Gemeente Westerveld wil weten wat ze kan en mag in lelieteeltdebat

Westerveld vraagt juridisch advies over de mogelijkheden die ze heeft. Dat meldt de gemeente op haar website. ‘De wettelijke kaders zijn niet eenduidig en zorgen voor onduidelijkheid. Dat is frustrerend, ook voor ons’.

Westerveld worstelt met de verhitte gemoederen in het sierteeltdebat. Agrariërs gebruiken gewasbeschermingsmiddelen om opbrengstverlies te voorkomen, om ziektes te bestrijden en de kwaliteit van hun producten te waarborgen. Tegelijkertijd zijn er aanwijzingen dat dat ten koste gaat van gezondheid en natuur.

De actiegroep Boze Burgers Westerveld (BBW) stelde de gemeente deze week verantwoordelijk voor de ontstane situatie en benadrukte dat met een actie; met afzetlint werd het gemeentehuis afgezet en bij de ingang van alle 26 dorpen in de gemeente werd de leus ‘Pas op, landbouwgif’ op het asfalt geverfd.

De gemeente heeft inderdaad zorgplicht; ze is verantwoordelijk voor een veilige, gezonde en schone leefomgeving. ‘Binnen wat juridisch mogelijk is, nemen we die taak serieus. Maar dit betekent niet dat we alles kunnen bepalen wat er op landbouwgrond gebeurt. Daarvoor is landelijke wet- en regelgeving nodig’.

De gemeente wijst naar Rijk en Provincie. ‘Voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op landbouwgrond zijn het Rijk en de Provincie Drenthe de eerste aanspreekbare bestuurslagen’. De gemeente onderzoekt nu of zij de instantie is die het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen mag verbieden of handhaven. ‘Dat is juridisch ingewikkeld. Er zijn geen landelijke regels die het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op alle plekken verbieden’.

Toelating, gebruik en handhaving van beschermingsmiddelen is landelijk en Europees geregeld. Het Rijk kan deze regels aanpassen. De gemeente zelf ‘heeft geen specifiek beleid en geen duidelijke juridische kaders’. Totdat de gemeente niet weet wat ze wel en niet mag, houdt ze zich aan de landelijke regels.