijk als vrijwilliger. Foto: Anjo de Haan
Ook het bewust niet gebruiken van turf is daar onderdeel van. ,,Daar worden natuurgebieden voor afgegraven. Die krijg je nooit meer terug”, zegt Akerboom, terwijl ze een kruiwagen volschept met de bladcompost.
Nadelen
Helemaal gelukkig is ze ook niet met deze oplossing. „Dit heeft grote nadelen. Na een jaar gaat de aarde inklinken en krijg je te weinig lucht voor de wortels. En het is loeizwaar: je tilt je een ongeluk.” Turf is een handig product omdat het zorgt voor lucht in de bodem en veel vocht kan vasthouden. Echt goeie alternatieven zijn er nog niet.
Je kunt bijvoorbeeld kokosvezels door de bladcompost verwerken. Nadeel: ook kokos moet van ver komen. Turf vervangen door olifantsgras en lisdodde kan, maar deze onttrekken voeding aan de plant. Vakvereniging Wilde Weelde voor ecologische kwekers en hoveniers is druk aan het experimenteren, bijvoorbeeld met wolkorrels. Akerboom wacht het rustig af. „Ach, dit gaat ook wel.”
Ondertussen geeft ze de consument wel een tip mee: voor kwekerijen is turf soms wel heel handig, maar voor plantjes in je eigen tuin is dat dikke onzin. „Je hebt het helemaal niet nodig.” Je kunt gewoon met bladaarde of compost werken.
Bladcompost bij kweker Ninabel. Ook consumenten kunnen dit hier in kleine hoeveelheden kopen. Foto: Anjo de Haan
Stichting tegen turf
Dat vindt ook Karin Bodewits (40). Turf uitbannen is haar levensdoel. Zij richtte met haar partner Philipp Gramlich de stichting Turfvrij op. Ze woont nu in Oosterbeek (bij Arnhem), maar groeide op in het Groningse Noordbroek. Vele jaren woonde ze in het buitenland, zoals Duitsland en Groot-Brittannië. „Daar is turfgebruik een veel groter thema”, merkt Bodewits.
In Groot-Brittannië wordt al veel meer gebruikgemaakt van alternatieven, turf is daar sinds dit jaar voor particulieren verboden. Zwitserland doet het het allerbest: het turfgehalte in zakken potgrond voor particulieren is nog maar 4 procent. In Nederland is dit volgens de Vereniging Potgrond Nederland 60 procent turf in de professionele sector en 52 procent in zakken potgrond. „Maar als ik naar zakken potgrond kijk in de winkel, lijkt dat niet te kloppen. Dat aandeel is vaak hoger.”
Karin Bodewits. Beeld: Eigen foto
In Nederland werd een jaar geleden een officieel convenant ondertekend om turfgebruik te verminderen vanaf 2025. „Maar hier hoor je nooit wat over turf, terwijl we verhoudingsgewijs veel gebruiken. De Nederlandse tuinbouwsector is enorm.”
„Ik maak me ontzettend veel zorgen over het klimaat”, verklaart Bodewits. „Het activistische zit wel in mij, maar ik ben niet iemand die zich graag op de straat plakt. Maar stoppen met turf vind ik eigenlijk zulk laaghangend fruit, dat moet toch geregeld kunnen worden?”
In haar campagne tegen turf richt Bodewits zich zowel op de tuinbouwsector als op de consument. Want juist voor die laatste groep zijn er genoeg alternatieven voor potgrond op websites als Bio-Kultura en Ecotuintje. „Het begint bij bewustzijn. Koop geen viooltjes van de Praxis of Lidl. Net als de basilicumplanten bij Albert Heijn. Dat zijn geen bedrijven die geschikt zijn om planten te verkopen. Ze geven hun planten nauwelijks water en hebben daarom graag planten op turf, omdat dat langer water vasthoudt.”
Afgegraven uit ontwaterde gebieden
Volgens de turfsector is turf trouwens helemaal niet zo slecht, omdat het materiaal alleen wordt afgegraven uit ontwaterde gebieden zonder natuurwaarde. Het veen legt daar geen koolstof meer vast. Een recent artikel van Duitse onderzoeksjournalisten van de Süddeutsche Zeitung laat echter zien dat er in Estland nog steeds veenmoerassen ontwaterd worden voor turfwinning.
Bovendien, zo benadrukt Bodewits, is ook turfwinning uit ontwaterde gebieden onverstandig. Turf is een fossiel materiaal, dat oxideert wanneer het niet onder water staat. Koolstof komt daarmee in de atmosfeer. Beter is het om veengebieden opnieuw te vernatten, waardoor het hoogveen mogelijk weer actief kan worden en koolstof vastlegt.
Vrijwilligers helpen bij kwekerij Ninabel. Foto: Anjo de Haan
Natte veengebieden zijn bovendien sponsen en kunnen veel water vasthouden, iets wat nuttig is in tijden van klimaatverandering. Een derde argument om nooit te graven, is dat dit zorgt voor bodemdaling. Mede dankzij turfwinning liggen ook veel gebieden in Nederland onder zeeniveau.
‘Ronduit hypocriet’
Om bovenstaande redenen is ook Mans Schepers, universitair docent bij het Kenniscentrum Landschap vanuit de Rijksuniversiteit Groningen, tegen turfgebruik. „Ik vind het heel wonderlijk dat we er in Nederland niet zo fel op zijn, terwijl we – zeker in Noord-Nederland – een enorme geschiedenis hebben met veen.”
Mans Schepers. Foto: Stella Dekker
We zijn er niet voor niets in het verleden gestopt met turfafgravingen, stelt Schepers. Bodemdaling en CO2-uitstoot waren daar redenen voor. En nog steeds maken we daar beleid op: vanwege hoge CO2-uitstoot door oxidatie is het waterpeil in de Friese veenweidegebieden omhoog gegaan. ,,Het is ronduit hypocriet dat we dan nog wel zoveel turf importeren uit andere landen.”
„Misschien zijn we van oudsher te veel gewend geraakt aan dat veen niet nuttig is in de grond. Maar op wereldwijd niveau is het daar een stuk nuttiger dan in mijn bloembak.”