Het veld waarop de lelies worden geteeld, met op de achtergrond de basisschool van Diever. Foto: Rens Hooyenga
Het gebruik van beschermingsmiddelen – sommigen noemen het gif – op de sierteelt verdeelt een dorp. Kijk naar Diever, waar de lelieteler zijn lelies pal naast een basisschool teelt. Terwijl de een de schouders ophaalt, heeft de ander slapeloze nachten.
Pal naast OBS De Singelier laat Els Verkerke haar puppy Darla uit in de tuin. Ze woont hier nu 8, 9 jaar, nadat ze vanuit Alkmaar naar Diever kwam. Els haalt de schouders op, terwijl ze een blik werpt op het schoolplein, waar spelende kinderen pauze hebben. Door de jaren heen is ze wijzer geworden, zegt ze. „Als ik jonger was, had ik me misschien ook drukker gemaakt. Maar tegelijkertijd weet ik dat het niks helpt: ze gaan toch hun eigen gang.”
Els Verkerke met Darla. "Als ie wil drinken uit de greppel, trek ik aan de riem." Foto: Rens Hooyenga
Als je voor het schoolplein rechtsaf zou slaan, dan kijk je uit op het bewuste veld waar lelieteelt is aangekondigd. Els wandelt daar wel met Darla, maar sinds de berichtgeving over schadelijke stoffen is ze voorzichtiger geworden. „Want zo’n hondje kan natuurlijk ook doodgaan”, zegt ze, terwijl ze Darla een aai geeft. „Als ik hem uitlaat, lopen we een ander rondje als ik zie dat ze aan het sproeien zijn. En als-ie wil drinken uit de greppel, trek ik aan de riem.”
Els maakt aanstalten om verder te gaan. „En als je meer wilt weten, dan moet je aan het eind van de straat zijn. Die mensen zijn er flink mee bezig.”
Rechtszaak in voorbereiding
In het huis aan het eind van de straat woont een echtpaar van in de zeventig. Voor de deur staat een elektrische auto aan de oplader. Op het dak liggen zonnepanelen. Zij doet de voordeur open. „Dagblad van het Noorden? Kom binnen, ik was net bezig met een persbericht.”
Het echtpaar maakt deel uit van een groep ongeruste buren en ongeruste ouders die zich zorgen maken om hun gezondheid. „Ik kan er nog niet te veel over zeggen, maar we zijn bezig met de voorbereidingen op een rechtszaak”, doet mevrouw uit de doeken.
De groep ongeruste burgers telt nu zo’n 35 individuen. Hij: „Er zijn ook mensen bij die met hun kinderen vanuit de Randstad hier zijn gekomen voor de schone omgeving, voor de rust en de mooie natuur. Nou, zulke mensen zijn hier mooi klaar mee.”
‘Het ligt zó gevoelig’
Ze wonen hier sinds de woningen in 1999 werden opgeleverd. Het land waarop ze uitkijken, biedt een landelijk vergezicht. Het huis is zo gebouwd, dat alles – de slaapkamer, het balkon, het terras - gericht is op dat mooie uitzicht. Dat was een extraatje, want het land was oorspronkelijk bedoeld voor nieuwbouwwoningen. Zij: „Nu denk ik wel eens: hadden ze er maar woningen neergezet.”
Zij vraagt een emailadres waar ze het persbericht naar toe kan sturen. Welke naam eronder komt, daar moet de groep het nog over hebben. Háár naam sowieso niet. Ze wil ook niet met naam en foto in de krant. „Het ligt zó gevoelig. Echt, deze discussie is een splijtzwam in het plattelandsgebied. Ik ben geboren en getogen Dwingelder en heb heel veel sympathie voor de boeren. Als ze voedsel produceren. Maar we eten toch geen bloemen?”
‘Bovendien: wij zijn import’
In een straat verderop staat een huis met een trampoline in de tuin. Tegen het huis staan fietsen met kinderzitjes. De moeder en de buurvrouw willen best iets zeggen over de lelieteelt en de risico’s die dat met zich meebrengt. Maar niet met hun naam of foto. „Ik wil me niet mengen in zo’n groot conflict”, zegt de moeder.
„Bovendien: wij zijn import”, klinkt het. „En je ziet dat die zich meer uitspreekt. De dorpeling houdt zich wat meer afzijdig. Wat meer op de vlakte.”
En toch is het goed om het verhaal te doen, vinden beiden. „Als er niemand iets van zegt, verandert er nooit iets op deze aarde”, vermoedt de buurvrouw. Wie weet wat dit helpt. „Dingen komen zo langzamerhand in beweging. Misschien dit ook wel.”
Thuisonderwijs
De moeder heeft haar kinderen op De Singelier. Ze weet wat er speelt. Haar man is meer bezig met de hele discussie. Hij heeft al aangegeven dat hij de kinderen van school haalt als ze gevaar lopen. „En dan? Tijdelijk geen school of thuisonderwijs. We zien wel”, zegt ze.
OBS De Singelier in Diever. Foto: Rens Hooyenga
Buurvrouw hoort het aan. Ze knikt. Dat de gewasbescherming met pesticiden risico’s met zich meebrengt, wil ze wel geloven. „Het klinkt ook zo onlogisch, hè? Op het strookje grond tussen de school en het lelieveld in, daar hebben ze vorig jaar fruitboompjes geplant. Een soort plukbosje voor de kinderen. Maar dat is toch heel tegenstrijdig?”
‘Altijd iets te zeuren’
Gery Bruns woont al 12 jaar naar volle tevredenheid in Diever. Tussen haar huis en het beoogde veld met lelieteelt zit misschien 100 meter. „Het gaat al tijden zo”, zegt ze. „En ze zullen toch niet willens en wetens de boel vergiftigen? Daar geloof ik niks van. Ach, de een zegt dit, de ander dat. Tsja, wat moet je nog geloven?”
„Weet je”, zegt Bruns, „de mensen moeten in Nederland altijd iets hebben om over te zeuren. Daar word ik een beetje moe van. Dan is het PFAS, nu weer de lelietelers. En dan denk ik: waar houdt het op?”
Tweedeling
Diezelfde mening heeft Jouke Hummel, die rond de school zijn hond Kaya uitlaat. Hummel, gepensioneerd nadat hij jaren op de vrachtauto van de gemeente Westerveld heeft gereden, ziet vooral een tweedeling in de discussie rond de gewasbescherming. „In het dorp, de mensen die hier vandaan komen, die hoor je er niet over. Ach, het gaat ook al ja-ren zo en er was nooit iets aan de hand. Maar de mentaliteit van de import is heel anders. Ik noem dat van die ‘geitenwollensokkenfiguren’. Er hoeft maar dát te gebeuren, of je hebt ruzie.”
Jouke Hummel: "Als je voor de rust komt, moet je naar het bejaardentehuis." Foto: Rens Hooyenga
Jouke vindt dat maar niks. Overal heb je tegenwoordig discussies over. De wolf. Net zo’n beladen onderwerp. Hij zag het dier zelf nog lopen rond Diever. „Kijk, als ik naar Schiphol ga, dan weet ik dat ik lawaai hoor. En zulke mensen die komen dan naar Drenthe voor de rust. Nou, ik zeg je dit: als je voor de rust komt, moet je naar het bejaardentehuis.”
Regiotour
Verslaggevers van Dagblad van het Noorden gaan wekelijks op pad voor de DVHN Regiotour. Ze gaan naar plekken waar bijzondere, ontroerende of grappige verhalen zijn op te tekenen. Heeft u suggesties? Mail dan naar groningen@dvhn.nl of drenthe@dvhn.nl.