Momenteel is een expositie over de familiegeschiedenis van Jeroen Krabbé te bewonderen. Archief DvhN
Twee tonnen met in totaal 300.000 knopen staan in een lokaal van De Nieuwe Veste in Hardenberg. Acteur en kunstenaar Jeroen Krabbé bezocht vrijdag de leerlingen die knopen inzamelen voor een monument in Herinneringscentrum Kamp Westerbork.
„Heel erg bemoedigend om te zien dat deze kinderen wél weten wat de Holocaust is en dat ze niet twijfelen of denken dat het een mythe is.” Jeroen Krabbé (78) verwijst hiermee naar het nieuws van eerder deze week en noemt de leerlingen van middelbare school De Nieuwe Veste „mijn helden”.
Ze zijn bezig 1,5 miljoen knopen te verzamelen voor een bijzonder monument dat op zijn initiatief komende zomer te zien is in het Herinneringscentrum. De knopen staan symbool voor alle 1,5 miljoen Joodse kinderen die de holocaust niet hebben overleefd.
Juist vrijdag, op Holocaust Memorial Day, bezoekt Krabbé de school, vertelt hij de leerlingen over zijn Joodse familiegeschiedenis en over de gedachte achter het kunstwerk. Van juli tot september is hij gastconservator van de tentoonstelling De Herinnering aan Westerbork, die om de paar maanden wordt aangepast. De acteur, bekend van onder meer Soldaat van Oranje, laat dan eigen schilderijen en stukken uit zijn Joodse familie zien én het knopenkunstwerk krijgt een plek.
„Ik hoor knopen”, zegt geschiedenisdocent Barbara Dijke als Krabbé het lokaal binnenkomt, met een papieren tasje in de hand. Ze heeft er oor en oog voor gekregen sinds zij met haar leerlingen in oktober vorig jaar begon met inzamelen. In een paar maanden tijd zamelden ze 300.000 knopen in. Ze kregen hulp van familie, vrienden, kennissen, via social media en ook Marktplaats bood uitkomst.
De knopen staan symbool voor alle kinderen van over de hele wereld die omgebracht zijn tussen 1940 en 1945. „Via de post kregen we twintig kilo knopen van een mevrouw uit Eindhoven. Maar er was ook een vrouw die de knopen van de jas van haar vader, die in de oorlog soldaat was voor de Duitsers, doneerde. Ze vertelde dat ze altijd een ‘moffenkind’ is genoemd en wilde graag haar knoopje bijdragen”, vertelt Dijke. „Ook vonden we een doosje met knopen van een ouder iemand bij de ingang van de school die het zo geweldig vindt dat we jongeren bij dit thema betrekken.”
Krabbé is onder de indruk van de immense hoeveelheid knopen die binnen drie maanden al is ingezameld. Toen het Herinneringscentrum hem vroeg gastconservator te zijn, dacht hij meteen aan het Bialik Buttons Project van het Melbourne Holocaust Museum in Australië, waar met hulp van studenten 1,5 miljoen knopen zijn verzameld. Toen het niet mogelijk bleek dat monument naar Nederland te halen, werd besloten zelf een inzamelingsactie te starten.
De Nieuwe Veste in Hardenberg nam het voortouw, maar het is de bedoeling dat de komende tijd ook andere scholen worden benaderd om knopen in te zamelen. Bezoekers van het Herinneringscentrum kunnen ook knopen doneren. „Misschien moeten jullie knopen vragen bij de kassa”, oppert Krabbé tegen de aanwezige medewerkers. „Honderd knopen en je mag naar binnen ofzo.”
Hij vertelt de kinderen kort over Soldaat van Oranje en andere oorlogsfilms. „Er zijn natuurlijk duizenden films gemaakt over de holocaust, maar dit knopenproject komt eigenlijk het meest bij mijn gevoel. Omdat het met mensen te maken heeft. Elke knoop staat voor een mens. Het is heel persoonlijk. En ik laat mij niet onbetuigd”, zegt hij, terwijl hij het papieren tasje opent.
Leerlingen tellen de door Jeroen Krabbé ingeleverde knopen.
Daaruit komen plastic buisjes vol gekleurde knopen. „Ik vond er thuis nog heel veel. Ooit kreeg ik ze van een knopenwinkeltje in Dalfsen dat ermee ophield. Willen jullie ze tellen? Ik heb geen idee hoeveel het er zijn.” Hij houdt een klein buisje omhoog. „Dit is bijzonder, want dit zijn babyknoopjes. In de grond bij de gaskamers in Sobibor zijn ook knoopjes van babykleertjes gevonden. Het maakte niet uit hoe oud je was.”
De leerlingen tellen zijn knopen; een paar honderd. Een schijntje bij wat ze in de kerstvakantie hebben gedaan. Toen hebben enkele leerlingen en ouders de ‘oogst’ tot dan toe geteld: 300.000 dus. „Dat jullie al zover gekomen zijn, vind ik adembenemend fantastisch en het ontroert me”, zegt Krabbé. „Als je bedenkt dat elke knoop een kind is, is elke knop de moeite waard om te verzamelen.”
Tijdens het gastconservatorschap van Krabbé van 19 juli tot en met begin september is in het Herinneringscentrum eerst een tijdelijk knopenmonument te zien, legt conservator Bas Kortholt uit. „Hoe het eruit moet zien, gaan we nog met elkaar bekijken. Jullie morgen meedenken”, zegt hij tegen de kinderen. „Daarna is het de bedoeling dat er een definitief knopenmonument komt. We verzamelen niet alleen de knopen, maar zijn ook op zoek naar de verhalen erachter. Om de gezichten achter de knopen te laten zien.”