Mariska Pronk, Catherine Sordrager en Kim Perfors (v.l.n.r.) zijn samen De Meiden van Toen. „We willen mannen juist betrekken bij het gesprek. Er zijn genoeg leuke mannen, dat laten we óók zien.” Foto: Gerrit Boer
In hun nieuwe voorstelling ‘Naar de getver’ openen Kim Perfors, Catherine Sorgdrager en Mariska Pronk uit Groningen de laatjes die vrouwen vaak gesloten houden. „Soms ben je lui, onzeker of bang. En dat is óók oké.”
De vrouw als ladekast. Elke dag gaat er een laatje open – soms bewust, soms onbewust. In elk laatje zit een andere versie van haarzelf. „Ook de laatjes die je eigenlijk dicht wilt houden, gaan bij ons open”, zegt Mariska Pronk van De Meiden van Toen. „Dat je lui bent, onzeker of bang. Dat hoort er allemaal bij. En dat is óók oké.”
De lichtblauwe ladekast, die – heel symbolisch – telkens van vorm verandert, staat centraal in Naar de getver. Die voorstelling van De Meiden van Toen gaat op 27 oktober in première in de Stadsschouwburg in Groningen. Voor het drietal, dat in 2018 begon in een zeecontainer op Noorderzon, een grote sprong voorwaarts.
„In die container konden veertig mensen”, blikt Kim Perfors terug. „Die zat steeds vol. Dat vonden we toen al heel bijzonder”, vult Pronk aan. „En nu staan we ineens in de Stadsschouwburg. Vorig jaar was De Oosterpoort al uitverkocht, maar dit is toch weer een ander niveau”, zegt Catherine Sorgdrager.
Veel humor
Wat het drietal maakt, laat zich lastig etiketteren. Noem het muziektheater, kleinkunst of cabaret. Denk aan Vrouw Holland en aan Yentl en de Boer. „Er zit veel humor in, maar ook serieuze stukken”, zegt Pronk.
Er zijn verhalen, veel liedjes – alles heeft een kop en een staart. Perfors: „Het is muziektheaterachtig.” Sorgdrager: „Stand-upcomedy is het zéker niet. Wij werken vanuit scènes en liedjes, altijd vanuit herkenning en vanuit onszelf.”
Catherine Sorgdrager, Mariska Pronk en Kim Perfors (v.l.n.r.) zijn De Meiden van Toen. Foto: Gerrit Boer
Hun voorstellingen zijn onmiskenbaar door en voor vrouwen van nu, al zijn mannen meer dan welkom. Er zit geen censuur op de mannenspot, de zelfspot of op lichamelijk ongemak. Recensent Jacques d’Ancona noteerde in 2021 dat De Meiden van Toen de man opvoerden als ‘tragische tegenpool’.
„Toen zetten we mannen vaker te kakken”, zegt Perfors. „In ons tweede en derde programma is dat subtieler geworden. Het is niet meer alleen maar afzeiken.” Pronk: „We willen mannen juist betrekken bij het gesprek. Er zijn genoeg leuke mannen, dat laten we óók zien.”
„We zeiken steeds meer op onszelf”, constateert Sorgdrager. „Het gaat over eigenschappen of gevoelens die je normaal liever verbergt en hoe eerlijk je daarover durft te zijn. Dat is misschien wel de kern van deze voorstelling.”
Actualiteit
Soms dringt de actualiteit zich op. Zo verwerkten De Meiden het initiatief ‘Wij eisen de nacht op’ in Naar de getver. „Dat konden we niet laten liggen”, zegt Sorgdrager. „Je mag dronken zijn of flirten, dat geeft niemand het recht je iets aan te doen.” Pronk: „Het is niet dat we met het haar onder de oksels op de barricaden staan. Maar we schreeuwen wel, omdat er over dingen gesproken moet worden. Door te praten kan er iets veranderen.”
Niet iedereen kan alles waarderen. „Er wordt weleens gevloekt in ons programma”, zegt Sorgdrager. „Ergens op de Veluwe werd ik van tevoren even apart genomen: of we dat niet achterwege konden laten. Ongemakkelijk, want dít is wat we maken.”
Catherine Sorgdrager, Mariska Pronk en Kim Perfors (v.l.n.r.) zijn samen De Meiden van Toen. „Het is niet dat we met het haar onder de oksels op de barricaden staan. Maar we schreeuwen wel, omdat er over dingen gesproken moet worden.” Foto: Gerrit Boer
En neem een thema als abortus. Pronk: „We hebben het over tradwives, vrouwen die terug willen naar een traditioneel rolmodel. Zij vinden dat abortus verboden moet worden. We hebben zo hard gewerkt voor gelijkheid en nu is er een stroming die honderd stappen terug wil.”
Sorgdrager: „In Stadskanaal zongen we een heel sarcastisch lied over abortus, maar een vrouw op de eerste rij begreep de ondertoon niet. Die beaamde luidruchtig wat we zongen.” Perfors: „En het gebeurt heel soms dat mensen opstappen en vertrekken. Maar dan gebeurt er in elk geval wat. Ze worden geconfronteerd.”
Seksuele voorkeuren
In een vorige voorstelling vroegen De Meiden het publiek naar hun seksuele voorkeuren. „Dat leverde ongemakkelijke momenten op”, herinnert Pronk zich. „Ik ben zelfs met een gekleide vagina door de zaal gegaan. Om aan vrouwen én mannen te vragen of ze weten waar de clitoris zit.”
Nieuwe scènes en liedjes beginnen vaak bij persoonlijke ervaringen. „Of verhalen van onze moeders, zussen, vriendinnen”, zegt Sorgdrager. „Wat ons raakt, schrijven we op. Soms ontstaat op een avond een heel lied of een scène. Maar vaak moet je daar hard voor werken.”
Daarna volgt de gezamenlijke fase. Perfors: „We presenteren het aan elkaar, geven feedback en kiezen wat blijft. Onze regisseur Vincent van den Elshout vraagt steeds: wat wil je nu echt zeggen? Zo scherpen we het aan.” Sorgdrager: „We waren eerst wat voorzichtig. Nu durven we meer. Dat is de ervaring van het spelen.”
Muziek speelt een belangrijke rol in hun werk. Kleinkunstliedjes met een vleugje jaren tachtig en negentig. Er zit zelfs een schlager in Naar de getver. Daarnaast is de vormgeving belangrijk: de ingenieuze ladekast, een idee van Van den Elshout op basis van door De Meiden aangeleverde teksten, is ontworpen door de Friese decorbouwers Frans en Wieger Elgersma. Pronk: „Maar de tekst blijft het allerbelangrijkste. De muziek versterkt wat we willen vertellen.”
Live muzikanten blijven vooralsnog een droom. Perfors: „We zouden het liefst met hen op het podium staan. Maar dat is financieel niet haalbaar. We investeren veel, betalen iedereen in ons team netjes en schieten er daardoor zelf nog weleens bij in.”
Werk en gezin
Alle drie combineren ze hun theatercarrière (nog) met een ander beroep. Perfors werkt als teamleider in de zorg, Sorgdrager als theaterdocent en trainingsacteur, Pronk runt tevens een zangstudio. Daarnaast is er het gezinsleven: Mariska wordt begin volgend jaar, als laatste van de drie, moeder.
Het touren levert anekdotes op. Pronk: „We nemen altijd eigen eten mee. Vaak couscous, want dat kun je ook lauw eten.” Hun ervaringen onderweg klinken door in de podcast Onderweg met de Meiden, zowel in de voorstelling als in real life. Perfors: „Het is een inkijkje in ons leven. Je hoort ons in de auto praten over de theaters waar we naartoe gaan en over ons leven.” Pronk: „Er zit ook een rubriek in met vrouwengezeik, de Oesterzwam-rubriek.”
Ondertussen spelen ze door het hele land, van Texel tot Maastricht, van dorpshuizen tot grote schouwburgen. Altijd met de blik vooruit. „Natuurlijk dromen we van Carré”, zegt Pronk. „Maar wat nu gebeurt, is ook bizar. In het Noorden verkopen we steeds gemakkelijker uit en we zien dat het ook in de rest van Nederland steeds beter gaat.”
Bang voor een tekort aan toekomstige onderwerpen zijn ze niet. „We kunnen van elke levensfase een voorstelling maken”, zegt Sorgdrager. „De Meiden van Toen in de overgang, De Meiden van Toen met pensioen, De Meiden van Toen bankrupt. Nou, dat hoop ik niet. Maar je snapt wat ik bedoel.”
Speellijst
De Meiden van Toen touren met Naar de getver: 16/10 Kielzog, Hoogezand (try-out); 27/10 Stadsschouwburg, Groningen (première); 31/10 DNK, Assen; 21/11 Geert Teis, Stadskanaal; 29/11 vanBeresteyn, Veendam; 24/1 Hofpoort, Coevorden; 21/2 Meenthe, Steenwijk (Comedypact); 16/4 Koornbeurs, Franeker; 23/4 Posthuis, Heerenveen; 24/4 Winsinghhof, Roden. Zie ook meidenvantoen.nl.