De Weiersstraat wordt een stadsboulevard. Is er dan nog ruimte voor de auto? Foto: Gemeente Assen
Hoe ziet Assen er straks uit? Architecten breken zich het hoofd over de noordelijke binnenstad. Die is versteend, er is veel leegstand en veel plekken zijn verpauperd. Ze zien een groene toekomst. Hoe? Ze legden het uit tijdens een geanimeerd stadsdebat.
„Kómt u eigenlijk uit Assen”, vraagt een krasse meneer tijdens het stadsdebat over de toekomst van de noordelijke binnenstad aan stadsbouwmeester Bart van Leeuwen. „Hebt u affinitéit met Assen?”
Bart van Leeuwen lijkt heel even van zijn stuk gebracht door de directe vraag van de Assenaar. Nee, hij komt niet uit Assen. „Misschien kijk ik daarom wel met een andere blik”, zegt de stadsbouwmeester die zojuist de noordelijke binnenstad van Assen omschreef als een ‘sleeping beauty’. „Ik sta er fris en open in.”
Fris en open. Geen overbodige luxe, want een mevrouw in de zaal memoreert dat tot vier keer toe bewonersinitiatieven zijn opgetuigd om samen met de gemeente Assen te kijken hoe de noordelijke binnenstad mooier en beter kan. „Alles sterft een stille dood.”
Een dichtgetimmerde gevel. Foto: Marcel Jurian de Jong
Wethouder houdt de moed er in
Niettemin houdt wethouder Cor Staal de moed erin tijdens het stadsdebat dat woensdag werd gehouden in De Nieuwe Kolk. Ten overstaan van een panel deskundigen en een redelijk gevulde zaal die driftig meediscussieert, memoreert hij een uitzending die Maarten van Rossem in Assen maakte met zijn broer en (wijlen) zijn zus.
Drie enorme mopperkonten die desondanks louter lovende woorden hadden voor Assen. Compact, groen, relaxed en toch alle voorzieningen bij de hand, kraaiden ze terwijl ze langs het Drents Museum schuifelden.
Ook raadsleden lieten zich in het Stadsdebat niet onbetuigd. Foto: Marcel Jurian de Jong
Hoe hangt de vlag er bij?
Eerlijk is eerlijk, de noordelijke binnenstad heeft dit olijke trio niet gehaald, want dan had het oordeel wel anders geklonken.
Want hoe hangt de vlag erbij? Het Koopmansplein kreeg recent een opknapbeurt, maar daarmee zijn we dan meteen door het goede nieuws heen. Aan de Nieuwehuizen is het licht in de meeste winkelpanden al een tijdje gedoofd. De Rolderstraat is een gribus. En iedereen vraagt zich af waarom er voor de oude V&D niet allang een herbestemming is gevonden.
Het V en D pand en het Forum in Assen staan nog steeds leeg. Foto: Marcel Jurian de Jong
De gele muren onderstrepen de vergane glorie van ‘t Forum. Dan heb je nog dat non-descripte en dichtgetimmerde bedrijvenverzamelgebouwtje achter de Hema, omgeven door een zee van asfalt, straatklinkers en scheve stoeptegels.
Hadden we het treurige Burgemeester De Dreuplein al genoemd? De talloze blinde muren? De leveranciersingangen waarvan geen mens weet waar ze uitkomen?
Burgemeester de Dreuplein
In de tussentijd gebeurt er al het nodige. Op het troosteloze Burgemeester de Dreuplein realiseert Actium veertig sociale huurwoningen. Vier oude bomen zijn gespaard bij het bouwrijp maken. De gemeente richt het openbare gebied opnieuw in met veel nadruk op groen. Voor parkeren op straat is minder plaats.
Kortom, geen wonder dat wethouder Staal een paar knappe koppen heeft ingehuurd om deze vlek voor Assen weg te poetsen. Jorrit Noordhuizen, landschapsarchitect, en stedenbouwkundige Maarten Lankester lieten donderdag tijdens het Stadsdebat, samen met een deskundigenpanel hun licht schijnen over de toekomst van Assen.
Achter de Hema laat Assen zich niet van de mooiste kant zien. Foto: Marcel Jurian de Jong
Ruimte voor verbetering
Hun conclusie – de heren drukken zich behoedzaam uit: er is ruimte voor verbetering. De diagnose van de deplorabele staat van het oudere vastgoed en openbare ruimte was snel gesteld.
Ook hebben ze (voorzichtig) wel wat aan te merken op de recentere toevoegingen aan de noordelijke binnenstad: veel asfalt voor veel auto’s. Gebouwen die qua hoogte minder passen bij Assen. Niet echt architectuur waar je u tegen zegt aan Het Kanaal. Om maar wat voorbeelden te noemen.
Marten Lankester maakte daarom een beeldkwaliteitsplan. Een handvat, een praatstuk – géén blauwdruk, benadrukt de wethouder – waarin de toekomstige richting qua architectuur van de noordelijke binnenstad wordt geschetst.
Toekomstbeeld van de Rolderstraat: geen auto's en ruimte voor bankjes, groen en voetgangers. Foto: Gemeente Assen
Assen als pandenstad
Opvallend: in plaats van de enorme complexen die de laatste decennia uit de grond zijn gestampt, ziet Lankester toekomst voor Assen als ‘pandenstad’. Denk aan de Marktstraat, maar ook de Torenstraat als voorbeelden die Assen al heeft: panden met ieder een eigen signatuur, gericht op de straat.
Zijn plan bevat enkele schetsen van hoe dat er op termijn uit kan gaan zien: de Rolderstraat tovert hij om tot een woonstraat. De Weiersstraat ter hoogte van De Nieuwe Kolk ziet hij op termijn als een groene stadsboulevard waaraan ook gewoond wordt.
Landschapsarchitect Noordhuizen bepleit een vergaande vergroening van de noordelijke binnenstad. Groen hoort bij Assen, vindt hij: kijk alleen al naar het Asser bos. Als winkels woningen worden, dan kunnen de met magazijnen volgebouwde voormalige tuinen weer als tuin worden ingericht, denkt hij.
De Weiersstraat wordt een stadsboulevard. Is er dan nog ruimte voor de auto? Foto: Gemeente Assen
Daar komen we op een heikel punt. De panden en gronden in de noordelijke binnenstad zijn in bezit van een keur aan ontwikkelaars en eigenaren. Tussen de praktijk waarmee die eigenaren te maken hebben en de dromen van de gemeente zou nog weleens aardig wat licht kunnen zitten. Om niet te zeggen een halve zonsopgang.
Want bebouwing opgeven voor een tuin? Van die gedachte zal de doorsnee pand- of grondeigenaar niet opknappen. Immers: bebouwing kun je inrichten als studio of woning en verhuren of verkopen. Een tuin is leuk, maar er is geen droog brood mee te verdienen.
Stadsontwikkelaar valt stil
Wat dat betreft was de vraag uit de zaal interessant. „Waarom gebeurt er al jaren niks op de plek van de oude V&D?” De gemeentelijke stadsontwikkelaar die tijdens het debat met de zaal nog niet om een snedig antwoord verlegen heeft gezeten, is er even stil van. „We zijn er nog niet uit met de ontwikkelaar”, prevelt hij.
Let op: de V&D staat niet sinds kerst leeg, maar al enkele jaren. Zo lang kan het dus duren voordat de wensen van ontwikkelaar aan de ene kant en de behoefte van de gemeente aan de andere kant bij elkaar komen.
Bloedt de vernieuwing van de Assense binnenstad niet dood na deze levendige discussie? „Wat mij betreft zitten we hier over een half jaar weer”, zegt Staal.