Herman hoopt dat hij nog mensen mag rondleiden op het Veenpark. Foto: Boudewijn Benting
Het Veenpark in Barger-Compascuum zit zwaar in de problemen en dat raakt zeker ook de vrijwilligers. Zoals Herman Arling, die al meer dan 55 jaar als vrijwilliger in het park actief is. Eerst als leider van volksdansgroepen, nu als gids. „Ik ben trots dat ik dit op mijn leeftijd nog kan.”
Het zijn roerige tijden voor het Veenpark, dat afgelopen maandag failliet werd verklaard. Een flinke aderlating voor de omgeving. Maar wat betekent het voor het dorp of voor de vele vrijwilligers, zoals Arling, die al tientallen jaren aan het park zijn verbonden? „Voor zover ik weet blijft het park open. Er is veel onduidelijkheid, maar volgens mij kan ik nog steeds rondleidingen geven”, vertelt hij. Maar daarover later meer.
Als klein jochie groeide Arling, geboren en getogen in Barger-Compascuum, met zijn elf broers en zussen op tussen het veen. „Ik heb het thuis altijd leuk gehad. We hadden hier niets anders dan het veengebied. Er waren geen discotheken of wat dan ook, dus als je klaar was met school, ging je het veen op”, vertelt hij.
Het jonge spul van de familie Arling was altijd buiten, zwom bij lekker weer in de kanalen en in het weekend pasten de ouderen op de kleintjes. „Ik sprak zelf met kikkers. Misschien klinkt dat raar, maar dan was ik bij een plas en dan zag ik zo’n groen diertje”, vertelt hij. „Ik vroeg hem hoe zijn dag was. Die was altijd goed, en dan maakte hij weer een plons in het water. We waren veel in de natuur.”
Van huis uit werd van iedereen verwacht dat na school werd geholpen op het veen. „Er moest geld op tafel komen. Er werd niet gevraagd of je het leuk vond of wat je wilde worden: er moest gewoon worden gewerkt.”
Herman was als klein jochie al op het Veen te vinden. Foto: Boudewijn Benting
Herman was niet heel lang veenarbeider. Tot zijn late tienerjaren deed hij hetzelfde werk als zijn vader, maar al gauw moest hij in militaire dienst. Na zijn dienstplicht ruilde hij de kazerne in voor de bouw. „Dat heb ik jaren gedaan. Daarnaast had ik samen met mijn vrouw nog een beroep erbij. We gaven dansles, zoals ballroom”, vertelt hij. Zijn vrouw overleed enkele jaren geleden.
De danslessen vielen bij velen in de smaak. Herman en zijn vrouw reisden door grote delen van Europa, zoals Duitsland, Denemarken, Oostenrijk en Zwitserland. Ook een bezoek aan de koningin konden zij toevoegen aan hun palmares. „Via de toenmalige wethouder werden we uitgenodigd om voor Beatrix een dansoefening uit te voeren. Dat hebben we gedaan. Het was een heel bijzondere ervaring.”
Hoe bent u als vrijwilliger op het Veenpark terechtgekomen?
„Het park wilde het dorp van vroeger nabouwen en oud-dorpelingen het leven van toen laten uitbeelden. Ik ben daarvoor gevraagd, aangezien ik zelf met mijn vader en later als tiener in het veen heb gewerkt.
Eerst ging ik daar aan de slag als vertegenwoordiger van de volksdansgroepen. Wel als vrijwilliger hoor, maar we gaven bezoekers dansles en voerden de Spaanse wals of de Polka voor hen uit. Later werd mij gevraagd of ik groepen kon rondleiden. Dat vind ik heel mooi om te doen.
Soms krijg ik nog een extra telefoontje of ik een groep de weg wil wijzen in het park. Natuurlijk wil ik dat. Dan trek ik mijn schoenen aan en kom ik die kant op. Het is nog geen vijfhonderd meter lopen.”
Herman verlaat de keukentafel en hobbelt naar de achtertuin. Daar haalt hij gereedschap op voor het veen. „Dit laat ik aan de bezoekers zien. Ik vertel hoe wij vroeger te werk gingen. We staken de natte turf uit het veen, lieten het drogen en stapelden het op, of staken het in de fik voor verdere droging.
Dat werd vroeger gebruikt als brandstof, bijvoorbeeld voor het stoken van de kachel in huis. Daarnaast geef ik bezoekers informatie over het park, vertel ik de geschiedenis van Barger-Compascuum en laat ik tijdens de Compascumer dagen zien hoe je turf moet steken.”
Herman aan het turf steken tijdens de Compascumer dagen. Foto: Boudewijn Benting
Wat maakt dit vrijwilligerswerk speciaal?
,,Alles. Je staat tussen de mensen. Ik vind het nog elke keer leuk. Je treft allerlei soorten mensen. Dat vind ik mooi. Ik denk dat ik wel kan zeggen dat 80 procent van de bezoekers het interessant vindt. Ze vragen je van alles en zijn enthousiast. Daar haal ik energie uit. Je bent lekker bezig.
Ik ben zelf niet meer de jongste. Ik word bijna 90, maar het helpt tegen de eenzaamheid. Ook al zijn mijn eigen kinderen vaak thuis, hierdoor blijf je niet alleen zitten. Ik ben trots dat ik dit nog kan op mijn leeftijd. Het houdt je beweeglijk.
Ik hoop dat het Veenpark kan en mag blijven bestaan. Ik zou het niet leuk vinden als het zou sluiten. Het Veenpark is Barger-Compascuum, en andersom ook. Zolang ik nog kan, blijf ik groepen met veel plezier rondleiden. Het park moet gewoon open blijven.”
Paspoort
Naam: Herman Arling
Geboren: 1936 in Barger-Compascuum
Woont in: Barger-Compascuum
Opleiding: Lagere school
Privé: Weduwnaar, vier kinderen en tien kleinkinderen