Tweede Kamerleden brachten vorig jaar een bezoek aan Schoonebeek, met woordvoerder van Stop Afvalwater Schoonebeek Jenneke Ensink staand linksboven. Foto: DVHN
Scheuren in muren, verzakte woningen: ook in Drenthe is mijnbouwschade. Bestuurders ijveren al jaren voor omgekeerde bewijslast, waarbij gedupeerden niet zelf hoeven te bewijzen dat schade door mijnbouw komt. De Tweede Kamer wil dit nu ook, maar niet iedereen is overtuigd. Waarom niet?
Inwoners van Schoonebeek houden hun hart vast. Bij een herstart van oliewinning met waterinjectie kan de bodem onder het dorp vaker gaan beven. Hoewel dit volgens toezichthouders weinig risico oplevert, is niet iedereen daar gerust op. De actiegroep Stop Afvalwater Schoonebeek wil dat de schadeafhandeling vooraf goed geregeld is.
„Uit allerlei voorbeelden blijkt dat de overheid slecht is in het regelen van schadeafwikkeling, terwijl de overheid er moet zijn voor inwoners. Het zou helpen om dit vooraf goed te regelen”, zegt woordvoerder Jenneke Ensink.
Ook andere inwoners en politici in Drenthe pleiten al langere tijd voor een betere afhandeling van schade door mijnbouw. „Het is moeilijk uit te leggen dat er verschillen zijn in schadeafhandeling. Inwoners van Drenthe lopen hier tegenaan omdat voor een deel van de provincie het bewijsvermoeden geldt en voor een deel niet”, zegt gedeputeerde Henk Jumelet (CDA).
Net als in Groningen zou ook hier de omgekeerde bewijslast moeten gelden om de afhandeling ‘milder, menselijker en makkelijker’ te maken, vinden de noordelijke bestuurders. „Gelijke monniken, gelijke kappen. Of je nou schade hebt door mijnbouw in Groningen of ergens anders, dat zou niet uit mogen maken”, vindt Anno Wietze Hiemstra, burgemeester van Aa en Hunze.
Tynaarlo en Assen scharen zich achter dat standpunt.
Omgekeerde bewijslast
Bij omgekeerde bewijslast, ook wel het wettelijk bewijsvermoeden genoemd, wordt op voorhand vanuit gegaan dat de schade aan huizen wordt veroorzaakt door mijnbouw. Gedupeerden hoeven in dat geval niet zelf te bewijzen dat de schade door mijnbouw komt. Het bedrijf dat stoffen uit de grond haalt, moet aantonen dat de schade een andere oorzaak heeft.
Nu geldt de omgekeerde bewijslast alleen in gebieden die vallen onder het Groningenveld en rond de gasopslagen bij Norg en Grijpskerk. Inwoners van Groningen en delen van Noord-Drenthe kunnen zich bij schade melden bij het Instituut Mijnbouwschade (IMG). Dit geldt voor gedeeltes van de gemeenten Aa en Hunze, Tynaarlo en Noordenveld en een klein deel van Assen.
In de rest van de provincie – en heel het land – wordt de schadeafhandeling geregeld door de Commissie Mijnbouwschade (CMS). Die onderzoekt of de gemelde schade is veroorzaakt door mijnbouw.
In Drenthe gaat dat om kleine gasvelden en zoutwinning. Ook zijn er plannen om in Zuidoost-Drenthe gas te gaan winnen en de oliewinning bij Schoonebeek weer op te starten en er afvalwater in de grond te injecteren.
Tweede Kamer wil ook
Onlangs stemde de Tweede Kamer in met een plan om de bewijslast te verruimen voor alle mijnbouwactiviteiten in Nederland. Volgens de motie van de noordelijke Kamerleden Julian Bushoff (GroenLinks-PvdA) en Sandra Beckerman (SP) moeten bedrijven die bodemschatten winnen zorgen voor de schadeafhandeling en is de harde les van Groningen en Noord-Drenthe dat gedupeerden beter beschermd moeten worden.
Staatssecretaris Vijlbrief is geen voorstander van dat plan. Verruiming is volgens hem niet te rechtvaardigen, omdat schade door mijnbouw in de rest van Nederland zeer verschilt met die in Groningen.
‘Tientallen in plaats van tienduizenden’
‘Het gaat hier, in plaats van tienduizenden schademeldingen met zeer waarschijnlijk dezelfde oorzaak, om enkele tientallen schadegevallen per jaar waarvan in vrijwel geen enkel geval is vastgesteld dat dit herleidbaar is tot bodembeweging als gevolg van mijnbouwactiviteiten’, staat in zijn reactie.
Een van de gasvelden bij Assen. Foto: Archief/ Marcel Jurian de Jong
Maar volgens de gemeente Assen maakt het voor een inwoner niet uit of hij een van de tientallen of een van de tienduizenden schademelders is. „Overigens kan het bij bevingen uit kleine velden ook gaan om meer dan tientallen. Zo is in Emmen in 2015 een beving geweest met 111 schademeldingen. Deze aantallen kunnen veel hoger liggen, zeker als het gaat om een dichtbevolkt gebied”, laat een woordvoerder weten.
Ook stelt Vijlbrief dat met het oprichten van de Commissie Mijnbouwschade in 2020 de bewijslast van gedupeerden al is overgenomen. Waar inwoners eerst zelf schade moesten zien te bewijzen, is het nu aan de commissie om een verband met mijnbouw aan te tonen.
‘Weinig voordelen’
Ook die Commissie Mijnbouwschade ziet weinig voordelen in het toepassen van de omgekeerde bewijslast in Drenthe. Het heeft geen invloed op de beoordeling door de commissie, stelt ze.
„Wij werken bij het beoordelen van materiele schade aan een pand op vergelijkbare manier als het IMG, met vergelijkbare uitkomst”, legt Margriet Drijver van de commissie uit.
Bij een melding kijkt de commissie of sprake is geweest van een bodembeweging die de schade zou kunnen veroorzaken. Als dat zo is, schakelt ze een onafhankelijke deskundige in, die kijkt of er andere oorzaken zijn die de schade kunnen hebben veroorzaakt.
‘Onze aanpak is ook mild, menselijk, makkelijk’
In geval van twijfel over een mogelijk andere oorzaak wordt bij de omgekeerde bewijslast de schade vergoed. „Wij zeggen ook dat bij twijfel het kwartje vaker naar de kant van de schademelder valt dan in de richting van de mijnbouwonderneming. Daarom is onze aanpak ook mild, menselijk en makkelijk. Maar dan moet er wel iets gebeurd zijn waardoor die schade kon ontstaan door mijnbouw”, zegt Drijver.
Sinds het bestaan van de commissie, zo’n vier jaar geleden, heeft ze nog geen enkele schade uitgekeerd. Dat geeft weinig vertrouwen, gaf Assen eerder aan in een oproep om omgekeerde bewijslast aan de minister van Economische Zaken en Klimaat. „Als er geen incident is geweest, dan kun je ook niet de mijnbouwonderneming alle schades laten vergoeden die aan huizen ontstaan”, legt Drijver uit.
Beving bij Ekehaar
Daar komt binnenkort misschien verandering in. In oktober vorig jaar zijn er drie aardbevingen geweest bij Ekehaar in de gemeente Aa en Hunze. Dat waren de eerste ‘grotere’ bevingen door gaswinning uit een klein gasveld sinds de commissie bestaat. Na de beving zijn 30 schademeldingen binnengekomen. Deze maand blijkt of het Drentse dorp daadwerkelijk het eerste geval is waar schade wordt uitgekeerd bij een klein gasveld.
„Als de omgekeerde bewijslast daar van toepassing was geweest, dan was het geen euro anders gegaan”, zegt Drijver.
Andere maatregelen liggen meer voor de hand om de afhandeling ‘milder, menselijker en makkelijker’ te maken, volgens de commissie. Zo wil ze de termijn waarbinnen gedupeerden schade moeten melden verruimen. Nu kan dat binnen twaalf maanden na een beving, terwijl de aansprakelijkheid van de mijnbouwonderneming tot op zijn vroegst vijf jaar na die beving loopt.
„Die beperking maakt onze rol niet geloofwaardiger. Het heeft geen enkele nut en mensen snappen het niet”, denkt Drijver.
Ook zou het volgens de commissie beter zijn wanneer ze ook bevoegd is om schade aan bijvoorbeeld kerkelijke gebouwen en recreatiewoningen te beoordelen. Nu is dat alleen het geval bij huizen van particuliere eigenaren of kleine bedrijven.
Een eerdere proteststellage van actiegroep Stop Afvalwater Schoonebeek (SAS). Foto: Boudewijn Benting
„Als eigenaar van een gebouw moet je in staat zijn om mijnbouwondernemingen aan te spreken en bijvoorbeeld een jurist of deskundige in te schakelen. Een kerkgebouw wordt vaak gerund door vrijwilligers, die daarin beperkt zijn”, legt ze uit.
Aa en Hunze, Assen, Stop Afvalwater Schoonebeek en gedeputeerde Henk Jumelet zijn het eens met de commissie dat de termijn van twaalf maanden moet worden verruimd. Ook kunnen ze zich vinden in een ruimere bevoegdheid voor de commissie.
‘Minder zekerheid’
Toch pleiten ze ook voor omgekeerde bewijslast, omdat het meer zekerheid biedt voor inwoners. „Voor een inwoner die schade heeft als gevolg van een beving vanuit een klein veld is het niet te begrijpen dat hij of zij anders wordt behandeld dan iemand die schade heeft door een beving vanuit het Groningenveld”, reageert Assen.
Een ruimhartige regeling zorgt bovendien voor meer draagvlak bij inwoners, denkt de burgemeester van Aa en Hunze, Anno Wietze Hiemstra.
‘Politici wekken onterechte verwachtingen’
Net als Vijlbrief ziet ook Drijver echter geen aanleiding om het bewijsvermoeden te verruimen. „Dan moet er iets ernstigs aan de hand zijn, zoals in Groningen. Maar in de rest van Nederland is dat niet zo”, zegt ze. „Politici wekken onterechte verwachtingen door mensen voor te spiegelen dat ze met bewijsvermoeden meer kans hebben op vergoeding of meer vergoeding ontvangen dan bij onze aanpak.”
Dat de grens van het Groningenveld door Noord-Drenthe loopt en daardoor delen van gemeenten onder een andere regeling vallen, is zuur, erkent ze. „Maar je moet ergens die grens trekken. En in het Groningenveld is echt wel wat anders aan de hand dan bij de kleine gasvelden. Dat blijkt uit de schademeldingen die wij ontvangen.”
Staatssecretaris Vijlbrief heeft toegezegd de Raad van State om advies te vragen naar de juridische uitvoerbaarheid van een verruiming. Wanneer dat komt, is niet bekend. Een nieuw kabinet zal waarschijnlijk uiteindelijk moeten bepalen of de plannen doorgaan.