Lelieteelt in de gemeente Westerveld. Foto: Archief DVHN / Rens Hooyenga
Zet de leliebollenteelt op de politieke agenda en het is geheid vuurwerk. Voor- en tegenstanders buitelen over elkaar heen in het Drents Parlement. Ook woensdag was het weer bal. „Het is een beladen onderwerp”, verzuchtte gedeputeerde Jisse Otter.
Ook van buiten de Statenzaal wordt de discussie over de leliebollen meestal nauwlettend gevolgd. Dit keer geen luidruchtige actievoerders van Extinction Rebellion op de stoep van het provinciehuis in Assen, maar wel opvallend veel agrariërs in de zaal. En vier particuliere insprekers bij het agendapunt, wat ook een bovengemiddeld aantal is.
Neurologische ziekten
Het verhaal van drie insprekers liet zich kort door de bocht kenschetsen als ‘tegen’ de leliebollenteelt. Het verhaal van gepensioneerd huisarts Dik de Groot over de vermeende relatie tussen neurologische ziekten en de hoge hoeveelheden gewasbeschermingsmiddelen in de lelieteelt maakte indruk, maar wekte ook wrevel op bij Geke Kiers van Sterk Lokaal Drenthe.
„Er wordt vaak verwezen naar twee kinderen die leukemie hebben gekregen in de gemeente Westerveld. Maar de relatie met de gewasbeschermingsmiddelen is nergens te leggen. Daar zijn de ouders van deze kinderen, waar ik zojuist telefonisch contact mee heb gehad, ook heel boos over.”
Duurzaamste lelies van Nederland
De laatste spreker, Gert Veninga, deed een dappere poging een brug te slaan tussen de polariserende partijen. De leliebollenteler uit Hijken gaf een helder en nuchter inkijkje hoe hij en zijn collega’s te werk gaan. „Ik durf te stellen dat wij in Drenthe de duurzaamste lelies telen van heel Nederland”, concludeerde hij.
LijstPormes, Partij voor de Dieren, GroenLinks, ChristenUnie, D66, Volt en JA21 waren echter niet onder de indruk van het betoog van Veninga. De partijen trokken fel van leer tegen de intentieverklaring van de leliebollentelers – en de steun van de provincie – om te komen tot een duurzame(re) teelt.
‘Te vroeg voor conclusies’
Vooral de 750.000 euro subsidie die het provinciebestuur beschikbaar wil stellen voor de experimenten op de leliepercelen, kon bij de genoemde partijen op weinig bijval rekenen. Het voornamelijk linkse blok van het Drents Parlement liet weten het voornemen van het provinciebestuur niet te steunen. Maar dat was feitelijk alleen voor de bühne. Want er lag en ligt geen voorstel waarover gestemd kan worden. Een aantal partijen had het onderwerp zelf op de agenda gezet.
Gedeputeerde Jisse Otter (BBB) beloofde wel dat er wordt gewerkt aan een projectplan, waarin heldere doelen worden geformuleerd. „U bent in mijn optiek dan ook een beetje te vroeg om conclusies te trekken”, hield Otter de kritische Statenleden voor. „We hebben als provincie geld gereserveerd voor dit project, omdat we er vertrouwen in hebben, maar we willen de borging en de resultaten straks wel zien. Daar gaat het geld ook naartoe. Niet naar de telers zelf.”
De Drentse leliebollentelers met hun intentieverklaring. Foto: Rens Hooyenga
Opvallend was dat de grootste partij in Drenthe, de BoerBurgerBeweging, weinig weerstand kreeg in het debat. Fractielid Arjan Hingstman van BBB stak zijn bewondering voor de plannen van de lelietelers niet bepaald onder stoelen of banken, maar werd niet of nauwelijks geïnterrumpeerd. Dat had hij vooral aan zichzelf te danken, door zich heel slim als laatste spreker in te schrijven. Toen hadden de meeste partijen hun kruit al verschoten.
De Statengriffie had 85 minuten ingeroosterd op de agenda voor de leliebollendiscussie. Het werden er uiteindelijk 220. Maar daarmee is het laatste woord er vast nog niet over gezegd.